INHOUD SCHELLEKENS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

Print pagina

 

Jan Schellekens
Herinneringen uit de Hoogvensestraat

Roken & een Player's-slinger

Op een middag tijdens een fietstocht kwam ik voorbij een grote tuin waar een aantal lindebomen stond, en onder die bomen lag een hele berg bloesem. En onwillekeurig dacht ik aan onze jonge jaren toen wij dat spul rookten.

En over roken is nogal een en ander te doen. Wel roken, niet roken, wie zal het zeggen.

Het roken is al zo oud als Methusalem.

Nou ja, het schijnt voor het eerst geconstateerd te zijn bij de indianen. Door de ontdekkers van Amerika, wie dat dan ook mogen zijn.

En ons is het met de paplepel ingegeven. Of we het dan geslikt hebben is een tweede.

Mijn ene opa rookte tegen de klippen omhoog. Mijn andere pruimde. Nog zie ik hem voor me met het bruine sap dat uit zijn mondhoeken liep en dan van tijd tot tijd een stuk van een rol pruimtabak afbijtend. En hij was zeer bekwaam met spugen. Op de grond. En hierbij hoort een anekdote.

In het stamcafé waar mijn opa kwam, hadden ze een kwispedoor. Een bak voor pruimers om in te spuugen dus. Maar opa wist dat niet en deed het steevast op de vloer. De kastelein schoof dan stiekem met zijn voet de kwispedoor op de bewuste plaats. Maar opa spuugde dan aan de andere kant. De bak naar de andere kant geschoven en opa deed het weer aan de eerste kant. Toen dat zich zo een aantal malen herhaald had, zei opa ‘Tóóntje, as ge naaw diejen bak nog is unne keer op de verkeerde plaots zet, dan spiers ik ur in hurre.’

Nu kan ik me eigenlijk niet meer herinneren of onze ouders ook lindebloesem rookten.

Op de school tegenover ons stonden een paar forse linden en omdat wij daar als kinderen wel mochten spelen van de Duitsers konden wij bloesem verzamelen. En als je dat spul droog liet worden, niet te droog, dan kon je daar `sjekskes` van draaien. Tenminste als je iets kon vinden dat op `vloeikes` leek. Ik zou aan nog ouderen moeten vragen of die er die in die tijd waren. Anders waren alle soorten papier te gebruiken. Het gemakkelijkst aan te komen was natuurlijk krantenpapier met inkt en al. Kun je nagaan wat je dan voor rotzooi naar binnen zoog.

Na de bevrijding was de lindebloesem niet meer nodig want de geallieerden hadden rookgerei te over. Over het algemeen, wie kent ze niet meer `Players navy cut`. En wat zij hadden dat hadden wij (de jeugd) ook. Krijgen of jatten, maar we hadden het. We handelden er zelfs in en rookten ook. Op de voorkant van deze players stond een matroos in een reddingsgordel en die kon je dan zo uitknippen dat je ze in elkaar kon haken. Wie de langste sliert kon maken.

En bij een kennis vond ik warempel nog een voorbeeld daarvan. Wat mensen toch allemaal niet inplakten.

Ik ben stiekem benieuwd wie zich dit nog herinnert.