Als
ik eraan denk hoeveel boekhandels ik in het centrum heb zien veranderen
en verdwijnen, voel ik me behoorlijk oud.
Zo
weet ik nog goed hoe Gianotten een tamelijk intiem winkeltje op de Korte
Heuvel was. En dat het ondenkbaar was dat dat winkeltje ooit het grote
Pillot op de Heuvel (in dat pand waar later achtereenvolgens Burger King
en Quick tegen McDonalds het onderspit moesten delven) zou
wegconcurreren.
Ook
weet ik nog dat Livius, toen nog Vrije Boekhandel geheten, een obscuur
zaakje in de Heuvelstraat was, waar een boek alleen verkocht mocht
worden als de auteur links genoeg werd bevonden. En dat die zaak
gevestigd was naast een punk/new wave-boetiekje dat Par Par of zoiets
heette. Blijkbaar zocht soort soort.
En
ik weet nog dat De Boekelier een filiaal in de Juliana van
Stolbergstraat had.
Een
boekhandel die me ook nog helder voor de geest staat, is Interpers op de
Oude Markt.
Bij
Interpers stond achter de toonbank een altoos onberispelijk geklede man
met grijzend brillantinehaar, die niet de eigenaar doch wel het gezicht
van Interpers was.
Ik
geloof dat-ie De Leeuw heette.
Snotjongens
als ik waren voor meneer De Leeuw een gruwel. Als ik de winkel betrad,
volgde hij mij met argusogen. Wanneer ik het waagde om een boek in te
zien, riep hij onmiddellijk: "Jongeman, leg dat boek eens
terug!"
Zijn
angst dat ik een boek zou beduimelen of beschadigen, was enorm.
Bovendien had ik waarschijnlijk toch geen geld, en dat ik wellicht een
toekomstige koper zou kunnen zijn, was toen toch nog niet rendabel. Soms
verbood meneer De Leeuw mij echter niet enkel om praktische, doch ook om
morele redenen om een boek door te bladeren.
Zo
ontplofte hij bijkans toen hij zag dat ik de discreet onder het
tijdschriftenrek weggemoffelde illegale seksparodieën van Suske en
Wiske ontdekt had. "Jongeman!" bulderde hij. "Leg
onmiddellijk dat boek terug! Dat is ab-so-luut niet voor jou
bestemd."
Zo
was 't maar net. De boekjes waren bestemd voor ranzige Vlamingen, die
van heinde en ver kwamen om de hitsige avonturen van Willy Vandersteens
geesteskinderen op de kop te tikken.
Meer
dan eens heb ik groepjes Belgen bij Interpers (dat kennelijk de
alleenverkoop voor heel Zuid-Nederland had) stapels van die boekjes zien
kopen, gierend van smoezelige voorpret om de voorpagina waarop Wiske zat
te zuigen aan het buske van Suske.
Meneer
De Leeuw bleef hier altijd stoïcijns onder. "'t Is dat 't geld
opbrengt", zag je 'm dan denken.
Minderjarigen
die de felbegeerde seksstrip wilden kopen, kregen bij meneer De Leeuw
echter nul op het rekest, hoe groot de potentiële afzetmarkt bij stoere
pre-puberale jongetjes ook was.
Dat
sierde hem. En, achteraf bekeken, sierde het hem ook dat hij mij nooit
een boek liet inkijken. Want door dit consequente verbod ontstond bij
mij het idee dat een boek kennelijk iets heel bijzonders en iets heel
kostbaars was.
Wellicht
heb ik mijn liefde voor het boek wel te danken aan meneer De Leeuw, een
toonbeeld van opvoedkunde.