John van der Drift - 7 gedichten

---

 

 

Wie zijn kussen

’s morgens kust

goed geslapen

uitgerust

heel gewoon

als eerbetoon

voor het dragen

van zijn bol

’s avonds laat

nog boordevol

zwaar van zorgen

en gedachten

na een nachtje

overnachten

leeg en helder,

licht

doet niet meer

dan zeer

zijn plicht.

 

 

 

Het laatste daglicht

omhelst

de naderende nacht

hoe innig

is de schemer

hoe avondrood

de pracht!

 

Wie zet de tijd stil

op dit vredige moment

dat scherpe schaduwen

verzacht

en vol overgave

op het twinkelen

van de eerste

sterren wacht?

 

 

 

tanend licht

maakt haar

betraand gezicht

wat vaag

 

zie ik

ondergaande zonnen

biggelen

langs haar wangen

naar omlaag?

 

 

 

in de kruipruimte

onder zijn huis

teelde hij uien

~ een poging

bij tekort aan land

 

of :

 

waar gebrek aan licht

toe leidt

want uien zonder licht

huilen scherpe tranen

staan voor

diep verdriet garant

 

hoe die tranen gaten vraten

~ waar verdriet

onwetend woekert

verwordt steen tot zand

 

vlak voor het

vallen van de muren

zag hij aan het schilderij :

er is iets aan de hand……

 

 

 

de wind

die zwijgt vandaag

in alle talen

de aarde houdt haar adem in

 

zelfs de toppen van de bomen

staan bewegingloos te dromen

de stilte heeft het naar haar zin

 

geen geritsel, geen geruis,

niet het razen

van een verre trein

alleen maar het geluid

van deze pen op dit papier

en de hartslag

van mijn zijn

 

 

 

Ochtendritueel

 

Zij schiet haar ochtendjas

in en uit

draait aan kranen

tot warm water de nacht

van haar lichaam spoelt

en droogt zich droog.

 

‘Ik hou van je’

fluistert haar spiegelbeeld

ze kijkt zichzelf

recht in de ogen

‘ik ook van mij’

zegt ze blij

en met een warm gevoel

van binnen

gaat zij haar dag beginnen.

 

 

 

Ik wil alles voor je zijn

je beschermer en je trooster

je stoere rock en rollster

je koffie en je kan

de brede sterke man

op je favoriete poster.

  

Ik wil alles voor je zijn

de noten op je zang

de pukkel op je wang

je uiterste datum

en je fatum

het vele dat je veelt

de sherry-tomaatjes

die je teelt

je la, je mi, je do

je piccolo, je gigolo

de poezen op je vlo

je alles en je niets

het zadel op je fiets.

 

Ik wil alles voor je zijn

je ma en ook je pa

je weldra en je toendra

de push in je beha

je held en je schlemiel

je zaligheid en ziel

je stalker en je alibi

je contactpersoon

in Walibi

je butler en je suikeroom

je nachtmerrie

je zoetste droom

je geheimste gedachte

en het laatste

wat je ooit verwachtte.

 

---