INHOUD SCHELLEKENS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

 

Jan Schellekens

Herinneringen uit de Hoogvensestraat


Op de hoek van de straat...

Op de hoek van de straat

Staat een NSB'er

't Is geen man, 't is geen vrouw

Maar een farizeeër

 

Met een krant in zijn hand

Staat hij daar te venten

Hij verkoopt zijn vaderland

Voor twee losse centen

 

Deze tekst was een onderdeel van geweldloos verzet tegen alles wat met de onderdrukking van Nederland te maken had.

Wij zongen dat zonder te beseffen wat we zongen. Later, tot de jaren van verstand gekomen, werd het ons pas duidelijk waar het om ging.

Het krantje ‘volk en vaderland’. Want deze verkopers vonden dat ons land ook hun vaderland was. Wij vonden dus van niet.

De hoek tegenover ons, bij het café en onder de rook van de school vol Duitsers, was een gewilde plek voor de bewuste venters.

Naar wat ik later begrepen heb waren er bij deze NSB’ers, want daar ging het om, ook goede, minder slechte dus. Geen machtswellustelingen maar overtuigde nationaal socialisten.

Een van zulke mensen b.v. heeft er destijds voor gezorgd dat in onze familie niemand werd gedwongen om in Duitsland te gaan werken. En dat werd natuurlijk in dank aanvaard.

En deze man stond beslist niet met een krant te leuren. Maar fout is fout en maatregelen bleven later dan ook niet uit.

Een andere vorm van lijdelijk verzet was het dragen van een zelfgemaakt speldje. Tegenwoordig zouden we het een ‘button’noemen.

Er bestond toen een of ander drankje met de naam OZO.

Deze naam stond op de kroonkurk van de flesjes. Wij maakten daarvan ‘oranje zal overwinnen’. Deze vertaling zal ons wel in het oor gefluisterd zijn door de ouderen.

We maakten dan een rond kartonnetje ter grootte van de binnenkant van zo`n kurk.

Dit kartonnetje ging dan in de binnenkant van de bloes en de kroonkurk werd daaroverheen gedrukt.

En zo hadden wij een heuse ‘button’ en liepen wij als echte verzetsstrijders trots rond. Onder de ogen van de soldaten aan de overkant.

En alleen verkeerde Nederlanders zeiden er iets van.

Over de latere behandeling van deze verkeerde Nederlanders na de oorlog is genoeg te doen geweest.

Als je leest wat voor figuren deze mensen wel eens even zouden straffen dan gaan je haren recht overeind staan. Deze luitjes lopen er tegenwoordig ook nog steeds met bosjes rond.

Zelf niks presteren maar wel met een grote broek aan in de kijkert willen lopen.

Ik zie ze nog stappen met oude jachtgeweren en helmen van het Nederlandse leger.

De zogenaamde slechteriken voor zich uit drijvend. De echte verkeerden werden beslist wel door de echte overheid gestraft.

 

Intussen heb ik nog enkele reacties gekregen betreffend de grote puinhoop die aan de Piushaven lag. Dit puin kwam met schepen uit het gebombardeerde Rotterdam.

Het werd gelost door Russische krijgsgevangenen. Gevangenen die onder bepaalde bedingingen bereid waren vrijwillig voor de Duitsers te werken.