INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Geschreven stad

Theresiaplein - door Tjeu Cleutjens

 

Ik vond het Theresiaplein vroeger altijd een beetje een 'deftig' plein. het lag zo mooi aan de voorkant van de Theresiakerk. Prachtige bomen, waaronder een grote treurwilg en rozenperken in het gras. Met wandelpaden, keirecht, ik geloof van gemalen schelpen. Vier zitbanken, in elke hoek een.

Wij woonden aan de achterkant van de kerk op het Schaepmanplein, óók mooi, niet deftig, alleen maar gewone pronte mensen.

Op het Theresiaplein woonden toen nog meer de gegoede burgers, dacht ik altijd. Aan twee kanten huizen met tuintjes ervoor. Aan de derde kant herenhuizen, waarvan een zelfs met een groot rondgebogen raam. Tsjonge!

Maar de mooiste kant van het plein was die, waar de Theresiakerk stond, van architect Valk uit 's Hertogenbosch, gereedgekomen in 1930.

Je kon zo mooi om het plein heen wandelen of gezellig over die paden, even op een bank gaan zitten en kijken naar de kerk, de huizen, de rozen en de mensen van toen.

Naast de kerk de grote pastorie, waar zeker twee illustere pastoors de scepter hebben gezwaaid. De bouwpastoor W.P.A.M. Mutsaerts, de latere bisschop van 's Hertogenbosch. Hij werd tot bisschop benoemd op 3 mei 1942. "Nou worden we ons goei pastoorke kwijt", zeiden de mensen. Niet iedereen deelde die mening!

Ik kan zijn voorletters in ieder geval nu nog steeds dromen. Het was er bij ons zo ingepompt: het geloof, de kerk, de pastoor.

Monseigneur Mutsaerts kwam na zijn bisschopswijding nog verschillende jaren de plechtigheden van de Goede Week in 'zijn' kerk celebreren. Ik was dan misdienaar en mocht dan 'kruipengel' zijn: heel gewoon kaarsendrager.

Mutsaerts werd als pastoor opgevolgd door de latere regent van het kleinseminarie, monseigneur drs. G.P.J. Bannenberg. Ook niet mis! Een paar dagen na zijn inhuldiging werd hij door de Duitsers weggevoerd als gijzelaar naar Haaren. Na de bevrijding is hij korte tijd verbindingsofficier geweest in het nieuwe Nederlandse leger, en stapte soms kordaat in zijn uniform over de pleinen, voor én achter de kerk.

In de oorlog kwam, ook in het plantsoen van het Theresiaplein, het beruchte bord 'Voor Joden verboden' te staan. Ik kan me daar nu eigenlijk nóg kwaad over maken. Waarom heeft niemand het er gewoon uitgerukt?

Lichtprocessies soms rond het plein met bruidjes en veel wierook. Binnen de lage tuinmuren van de kerk was een rustaltaar gebouwd, waarop elke processie eindigde met de zegen van het Allerheiligste. Alsof ik vertel uit een vorige eeuw.

Op het Theresiaplein kenden wij maar weinig mensen. Eén familie slechts: De Jong, op nummer 18. Zij waren op het Schaepmanplein, óók op nummer 18, onze buren geweest. Hogerop geklommen dus!

Mijnheer De Jong - zo noemden wij onze oude buurman altijd - had een belangrijke kantoorfunctie in, natuurlijk, een wollenstoffenfabriek. Bijna iedereen in de wijk kende hem ook als 'dokter De Jong'. Dat kwam door zijn prominente lidmaatschap van de 'EHBO Petrus Donders'. Mochten wij ons ooit branden aan de kachel of een gat in onze kop vallen - "hoofd" zei men op het Theresiaplein - dan was het altijd: "Ga maar gauw naar mijnheer De Jong."

Wij gingen nog dikwijls bij hen op visite. Zo'n mooi groot huis, zoveel kamers, een zolder, boeken, een Monopoly-spel, een lieve mevrouw De Jong, en ook nog vier dochters en een zoon! Ik was thuis maar alleen, vandaar!

Op een oude foto, nog van voor de oorlog, een Theresiaplein waar gevlagd wordt. Het zal wel 31 augustus geweest zijn, Koninginnedag: Wilhelmina. Op ons plein hadden wij geen vlaggen.

Ik zie het Theresiaplein nog stralend liggen, 's zomers maar ook 's winters in de sneeuw, als wij 's morgens na de kindermis van half acht, naar onze lagere Pius X-school toespeelden, en later met zware boekentassen en de drollenvanger aan richting Sint-Odulphuslyceum stapten.

De deftigheid van het Theresiaplein is na zoveel jaren wel verdwenen maar het blijft een heel mooi plein met stadsvilla's in de oude Theresiakerk. Het plein mist nu de rechte paden, de zitbanken, én de treurwilg; is vol ingeplant met struiken, waar nieuwe paden zich doorheenslingeren.

Ik zou best nog eens naar 'dokter De Jong' willen lopen, met of zonder gat in mijn kop, liever dan langs dat bord uit de bezettingsjaren: 'Voor joden verboden'.