Rond de bevrijding van Vught werd ons huis aan de achterkant getroffen door granaatscherven. Mijn moeder stond op het punt van bevallen en wij konden  tijdelijk niet ons huis verblijven. De 4 kinderen werden liefderijk opgevangen bij Opa die met 2 tantes in een groot huis woonde.

Ook de varkenskooi werd door granaatscherven getroffen, het varken was al aardig vet, dus vader besloot om het maar vlug te slachten. Dat zou dus bij Opa gebeuren.

De traditie was dat iemand die het eerst na het slachten de kont van het varken kuste de varkensblaas mocht hebben. Wij hadden die graag, want daar kon je een mooie tjoekepot (rommelpot) van maken.

Nu woonde er ook een neef (zoon van een der 2 tantes) bij opa in. Die was er rap bij, en kustte vlug de kont van het varken, en kreeg de blaas.

Tot op de dag van vandaag vind ik nog oneerlijk, want het varken was van ons!!!

 

Wij zagen in de oorlog ook wel eens parachutes vallen. De mooie witte parachutestof was heel welkom. Toen ik mijn 1ste H.Communie deed had een andere tante de parachutestof blauw geverfd, en er een mooie communiejurk voor mij van gemaakt, met witte rozetten erop. Ik heb er nog foto's van, alleen in zwart-wit dan, maar in mijn gedachten zie ik hem nog voor me in kleur.