De
Verdoemde
Getroffen
door de bliksem
grijpt
hij naar zijn hart:
het
weerlicht is verblindend,
de
afgrond dodelijk zwart.
Zijn
ziel vliegt als een vleermuis
uit
zijn verkoolde kooi,
fladderend
en vallend,
een
aangeschoten prooi.
Van
God en mens verlaten
-
een doodwond in het hart -
stort
zijn laatste adem
in
't bodemloze
zwart.