INHOUD 
 JOS DE VET
HOME
INHOUD POËZIE
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
BRABANTS
GELUIDSBESTANDEN

Print  Pagina

Jos de Vet

 

Drie vreemde versjes

 

IN TILBURG

 

Steeds gedoe (1)

--------------------

Eerst had je de eerste

die schaar en mes ontwijkt

 

Daarna kwam de tweede

die gans gladhoofdig blijkt

 

Hij die de derde wordt

is kalend en besnord

 

Ko, zo zei mij een profeet,

wordt de ge/vierde stadspoëet

 

 

 

 

MACRO-ECONOMISCH

 

Er zijn, zo lees ik in de krant,

in het bevolkingsbestand

van ons geliefde vaderland

verschillende geledingen.

 

Ik zit in, naar ik nu zie,

de zuinigheids-categorie

en rem onze economie

qua consumentbestedingen.

 

Ook werk ik, volgens de krant,

de vergrijzing in de hand

wat in maatschappelijk verband

bijzonder desastreus is.

 

Als een goedwillend burgerman

vraag ik aan Balkenende ‘) dan

bij deze hoe ik helpen kan,

dus wat voor mij de juiste keus is:

 

wat zal ik aan het volk geven:

mijn geld of mijn leven?

 

 

‘) minister-president van Nederland in 2005

 

 

 

ZORG

 

Ontregeld door het gloednieuwe stelsel

riep ik uit: “Wat een kommer-en-kwel-kul!

Ik snap er geen zak van”.

Hans zei: “Hou je mak, man!

Snap jij dan misschien nooit iets wčl, sul?”

 

Ik beet van mij af: “Ventje Hoogvorst,

wat ben jij toch een treurige Hansworst.

Het is helder dat jij

door je ‘wet-koekoeksei’

met kostbare tijd en ons geld morst!”

 

Hans zei: “Ja, dat mag zo wel wezen,

politiek ben ik wel luid geprezen

door de geldmaatschappij

en mijn eigen partij.

Daar is mijn ster flink gerezen!