Pijltjes
Met
behulp van een elektriciteitsbuis schoten wij pijltjes die gemaakt
werden van papier. In mijn tijd waren dat aanvankelijk nog rode
ijzeren buizen. Later waren die er ook van plastic.
Van
oude tijdschriften, TV gidsen of telefoonboeken, werden smalle repen
geknipt, gesneden of gescheurd. De reep houd je vast tussen
wijsvinger en middelvinger. Een klein beetje steun van de duim. Met
de andere hand wikkel je hem als het ware enkele keren om je
wijsvinger. Met wijsvinger en duim houd je dan het open eind vast en
met de andere hand trek je aan het laatste stuk van de reep papier
tot een soort puntzak ontstaat. Dan rol je met beide handen de
"pijl" op tot het laatste stuk waarna je die met kits
vastplakte.
Je
paste vervolgens of hij in de buis kon. Als hij te dik was scheurde
je er een stukje af. In de buis stoppen, diep ademhalen en met
kracht uitblazen.
Het
doel waarop je mikte waren behalve personen, willekeurige
voorbijgangers of juist alleen bekenden. Maar ook openstaande ramen
van slaapkamers e.d. Als je met een groep was, was het een sport om
er zoveel mogelijk naar binnen te schieten.
Doordat
er een stevige punt aanzat kon dat best zeer doen als je er een
tegen je gezicht kreeg. Ik heb er zelf ooit een in mijn oog gehad
wat tot een operatie heeft moeten leiden. Gelukkig geen blijvend
gezichtsverlies, maar ik zie daardoor af en toe nog steeds kleine
"wolkjes" alsof er iets net voor mijn netvlies zweeft.
De
pijltjes werden meestal gemaakt en meteen weggeschoten anders hield
het speeksel niet. Soms maakte je thuis een voorraadje door de punt
met plakband vast te maken.
Een
enkeling, gelukkig niet veel, deden wel eens een speld in de punt.
Dat zoiets gevaarlijk was is natuurlijk duidelijk.
De
wat meer inventieve knutselaars, maakten soms van de buis een soort
geweer, door er een vizier op te zetten. Een of twee korte stukjes
van de buis er boven en soms ook een handgreep van hout er onder.
Bessen
schieten
Bij
het lezen van de bijdrage voor de proppenschieter, bedacht ik dat
wij ook met bessen schoten c.q. bliezen.
Wij
gebruikten daarvoor lijsterbessen. Tenminste zo noemden wij die.
Deze groeien in trossen en worden uiteindelijk voorrood tot oranje.
Wij schoten er mee als ze nog groen waren.
We
namen er een in de mond. We zetten een stukje tuinslang aan de mond
en met heel diep ademhalen en een korte krachtige stoot lucht kon je
er behoorlijk ver mee schieten. Of als je doel dichtbij was, heel
hard iemand mee raken.
Je
moest tevoren wel uitproberen of hij er goed doorkon, anders was dat
niet prettig bij het uitblazen. Overigens was het "jatten"
van die bessen ook een sport. Die groeiden namelijk altijd in de
tuinen van de mensen die liever niet hadden dat je daar kwam.
Je
kon daarvoor ook kersenpitten gebruiken, maar die waren nog
moeilijker te jatten.
|