Ik woonde in de Tongerlosehoefstraat 91 en, geboren in
1944, deed ik officieel als zesjarige mijn eerste communie. Behoorden
wij voorheen tot de parochie Hasselt, sinds de komst van de nieuwe
parochie Vredeskerk ging ik daar naar de lagere school en deed
vervolgens ook daar mijn eerste communie. Deze parochie, opgericht in
1948, maakte in het begin gebruik van de refter in het missiehuis "De
Rooi Pannen", maar inmiddels was het gebouw dat later de functie van
parochiehuis kreeg, ingericht als kerk. Voorin deze kerk stond een
kleurig mini-altaartje. Zodra je naar de lagere school ging, werd de
dagelijkse kindermis ’s ochtends om half acht, een vast onderdeel van je
opvoeding. Ik was wel zes jaar, maar had mijn eerste communie nog niet
gedaan. Toch werd ik door mijn moeder mee naar de kerk gestuurd, terwijl
op dat tijdstip mijn vader allang naar zijn werk was. Tijdens de korte
wandeling naar de kerk werd ik begeleid door mijn twee oudere zusjes.
Die nieuwe kerk zat op dat tijdstip helemaal vol met kinderen. Op je
knieën, beschermd door een dik vilten kussentje, volgde je de rituelen
voor op het altaar. Tenminste, je probeerde dat, maar dit werd gehinderd
door grotere kinderen die voor je zaten. Wat kon je doen? Volhouden tot
het afgelopen was en vroom zijn. Het moment was gekomen dat iedereen te
communie ging. Hier was ik niet op voorbereid en een vertwijfeling
maakte zich van mij meester. Blijven zitten op mijn plaats of meelopen
met de rest naar de communiebank. Vanuit mijn besluiteloosheid liep ik
mee in de stroom kerkgangers naar voren. Daar deed ik wat iedereen deed
en knielde aan de communiebank, deed mijn handen onder het witte kleed,
om "Onze Lieve Heer" te ontvangen. En zo geschiedde. Terug op mijn
plaats deed ik zoals anderen, handen voor de ogen en "bidden en danken".
Na de mis gingen we terug naar huis om nog te eten voor het naar school
gaan. Het was immers gebruikelijk om nuchter naar de kerk te gaan.
Terwijl we samen in de keuken aan tafel zaten te eten en ons moeder onze
boterhammen smeerde, ging plotseling de keukendeur open. De buurvrouw,
Lien Verkooien, verscheen in de deuropening. Ze kwam ons moeder het
nieuws vertellen dat ze van haar kinderen had gehoord, die natuurlijk
ook in de kerk zaten. Of mijn moeder al wist dat haar zoon op die
ochtend in de kerk te communie was gegaan? Nee dus, want mijn zussen
hadden dat niet verteld en misschien ook wel niet opgemerkt. Hoe mijn
moeder daarop en daarna naar mij toe heeft gereageerd weet ik niet meer.
Wel is dit voorval mij altijd bijgebleven. Op oudere leeftijd heb ik
Lien Verkooien nog diverse malen ontmoet. Toen ik haar dit verhaal
vertelde, was zij het allang vergeten, maar ik niet!
NASCHRIFT
Toen Krelis Swaans later werkelijk zijn Eerste Heilige
Communie deed, kreeg hij, zoals gebruikelijk, een eigen kerkboek cadeau,
waarvan hier de inscriptie door zijn opa:
