Sjorbandjes
Geluk zit in kleine dingen. Dat weten we natuurlijk allemaal wel, maar
ernaar handelen, ho maar. We blijven altijd maar op zoek naar het grote,
alomvattende geluk. Het geluk dat achter de horizon op ons ligt te
wachten, zo maken we onszelf graag wijs. Dat we er nooit in zullen slagen
achter die horizon te komen, wist bijvoorbeeld de dichter Slauerhoff al in
de jaren dertig van de vorige eeuw. Niet dat hij er rustig van werd,
integendeel. Rusteloos reisde hij over de wereldzeeën, alsof hij er
stiekem toch in geloofde dat ooit de einder voor hem zou wijken. Die
zoektocht heeft prachtige, tijdloze gedichten opgeleverd. Het lezen ervan
kan een hedendaagse lezer nog steeds kortstondige geluksmomenten bezorgen.
Niet alleen geluk zit overigens in kleine dingen. Alles in het leven zit
‘m in het kleine, al klinkt dat een beetje pathetisch. Laat ik me daarom
beperken tot één, heel prozaïsch voorbeeld. Zo’n dertig jaar geleden
kocht ik in een sportzaak in mijn toenmalige woonplaats twee sjorbandjes.
Waarvoor ik ze destijds precies nodig meende te hebben, weet ik niet meer,
maar ik vermoed dat ik ze gekocht heb om te gebruiken voor het opbinden
van bagage tijdens een fietsvakantie met vrienden.
In de loop der jaren heb ik deze rood-wit-blauwe bandjes voor van alles en
nog wat gebruikt. Nog altijd horen ze tot de vaste vakantie-uitrusting en
ze functioneren nog alsof ik ze gisteren gekocht heb. Al staan ze niet op
de door mijn vrouw zorgvuldig samengestelde bagagepaklijst, ik zal nooit
vergeten ze mee te nemen. Waar we ook naartoe reizen, ieder jaar bewijzen
ze meermalen hun nut.
Op vakantie nemen we meestal wat fietsen mee. Die vervoeren we op een oud
fietsenrek dat ik op ons bagagewagentje heb gemonteerd. De sjorbandjes
gebruik ik om de fietsen extra goed vast te zetten. Vorige zomer bleek dat
ze zelfs levens kunnen redden. Na een nachtelijke reis over Duitse
Autobahn en Brennerpas zaten we tijdens de ochtendspits op de vreselijke
rondweg rondom Bologna. Achter ons werd plotseling heftig getoeterd.
Italiaans temperament vermoedde ik, maar ik keek toch even in de spiegel.
Tot mijn grote schrik zag ik dat een van de fietsen nogal schuin naast het
karretje hing. Stress schoot onmiddellijk uit al mijn poriën. Ik wilde
het stuur loslaten en ‘help!’ roepen, maar ik bleef net rustig genoeg
om de auto op de vluchtstrook tot stilstand te brengen.
Terwijl Italianen en vakantiegangers voorbij raasden, zag ik wat er
gebeurd was. Door metaalmoeheid of wat voor oorzaak dan ook was een van de
ijzeren staanders van het fietsenrekje nagenoeg afgebroken. De betreffende
fiets werd nog slechts vastgehouden door de sjorbandjes. Als ik die niet
gebruikt had, was de fiets waarschijnlijk ergens midden in de nacht van
het karretje gevallen. Waar dat toe had kunnen leiden, durfde ik me amper
voor te stellen.
Geluk
zit in kleine dingen. Geluk hebben ook. Deze zomer hebben de sjorbandjes
opnieuw hun dienst bewezen. Op de Franse snelweg keek ik tevreden in de
achteruitkijkspiegel. De fietsen stonden stevig als een huis op het rekje.
Zelfs de voorwielen klapperden niet. Hoogste tijd voor een ode, dacht ik.
Een ode voor de sjorband.
|