INHOUD COMMUNIE
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

Mijn Eerste Heilige Communie
Stuur ons uw verhaal over
uw Eerste Communie-dag
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Jenny Kagenaar-Backx (1946)

Mijn 1e H.Communie deed ik op 31 oktober 1946.

Aan de dag zelf heb ik de beste herinneringen maar wat er aan vooraf ging was vreselijk.

Wij woonden in Kruisland, een klein dorp in West Brabant waar de pastoor de scepter zwaaide.

Op een zondag begin oktober van dat jaar zat ik naast mijn moeder in de noodkerk, want de parochiekerk was gebombardeerd en nog niet herbouwd.

Een paar banken vóór ons waren enkele rijen ingericht voor de schoolkinderen.

De pastoor bad het "Weesgegroet" voor, maar veel te vroeg viel een vrouw achter ons in met: "Hèi-lug-ge Maria".

Heel de groep kinderen keek achterom naar mijn moeder, die de slappe lach kreeg. Ik schaamde me diep en stootte haar aan dat ze niet zo gek moest doen.

Dat werkte nog meer op haar lachspieren. Inmiddels keken de kinderen weer naar mijnheer Pastoor, maar door het ingehouden hijgend en piepend gelach van mijn moeder keken de rijen weer om naar haar waarna ze vuurrood van benauwdheid de kerk verliet.

Ik bleef zitten, was zenuwachtig en kon wel huilen van schaamte.

Daags na deze zondag kwam de pastoor in de klas en zei tegen de Soeur dat ik nà school op de pastorie moest komen.

Met lood in de schoenen belde ik aan en werd door Go de huishoudster naar de pastoor gebracht.

Ik kreeg vreselijk op mijn kop omdat ik me zo misdragen had in de kerk, het was een schande dat ik vlak voor mijn communie God zo beledigd had enz.

Als laatste zei hij dat ik mijn 1e H.Communie niet mocht doen vóórdat ik op het altaar vergiffenis had gevraagd. Ik moest thuis maar eens goed over mijn zonden nadenken.

Toen ik 's avonds op bed lag kwam de angst in volle hevigheid over me heen. Wat moest ik doen!  Als ik Jezus vergiffenis zou vragen voor iets wat ik niet had gedaan, zou ik een doodzonde doen en als ik geen vergiffenis vroeg ging mijn 1e H.Communie niet door.

Dagenlang heb ik hier mee rondgelopen en durfde niets tegen mijn ouders te zeggen. Ik vond het zó zielig voor mijn moeder, die al druk bezig was met de voorbereidingen.

Het zou een groot feest worden want mijn ouders vierden tevens op die dag hun koperen bruiloft. Er was al een feestalbum met liedjes en dergelijke gemaakt met   op de kaft de tekst: Ter ere van de drie feestelingen Gerard, Bets en Jenny. Ook de communieprentjes waren al gedrukt.

Op school werd de situatie steeds moeilijker. De Soeur was ook boos omdat ik zo koppig was. Ik mocht niet meer meedoen aan de voorbereidingen, zoals o.a. het oefenen voor de biecht.

Op de avond nadat wij in Breda mijn communiejurkje hadden gekocht, kon ik het niet langer voor me houden en vertelde mijn ouders, helemaal over mijn toeren, het hele verhaal.

Dezelfde avond nog, ging mijn moeder naar de pastorie. Go zei dat mijnheer pastoor geen prijs stelde op haar bezoek en dat ze maar weer "netjes" naar huis moest gaan.

Mijn moeder liet zich echter door geen paard tegenhouden en liep langs Go de pastoorskamer binnen.

Na een hevige woordenwisseling, waarbij mijn moeder de schuld volledig op zich nam en mij vrijpleitte, wees hij haar de deur met de woorden:" Ik zie je morgen in de biechtstoel".

Na die avond mocht ik weer aan de voorbereidingen meedoen en heb zonder verdere problemen mijn  1e H.Communie mogen doen.