Tekst
Het Kermislied
1.
Laat
ons vrienden met elkaâr
te
zamen vrolijk zingen
Want
kermis komt maar eens in ’t jaar
Komt
laat ons dansen springen
Het
geld hoe hoog men het waardeert
Wordt
nu in vrolijkheid verteerd, in
vrolijkheid
verteerd.
Koor*
het geld etc.
2.
Nu
zijn de meisjes uit den brand
Elk
krijgt een knappen vreijer
Die
treft een losse dolle klant
En
die een laffe vleijer
Het
meisje, dat betaalt alles maar,
Want
kermis komt maar eens in ’t jaar
Die
komt maar eens in ’t jaar.
Koor.
Het meisje etc.
3.
Nu
kuijert men langs markt en plein
En
zoo al door de kramen
Dan
gaat men waar de spellen zijn
Verliefd
gearmd te zamen.
Zoo
loopt men rond tot ’s avonds maar
Want
kermis komt maar eens in ’t jaar.
Die
komt maar eens in ’t jaar.
Koor.
Zoo loopt etc.
4.
En
dan naar bal en vauxhal* toe
D’een
uit en d’andere binnen
Verliefden
worden niet gauw moe
De
pret zal eens beginnen
Een
flesch of wat gedronken maar
Want
kermis, komt maar eens in ’t jaar
Die
komt maar eens in ’t jaar. Koor Een fles.
5.
Het
dans en speelhuis opgezocht
Daar
frisch in ’t rond gesprongen.
Want
kijk daar word ook wijn verkocht
Kom
verder doorgedrongen.
Dan
naar de schoone meisjes maar
Want
Kermis, komt maar eens in ’t jaar
Die
komt maar eens in ’t jaar. Koor. Dan.
*
Koor: aanduiding om samen te zingen of te spreken
*
vauxhall = Tot 1835 was dit een befaamde tuin in Londen ter
vermaak. Vandaar later de naam voor een tuin voor publiek
amusement of voor muzikale uitvoeringen in een feestelijk
versierde zaal. |