CUBRA
OVER POEZIE

HOME

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

Print pagina
 

Olaf Douwes Dekker geweigerd als stadsdichter Breda


Ben Verschuren

(dichter, een van de genomineerden)
reageert met een dichterlijk pamflet

 
(beeld: Paul Hermans)

Hier spreekt de bek van de vogel

Er fladderen veren boven Breda,

pluimveren, pekveren, plukveren,

hoera! er is heibel in het hok!

de kippen beginnen te kakelen,

nadat al eerder hanen

hun kammen naar voren hadden geschud:

"Er lopen dichters door de stad!

niet een, twee, drie, maar vijf, zes zeven,

van buitenveld tot binnenplaats,

wie heeft die toegelaten tot ons park?"

En al het pluim - als roken ze de vos -

sprak eensgezind van politiek der vrienden!

 

Ik ken ze niet, de kippen,

ik ken ze niet, de hanen,

soms hoor ik flarden van gekakel

over zestig dichtsels en een nee:

"Geen enkel japoëem? da's elitair!"

(hier wast men zich geen oor,

zou d' oude dichter zeggen)

 

Ach, spreek me de bek niet open,

wie tegenwoordig geen computertalen kent,

heet een leproos en wordt het park uitgejend;

maar wie nog amper dichtentaal beheerst,

moet luide toegejuicht omarmd verwend.

 

Wee, laat ze in hun verzen wonen

en geef ze de Driek-van-Wissenprijs:

"Waf waf, sla paf of graaf een graf

en wat toevallig ook nog rijmt: Oláf!

en Douwes Dekker, da's een naam

die wel van pas komt in zijn kraam

wat ik je zeg, dat met die zeven

is onder ons gezegd gezwegen

en dan die juurredactie, zit verwijfd

elkaar de okselen te krabben,

laat ons het volk zijn stemmen horen

die weten wat een dichter drijft!"

 

O arme taal die steeds verwond

zo moeizaam al zijn dichters vond,

noem mij een naam,

noem mij een stem

die vrij van vooroordelen blijft.

 

Maar goed, wat nu?

Want of het nog niet erger kon,

is ook de politieke ren in shock

en klinken stemmen uit de raad

- Bredaas partijen stadssenaat -

die vinden dat dit echt niet kan:

"De eerste dichter van de stad,

hij is een honorabel, maar discutabel man!"

 

Wie wordt de nieuwe Brutus?

Wie steekt het eerste mes?

Aelwerige Arent of Korzelige Kes?

De baar staat klaar, nu nog het lijk

(lijk oud toneel, een maskerade)

het volk dromt samen op de markt, kijk!

 

Maar dan:

een koperstem in kleuren klinkt

dwars door het stadstheater:

vermoordt hem en wij zullen zeven

zijn lichaam van de lijkbaar tillen

zijn geest tot onze leider willen

hij is de dichter van Breda

wie durft ons tegenspreken?

 

En wat gebeurt?

De hoogste haan van onze stad,

duwt boos zijn opperpluim opzij,

"Voor straf op stok!" en tegen het volk:

"Een leuk idee, maar hou 't daarbij."

 

De bek van de vogel verzamelt de veren,

vliegt naar boven, de toppen van de stad,

waar als een vlag de witte pennen prijken,

hij schalt het ritme van rapsoden:

dit is ons dichtruim, brede heren,

waar wij dichterlijk politiek bedrijven.

 

 

Ben Verschuren

mede-genomineerde voor de stadsdichter van Breda