Heerlijk
die stukjes over die "goeie ouwe tijd".....
Ik
herinner me, dat ik als 11-jarige (!) (verjaardag eind September
en niet blijven zitten - dus dat kon) mijn Plechtige Communie
mocht doen in ongeveer 1946. Zo groen als gras waren we toen over
het algemeen. Bovendien was het in een dorp als Orthen nòg
strenger en afgescheiden levend van de grote ("verderflijke")
stad 's-Hertogenbosch.
Mijn
moeder wilde ons (2 dochters en 2 schoolgaande jongere zonen)
wegens voor haar geldende redenen op een katholieke school in
Den Bosch doen tegen het einde van de oorlog, ongeveer 1944.
Dat gaf de nodige consternatie en aanvankelijk werd geweigerd om
daarin toestemming te geven.
Toen mijn
moeder dreigde, dat dan haar kinderen naar de
("Goddeloze") Nutsschool zouden gaan, zwichtte men, en
werd haar (en ons) "niets" meer in de weg gelegd.
De
plechtige Communie echter moest t.z.t. dan wel in de parochiekerk
plaatsvinden, hetgeen geschiedde.
Meerdere
keren per week moesten de communiekanten in de kerk tesamen komen.
Meisjes links en de jongens rechts in de banken. Omdat er ook
diverse kinderen bij waren, die al enkele keren waren blijven
zitten en ik me uiteraard als "vreemde" eend in de bijt
voelde, schrok ik hevig, toen er een ouder kind werd weggestuurd,
dat zijn/haar Communie niet mocht doen. Dacht ik: "Zo meteen
sturen ze mij ook weg, omdat ik te jong ben...." Maar dat
gebeurde niet; ik mocht blijven. Werd er ook geen uitleg gegeven
waarom dat kind werd weggestuurd.... (Lijken de spoorwegen van
tegenwoordig wel, hè; moet je vaak ook gissen naar de redenen van
vertraging).
En dan nu
de voorlichting. Heeft die pastoor het steeds over het enten van
bomen en dat die daarna pas vrucht kunnen dragen. Hij legde wel
uit hoe dat in z'n werk ging, maar ik snapte natuurlijk de link
niet naar de geslachtsdaad. Duidelijker taal werd er niet
gesproken en ook thuis was er geen enkele voorlichting. Ik vond,
dat hij maar bleef doorzeuren over dat enten, want iedere keer
kwam hij er weer op terug. En daar moesten we het dan maar mee
doen en in de grote, gevaarlijke stad verder gaan
studeren.....
De
seksuele voorlichting gaf mijn vader mij op een middag, toen mijn
moeder niet thuis was. Ik was aangerand en vertelde dat aan mijn
moeder, die er zo te zien niet op reageerde. Heeft het natuurlijk
aan vader verteld en die zei, dat het tijd werd, dat ik werd
voorgelicht. Zat ik nota bene al enkele jaren op de Mulo.
Hij gaf
mij het boekje "Zeg, meisje, luister eens" met de
woorden het gauw te lezen, want moeder vond het nog te vroeg
om mij dat allemaal te vertellen. Hij zei daarbij, dat als ik iets
niet snapte, dat ik dat aan hem kon vragen. Ik wist wel, dat er
iets tussen man en vrouw moest gebeuren voordat er een kindje kon
komen. Een speelkameraadje (eigenlijk de leidster van de
groep) kwam plots niet meer buiten spelen, ging trouwen in stilte
(!) en na 'n half jaar werd er een baby geboren, terwijl je toch 9
maanden zwanger moest zijn nadat je getrouwd was..... Ik vragen
aan moeder hoe dat kon en kreeg toen als antwoord: "Leer jij
je les maar..." En daarmee was de kous af in die tijd.
Mijn vader
was duidelijk in zijn voorlichting - wilde volledig zijn en
vertelde ook meteen iets over de seksuele behoeften van mens en
dier, om zodoende de eigen soort in stand te houden, alsook iets
over publieke vrouwen, enz. Ik durfde hem niet aan te kijken, maar
was hem wel dankbaar, dat hij de moeite nam om mij e.e.a. te
vertellen.
Hoewel het
mij toen duizelde – ik heb een hele week niet kunnen studeren
- daarna vielen de stukjes van de puzzel in elkaar en was
alles helder en duidelijk.
In 1958,
toen we trouwden en vóór die tijd naar de pastoor moesten enkele
keren, wisten we al wel van wanten en ik kan me herinneren,
dat we gezellige gesprekken hadden. Geen voorlichting, maar meer
over het geloof en (uiteraard) de Katholieke opvoeding van evt.
kinderen.
Mijn man
en ik waren destijds als vrijwilligers werkzaam voor de jeugd in
de parochie van de Bartjeskerk en daar werd je vanzelf wel
door de wol geverfd.
Eén
vrouw, die al 4 kinderen had van 4 verschillende mannen en nog
steeds met kroost bij moeders thuis woonde zei eens: "Onze
Lieven Heer heet gezeed:- Gaot en vermenigvuldig U -. Nou daor heb
ik al mijn best veur gedaon; ik wil nou gin jong meer."
Die had
dus geen voorlichting meer nodig.