INHOUD ZUINIGHEID
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print Pagina

Zuinigheid van vroeger - Reacties
Stuur ons uw verhaal over de zuinigheid van vroeger
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Elie van Schilt (Tilburg)

Zuinigheid of schaarste ?

 

Vroeger had niet alles te maken met zuinigheid, tijdens en kort na de oorlogsjaren speelde ook schaarste of het helemaal niet voorradig zijn een grote rol.

De reeds genoemde lekstoppen om potten en pannen te repareren waren in diverse diameters bij loodgieters of de zg. galanterie winkels te koop.

Nieuwe pannen , emmers, wasketels en teilen waren in de winkels niet meer voorradig, vaak werd dan een beroep gedaan op de loodgieter.

Zelf was ik kort na de oorlog werkzaam als leerling loodgieter bij de Fa. P. van Erven en tijdens de uren dat er even tijd voor was bestonden de werkzaamheden uit potten en pannen repareren. Soms door middel van een lekstop, maar ook door vervanging van de hele bodem. Deze werd er dan uitgehakt, het waren toen nog voornamelijk emaillen pannen en met het uithakken van de bodem moest men oppassen dat er geen stukjes email in je ogen terecht kwamen. Onder de pan werd door middel van een felsnaad de nieuwe bodem bevestigd.

Het materiaal aluminium was vaak afkomstig van reservetanks die geallieerde vliegtuigen afwierpen als de inhoud was opgebruikt door de vliegtuigmotoren. Deze reservetanks werden alleen meegevoerd als de geallieerde vliegtuigen heel ver in Duitsland gingen bombarderen.

Ook werden er wel zinken bodems onder pannen aangebracht, toen de zinkfabrieken weer zink gingen leveren, maar gezien het lage smeltpunt was het dan wel oppassen met koken.

Zinken wasketels waarin toen de was werd gekookt en ook wasteilen konden worden ingeleverd bij bepaalde inzamelpunten, oa. Van de Schoot en Merkxs, die gingen dan terug naar een fabriek en daar werden ze dan voorzien van een nieuwe galvanische laag, ze kwamen dan qua uiterlijk terug als spiksplinternieuw.

De binnenkant van koperen pannen, toen vaak gebruikt in keukens van kloosters, restaurants etc. werden door de loodgieter vaak van een nieuwe tinlaag aan de binnenkant voorzien. Het was een smerig en ongezond karwei, want eerst moest dan die pan of ketel aan de binnenkant worden schoongemaakt door middel van zoutzuur en rivierzand, dit gebeurde handmatig, de schuurlap was vaak een stuk van een jutebaal, nee er waren ook geen rubberhandschoenen beschikbaar, dus een loodgieter die vaak met zoutzuur werkte was altijd herkenbaar aan zijn handen.

In die periode was het ook moeilijk om aan tin te komen waar de loodgieter mee moest kunnen solderen.

Hiervoor werden talloze tinnen sierkannetjes, theepotjes en noem maar op, in de smeltkroes van de loodgieter omgesmolten tot tinsoldeer. Veel van die toen omgesmolten voorwerpen zouden nu een goede beurt maken in de etalage van een antiquaar, met daaraan een fors prijskaartje.

Ook werden vaak oude stukken waterleiding uitgesmolten. Vroeger hadden we voornamelijk loden waterleiding, deze was echter om loodvergiftiging te voorkomen aan de binnenkant voorzien van een tinlaag, tin heeft een lager smeltpunt als lood, dus door deze stukken waterleiding een beetje vakkundig te verhitten, kon de tinlaag uitgesmolten worden, die werd dan weer in staven gegoten en die waren ook weer bruikbaar om mee te solderen.

Zo zat er in de Hoogvensestraat een éénmans lasbedrijfje van Doevendans, naar ik meen een oom van de thans nog levende architect, hij was de enigste vakman op lasgebied waar tijdens de oorlog en ook nog daarna de garagebedrijven van Tilburg naar toe gingen met gebroken en gescheurde onderdelen die niet op de normale wijze konden worden gelast. Hij zag kans een gescheurd motorblok te lassen, ook portierklinken en allerlei andere legeringen. Vaak gebeurde het met koper, maar ook vaak met zilver.

De garagehouder moest dan bij het gebroken onderdeel wel een paar vooroorlogse zilveren munten bijleveren om het laswerk uit te kunnen voeren.

Bijna alles, dus niet alleen kleding en schoeisel, werd toen gerepareerd, dus niet altijd uit oogpunt van zuinigheid, maar ook omdat nieuw niet te koop was.

Maar onze generatie bleef nog lang zuinig, ook toen er al wel nieuw te koop was.

 

" Uttis sunt om ut weg te doen, ur is bist nog iets van te maoken "