INHOUD SINT
HOME
TEKSTEN

AUTEURS

BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

SINTERKLAAS 2001

Ed Schilders - 2 columns

Sint

 

Sinterklaas had het druk. Om half tien moest hij bij de fysiotherapeut zijn, om elf uur bij de Sociale Dienst, en om twee uur bij het Riagg.

Hij knoopte de teugels van zijn paard aan een parkeermeter, deed er twee gulden in, en ging naar binnen. In de kleedkamer zette hij zijn mijter af, en langzaam begon hij zich te ontkleden. Even keek hij naar zijn magere, witte benen, die de vorm van een O hadden gekregen door het vele paardrijden.

"Stress, Sint", zei de therapeut, terwijl hij langzaam de schouderbladen kneedde. "U zult het momenteel ook wel vreselijk druk hebben."

Sint zei niets. Hij zou wel gek zijn. Hij kon er toch al moeilijk over praten, en als hij dan eindelijk weer eens iemand tegenkwam die nog in hem geloofde dan ging hij hem zeker niet vertellen dat hij het helemaal zo druk niet meer had.

Onder het hoofdtuig van zijn paard zat een parkeerbon.

"Verkoopt u nou veel dino's?" vroeg de man van de Sociale Dienst.

"De dino's lopen goed", jokte Sint. Dino's werden dit jaar wel het meest gevraagd, maar als het niet snel stevig aantrok, zou hij met meer dino's blijven zitten dan er ooit op aarde geleefd hadden. "Maar voor de rest," zei Sint, "stagneert de markt."

De man van de Sociale Dienst knikte ernstig, en Sint meende zelfs dat hij een traan in diens ooghoeken zag wellen. Waarschijnlijk iemand, dacht Sint, die nog lang in mij geloofd heeft.

Sint stopte de formulieren zorgvuldig in de binnenzak van zijn mantel, en besteeg de schimmel. Statig reden zij door de Koestraat, en soms betrapte Sint zich erop dat hij wuifde. Uit gewoonte. Er was niemand die terugzwaaide, maar dat merkte hij niet. Hij was met zijn gedachten al bij de vergadering van de ondernemingsraad van vanavond. Ontslag voor tweehonderd Pieten. En nog eens honderd Inpakpieten die omgeschoold moesten worden tot Klauterpiet.

De pot op met het Riagg, dacht Sint. Hij wendde de teugel, en gaf Dottie de sporen.

"Het spijt me," zei de Kerstman van achter een groot bureau van dennehout. "Jarenlang heb ik voor mijn boterham moeten knokken terwijl jij dik geld verdiende. Jarenlang heb ik met een span ouwe rendieren gereden terwijl jij ieder jaar in januari een nieuwe schimmel kocht. Nu zijn de rollen omgedraaid."

"Maar ik dacht," zei de Sint, "dat jij wel tevreden zou zijn met de Engelse en de Amerikaanse markt."

"Maar Nico toch," bulderde de Kerstman, "denk toch eens na! Hebzucht is niet marktgebonden, hebzucht is internationaal en van alle tijden! Een beetje marketingman weet dat. Het gaat er niet om wat ze willen hebben, of wanneer, maar van wie. En dat ben ik nu."

Sint bood Kerstman nog een grote partij dino's aan. Een koopje. Maar hij was al voorzien.

En toch, dacht de goedheilig man, zit het anders. Ergens had hij het wel zien aankomen. Eerst had carnaval zijn religieuze betekenis verloren, vervolgens was de paashaas gesneuveld. Eigenlijk was het wel logisch dat hij nu aan de beurt was. De Kerstman had ongelijk. De mensen hadden geen hekel aan hem, Sinterklaas, gekregen, maar aan religie. Liever een wereldse Kerstman dan een heilige Sint, dat wilden ze. Liever een boom vol ballen en sokken vol cadeautjes dan een kerststal met een engel.

En zo, verzonken in gepeins, reed Sint langzaam terug naar het hoofdkantoor, waar de ondernemingsraad al zat te wachten. En slechts een enkele voorbijganger verstond de woorden van het liedje dat hij droevig neuriede. "Dag Sinterklaasje, daa-aag, daa-aag."


