In mijn kindertijd (ik ben van 1939) werd er door meisjes nogal wat
"gebreje". Wij, mijn twee
oudere zusjes en ik, kregen eens van de Sint ieder één knot wol, maar
verschillend van kleur. Roze, wit en blauw. De bedoeling was dat ieder
van zijn eigen knot drie bolletjes maakte. Door onderling te ruilen had
daarna ieder een roze, een wit en een blauw bolletje.

- 19 augustus 1946.
Duidelijk te zien zijn de reparaties van oorlogsschade aan de gevel. De
kozijnen en de voordeur waren blijkbaar minder belangrijk. In de
'soldatenpakjes': 2e van links: Frans; 2e van rechts: Cor; 3e van rechts
Johna. Broer Christ (achter onze Pa) is in dienst. Rechts naast ons
moeder sta ik! Een week later werd ik 7 jaar! -
Kort na de bevrijding kreeg mijn oudste zus, die coupeuse was, de
beschikking over enkele soldatenuniformen. Die werden gewassen, compleet
losgetornd, gekeerd en geperst en keurig vermaakt tot windjack met
bijpassende korte broek voor drie van mijn broers.
Een gat in een aluminium of geëmailleerde pan werd gedicht d.m.v. een
stop, bestaande uit twee aluminium schijfjes waartegen een schijfje
asbest (!) zat. In het midden hiervan zat een rond gaatje waar een
schroefje met een moertje in paste. Eèn schijfje ging boven het gat op
de bodem, het andere aan de onderkant van de pan; schroef je erdoor en
vastdraaien. Zo kon de pan er weer een tijdje tegen.