INHOUD LEO MESMAN
HOME
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

print pagina

Leo Mesman


’Blijf maar’ van Leo Mesman en Walter Kerkhofs

 

Door Nick J. Swarth

Vaak zijn het niet meer dan notities, de verzen van Leo Mesman. Zijn muze wacht om de hoek in de stad, waar een beeld of een voorval hem inspireert, reist dikwijls mee in den vreemde of opent de poorten van het geheugen. Zo is de titel van Mesmans nieuwe bundel, ’Blijf maar’, ontleend aan de leus waarmee de Mesmannetjes, een middenstandsfamilie, bij het betreden van de winkel lieten weten, dat er niemand van achter naar voren hoefde te komen. Nu de ouders zijn overleden en de winkel is geruimd, verwijst de kreet naar het vervagen van herinneringen: ,,Ik kan duizend maal / ’Blijf maar!’ roepen: // het helpt niet meer.”


Tekening behorende bij het gedicht 'Thee'.

Met het aantal publicaties dat is vormgegeven door Walter Kerkhofs kan inmiddels een kleine bibliotheek worden gevuld. ,,Die Kerkhofs plakt laag over laag, en dan een bloot wijf erbij en dan is ie klaar, denken de mensen. Maar zo is het niet,” aldus de Tilburgse graficus. Hij voorzag het tekstmateriaal op associatieve wijze van beelden.

Mesman hierover: ,,Het was een artistieke blind date. Kerkhofs doet ermee wat hem belieft. Dan komt het op vertrouwen aan. Het heeft een eigen scherpte en soms is het ook gewoon mooi. Aan een aantal gedichten geeft hij een draai. Dat is ook de taak van de kunstenaar, je ongemakkelijk in je vel te houden.” De meerwaarde blijkt onder meer in het gedicht ‘IJsbloemen’, over graffiti in een winters bushokje. Met een spitsvondige verwijzing naar Baudelaire eindigt Mesman aldus: ,,Zo creëren vorst en onverlaat / ijsbloemen van het kattenkwaad…” De afbeelding van Kerkhofs toont een graffititekst: ‘Geht plündern!’ 

Geweld is een van de fascinaties van Kerkhofs. De andere, erotiek, komt eveneens frequent aan bod. Waarbij het voor de gelegenheid niet enkel dames zijn die de bladzijdes sieren. Mesman is nu eenmaal de herenliefde toegedaan, om het maar eens lekker stijf te zeggen. De mengeling van lust, weemoed en hunkering in ’een kleine cyclus van verlangen’, opgedragen aan een overleden vriend, voorziet in een verleidelijk spanningsveld. Mesmans verzen boeien sowieso het meest op momenten dat er een iets groter beroep wordt gedaan op de lezer. In het gevatte ’Dode dichters’ steekt de dichter, geboren in Nuenen, woonachtig in Utrecht, de draak met de houdbaarheid van ’goede poëzie’: ,,Eenmaal canoniek / in dundruk uitgegeven (…) // smaakt alles / naar papier. // Want met de dichter / sterft ook het plezier.”

Bestellen: Fado Press, Hoevense Kanaaldijk 83,  5018 EB Tilburg.

- deze bespreking is eerder verschenen in het Brabants Dagblad -