Mathieu Bosch
-
gedichten

 

Ze hoopte niets

Toen hij stomdronken binnenrolde
verborg zij alvast de rozijnen met gort
en terwijl hij in de bank al knikkebolde
ontdeed zij zich van haar warme schort

in gedachten liet ze hem daar alleen
zijn warme rokerige alcoholgeur
drong door de dichte slaapkamerdeur
afgewend van hem voelde ze de steen

in haar maag, groeide tumor voor 't feit -
maar ze verwenste hem niets expliciets
al vloekte ze stil, in al haar naïviteit,

op de eindeloze dagen die hij bedierf
ze hoorde niets en ze hoopte niets
maar stilletjes toch wel dat hij stierf.