INHOUD COMMUNIE
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

Mijn Eerste Heilige Communie
Stuur ons uw verhaal over
uw Eerste Communie-dag
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

Anoniem (naam bekend bij redactie)

‘Communicantje’

 

Rotterdam, mei 1944

Op school en in de kerk werd druk geoefend voor De Dag. Met alle toen nog in gebruik zijnde ge- en verboden.

Een van mijn tantes bracht een mooie witte lange communiejurk met lange sluier en een kroontje van was voor me mee.

Pech was dat er geen mooie schoenen waren -- dan maar vóór op de fiets met 2 paar witte sokjes over elkaar.

De Dag: ’s morgens vroeg op; wat een spanning! Op de schoorsteen stond een schoteltje met een restje macaroni. Normaal lustte ik dit nooit, maar ja hoor, die morgen pakte ik een paar stukjes en at die op. ‘Help-stom-stom!’ Gegeten en communie doen, dat was DOODZONDE.

Ik vertelde het huilend aan mijn moeder en die was ook overstuur. Gauw, eerst naar de pastorie om met de pastoor of met de kapelaan te overleggen wat te doen. Het feest ging niet door! Een klap om m’n oren van mijnheer pastoor.

Mijn moeder – met gebogen hoofd, en woedend in mijn hand knijpend, met mij naar huis. Huilen, schaamte, een kwade moeder en sussende vader (hij was een rustig type).

De visite naar huis gezonden en niemand die je troostte!

 

De volgende dag naar school. Pijn in mijn buik, ziek van ellende. Bij binnenkomst in de klas werd ik eerst genegeerd door de juffrouw. Toen iedereen op zijn plaats zat, werd het grote nieuws verteld. Oh’s en Ah’s, en niemand mocht met mij spelen! Daarna allemaal naar de gymzaal, waar de hele meisjesschool voor was uitgenodigd. In het midden stond een tafel waar ik op moest gaan staan. Ik werd gehoond door de kapelaan en de kinderen; de leerkrachten deden niets! Nog voel ik die pijn en vernedering.

‘God zij dank’ gingen wij in 1946 verhuizen naar een andere wijk en andere school. Toen de zusters merkten dat ik mijn eerste communie nog niet had gedaan, moest mijn moeder op school komen om te vertellen wat de oorzaak was. En, OH WONDER, de zusters waren níet kwaad op mij. Spoedig daarna mocht ik, na een korte voorbereidingstijd, bij die zusters, in hún kapel, alléen, mijn eerste communie doen. Wat een feest!

De jurk paste nog, en inmiddels had ik ook weer schoenen. Wat waren die zusters lief voor ons. Het was een feestelijke communie, en ik voelde me gelukkig. Wél zag ik dat mijn moeder met haar handen voor haar gezicht zat te huilen – ik denk van opluchting en ontroering.

Ja, Roomse Blijdschap – en laat de kinderkens tot Mij komen --- Wisten we veel in die tijd!

 

Zo, na bijna 60 jaar eindelijk mijn ‘communicanten-leed’ van me af geschreven.