INHOUD KEES HERMIS
HOME

Kees Hermis - Nog een hand vol gedichten
Zijn persoonlijke keuze uit zijn poëzie


 

Aanblazen

 

Het moment van de herinnering, ik zoek

het op in langzame woorden, met

het zoals van de verbeelding dat

 

nu en toen verbinden moet, totdat

herinneren weten wordt dat alles

waar is al of niet misschien gebeurd

 

zo moet ik mij ook dàn herinneren,

dingen van morgen die nog komen

of onwaarschijnlijk lijken

 

tot gebeurtenissen schrijven, zolang

de woorden langzaam zijn, leven van

onbegrensd geduld, want alles is

 

er al, het moet alleen nog worden

aangeblazen, vanuit een lenig alfabet

getoonzet komen op verhaal

 


 

Het eenmalige

 

Geen maar, geen als, geen mits,

maar onvoorwaardelijk zuiver

de schoonheid van een ochtendhemel –

 

de onherhaalbaarheid van het eenmalige,

berglucht doorgroeid met zomer,

het eerste licht

 

ver in de diepte lag, onmetelijk uitgestrekt,

het dal, gemaakt van ruimte en

een dunne nevel

 

en alles wachtte in een gesloten stilte

op de geboorte van geluid

 

het onzichtbare begin van wat

een cumulus, misschien later wel regen

kon worden

 


 

Terugkeer

 

Wij voeren door een schaamspleet in de rotsen,

immense vulva die ons gaandeweg omsloot

 

ik dacht aan terugkeer, moederschoot en blijven,

terwijl wij langzaam aan landinwaarts verder dreven

 

gespannen luisterend in een soort schemerrood

hoe het geplons van onze riemen klonk, opklom in

 

echo’s die vermenigvuldigd bleven hangen aan

de terrassen en de gewelfde steenmassieven

die zich verhieven hoog boven onze boot

 

een duizelingwekkend ogenblik dat ons

terugwierp op die wij ten diepste waren

 

mensen van nu, in werkelijkheid, breekbare

stervelingen die naar hun oorsprong varen

 


Op schrijfijzers

 

Je zou kunnen beschrijven de lege

witheid van papier die je aanstaart

voordat je er je pen op zet

 

zoals een schaatser uitkijkt over

een maagdelijk dichtgevroren meer

en zich de tocht voorstelt alvorens hij

zijn ijzers richt op het gestolde water

 

je zou die tocht vervolgens over

het witpapieren ijs van a tot z

kunnen beschrijven

 

om terug te lezen wat er gebeurde

onderweg, of je de overkant haalde

en hoe dat vast te leggen was

 

elke beweging zwart op wit

in iets dat neigt naar vorm en

inhoud van een gedicht, als dit

 


 

Samenspraak

 

Wat mij te binnen komt, is ijle ruimte

breed ontsloten, drijvend op woorden

die zijn losgeraakt van hun betekenis

 

woorden die zelf van ruimte zijn,

ontstaan en niet gemaakt, langzaam

geworden werkelijkheid waarin

 

de dingen niet benoemd maar voor

zichzelf spreken, door tijd bewaakt,

in stilte opgegaan

 

Daar is het ruisen van een trein,

de waterdruppel die gestaag weglekt

uit een verborgen kraan

 

de suizende wiekslag van een vogel

die nacht over de huizen trekt, het slaan

van branding ergens voorbij een horizon

 

dit alles hoorbaar en bevrijdend

met elkaar ruimtelijk in een

aanhoudend woordloos gesprek