Julienne
Huybrechts
Zomergeuren
Als
rodin beeldhouwt de zon
oppermachtig
en teder van stempel
de
stad vol zongebruinde mensen.
een
fiere keel, de trotse dag, klopt behaagziek
onder
de speelse vingers van het carillon.
straten
en pleinen wijder dan winden
gaan
blootsvoets langs de warme huizen.
de
bomen staan dichtgeweven van geluk
zie,
hoe behoedzaam halen zij adem
boven
het veelkleurige lichaam der stad,
hoe
ingetogen ontdekken zij aan zichzelf
de
verten vol uitheemse geuren.
in
hun armen koeren de duiven
koeren
de duiven met de stemmen
van
het reislustige leven.
den
bosch, danseres op spitse torenvoeten
muze
in het nieuwe kleed van zomergeuren,
den
bosch, bij avond een pastellen droom
bij
dag een open kloppend hart.