 

Step

 

Ik weet echt niet hoe het tegenwoordig gaat. Jaren geleden hebben we besloten om nooit meer aan een surpriseavond mee te doen, nadat een van de zwagers (altijd weer die 'kouwe kaant') bedacht had dat het wel leuk zou zijn als de 'gelukkige' tot aan de elleboog in een bak met modder moest graaien om zijn 'verrassing' uit deze originele verpakking te vissen. Nadat alle cadeautjes waren uitgepakt, speelden we later op de avond het spel Scruples. Dat was even een trend, en je moest zeggen wat je van elkaar dacht. Ik sluit niet uit dat het toen definitief mis is gegaan met onze surprisetraditie. Blij toe. Nooit meer rijmpjes schrijven. En mevrouw Schilders ook blij. Uren werken aan een originele verpakking, en hup, de volgende dag staat hij bij het vuil.

Sinterklaasavond voor volwassenen. Ik snap het wel. Maar het is een illusie te denken dat er ook maar een greintje terugkomt van dat gevoel dat je als kind had als je op 5 december aan het laatste nachtje slapen begon. Die onbestemde spanning. Of hij wel kwam. Eén schoorsteen is al snel vergeten, en dat zou nou maar net de jouwe zijn. Of toch niet helemaal zeker dat er geen stoute kinderen bij waren. En dan het eerste ochtendlicht. Niet uit bed durven komen voor je geroepen werd. Je zou maar een Piet tegen het lijf lopen die net aan het rijen was. En dan de tafel. Het razendsnelle zoeken tussen de minder belangrijke chocoladesigaren en varkenspootjes van marsepein naar de echte cadeaus.

Hebben kinderen dat nog steeds? Ik schat van wel. Sinterklaas is tegenwoordig echter een stuk rijker, en kan dus makkelijker voldoen aan de begeerten van het kinderhart. Het is de vraag of dat goed is voor de spanning, de volle verwachting waarmee het hart klopt. Als ik terugdenk aan mijn eigen Sinterklaasochtenden, dan herinner ik me niet dat we ooit teleurgesteld waren, al was het zeker niet zo dat we altijd alles kregen wat we wensten. Bovendien was het ook nog de tijd dat Sint wel eens wilde uitpakken met núttige cadeaus: door oma gebreide wanten, een pet met oorkleppen, een nieuwe lange broek. Dankjewel Sinterklaas, maar om nou te zeggen dolblij, nee. (Ook later nog: handschoenen; iemand in mijn familie moet een geheime voorraad, zo niet een groothandel in handschoenen gehad hebben.) En zelfs op die jeugdige leeftijd al het inzicht hebben dat het niet anders kan of zulke cadeaus drukken in zekere mate op het speelgoedbudget. Hoe langer de sjaal, hoe minder ridders te paard. Maar toch lijkt me de ideale Sinterklaas vreselijk saai: altijd alles krijgen wat je wilt hebben, is een illusie van geluk.

Blijkbaar is blijdschap sterker dan teleurstelling. Slechts één keer heb ik twijfels gehad of ik echt blij moest zijn met een cadeau. Het was een step. Donkerblauw. Stepte best goed. Tot het me opviel dat er op het frame, onder het stuur, een wat ruwe plek zat met twee kleine gaatjes. Was dat niet precies de plek waar bij mijn vorige step een metalen merkplaatje had gezeten? En was die vorige step niet juist een paar dagen vóór Sinterklaas, tot mijn niet geringe verbazing, op onverklaarbare wijze verdwenen? Zag ik daar, bij het randje, niet een dun streepje rood langs het blauw? Mijn verdwenen step was ook rood…

Sherlock Schilders. De betekenis van wat er toen gebeurde is echter een andere dan wat ik nu suggereer. Sinterklaas had anders beschikt, niet je ouders. Na rijp beraad had hij de herstelpiet opdracht gegeven: likje verf, nieuwe banden, handvatten met kleurige slierten. Alleen dat mooie metalen merkplaatje, daar had hij wat mij betreft van af moeten blijven.