INHOUD
TIM STOOP
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
 

Tim Stoop

        


Een grote kaai

In mijn voortuin staat een vlinderstruik die uit de kleine lusthof achter zijn huis aan de van Oldeneellaan komt. Die hebben we uitgestoken toen het te laat was. Te laat om het levensverhaal van Piet Smits uit zijn eigen mond op te tekenen. Zoals we afgesproken hadden. In april 2001 overleed hij, bijna 89 jaar oud.

Hij was er een van de negentien! Elf jongens en acht meisjes werden er geboren uit het huwelijk van Willeke Smits en Sjo Bakx die op 14 mei 1907 met elkaar trouwden. Piet was de vijfde. Ze woonden ooit in een van de kleine huisjes in het stuifzand, niet ver van het klooster van de Franse paters. De Oosterhoutse 'veurhaai.' Willeke de Jood, werd Piets vader genoemd, waarschijnlijk omdat diens vader als marskramer met een bak voor zijn buik langs de deuren leurde. Het is een Godswonder dat Willeke en Sjo altijd kans hebben gezien hun kinderen te eten te geven. Maar daar heeft Willeke dan ook veel voor overhoop moeten halen. Stropen in de polders en rapen op de velden. Een haring moest voor het hele gezin in mootjes gesneden worden. Voor het weekend echter, loste de bakker minstens drie manden met broden.

Joop, een van de vijf zonen van Piet Smits heeft een dik plak- en fotoboek over het leven van zijn vader aangelegd. Voor in dat boek is een polis geplakt van de Algemeene Friesche LevensverzekeringMaatschappij, gevestigd te Leeuwarden. Verzekerd kapitaal: fl. 12,-, uit te betalen na het overlijden van Pieter Smits, geboren op 20 juni 1912.

Ik kies een foto uit het boek. Een kleine bejaarde man die naast zijn fiets uit het beeld loopt. Grijze pet, smalle bretels over zijn witte overhemd. Bagagedrager en zadel zwaar overladen met tassen en zakken. Aardappels, prei, boontjes, kool, sla en bloemen. Gaven van boeren van Vrachelen en Den Hout. Piet kende de boeren goed, de boeren kenden Piet goed. Hij heeft ze vaak geholpen, ook toen hij al wat ouder was. De akkers kende hij vanaf zijn jeugd. Als kind al moest hij met zijn broers en zussen meewerken voor de kost. Bij de boeren. Peeën dunnen, aardbeien plukken, hooien, alles. Piet is het zijn hele leven blijven doen. Het was geen straf, want hij hield van de polders en het akkerland. En hij deed niets liever dan uitdelen van wat hij er vergaarde. Aan zijn kinderen, aan buren, aan kennissen.

Bossen, akkers, polders. Hoeveel uren heeft Piet Smits er niet doorgebracht? Hij heeft er rust gevonden en troost, vooral nadat hij in Mei 1997 zijn vrouw, Anna Sestig met wie hij bijna zestig jaar getrouwd was, verloor. 'Ik ga mijn tranen naar het bos brengen, jongen', zei hij soms tegen zijn zoon en dan vertrok hij op zijn onafscheidelijke fiets. Dan dacht hij terug aan de meer dan veertig jaar dat hij in de schaverij van de Zeemleerfabriek had gewerkt. Aan de onder­scheiding die burgemeester Elkhuizen hem toen had opgespeld. En aan de vele vreugdevolle momenten met Anna en de kinderen. Aan de huwelijksfeesten, aan de kermissen, aan carnaval. Maar ook aan hun getob om aan de kost te komen. Aan het thuiswerk voor de uienfabriek, het juinen met het hele gezin. En vooral ook aan die zwarte dagen in april '79 toen ze hun zoon Tonny moesten begraven. Daar had Piet niet genoeg tranen voor.

'n Jaar of dertig voor zijn dood is Piet Smits met een vreemde hobby begonnen: stenen verzamelen. Veldkeien die rondom Oosterhout in de grond zitten. Hij vond ze in de 'kaaipolder' en op de akkers in Vrachelen en Den Hout. Kreeg ze van de boeren die ze bij het ploegen naar boven haalden. Hij kon ze niet laten liggen. Meestal kon hij ze wel met zijn fiets thuis brengen maar een enkele keer moest het met een auto. Hij stapelde ze in zijn tuin tussen de bloemen, zijn andere liefde. Maar ze waren ook voor iedereen die ze mooi vond. Er liggen er daarom heel wat in Oosterhoutse tuinen. Zorgen, weggeven, van mensen houden, dat hoorde bij Piet Smits. Op zijn gedachtenisprentje staat hij afgebeeld met zijn handen vol zwerfkeien. Staan ze model, die stenen, voor zoveel Oosterhoutse mensen die net als Piet eenvoudig zijn, bescheiden, hartelijk, hulpvaardig, trouw en goudeerlijk?  Er zijn er veel zoals hij die nooit officieel tot 'Grootste Kaai' zullen worden uitgeroepen terwijl het toch keien van mensen zijn. Daarom doe ik dat nu in de persoon van Piet Smits. De vlinders in de struik in mijn voortuin zullen 's zomers van hem blijven getuigen.