INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Geschreven stad

De Kluit - Door Joep Eijkens

 

De Nieuw Lovenstraat bestaat niet meer, hij liep in het stuk niemandsland tussen wat nu Gershwinstraat heet en Centaurusweg aan de rand van Industrieterrein Loven. Ook in 1967 lag café De Kluijt al aan een doodlopende weg.

Jo en Rika Kluijtmans waren broer en zus. Maar daar kwam ik ook pas achter toen Rika vertelde over Louis. Wij waren vaak de enige klanten: een stel middelbare scholieren die van vogels hielden en soms al om vijf uur in de ochtend de Rauwbraken introkken om te kijken naar bonte strandlopers en zwarte sterns.

Zelf ging ik wel eens in mijn eentje 's avonds naar De Kluijt. En dan zat er bijna altijd Fransje. Een kop met glimmend achterover gekamd haar en waterige ogen. Hij zat steeds op dezelfde donkere plek achter de kachel, het gezicht verlicht door de tv die keihard aanstond omdat Jo niet goed kon horen. Fransje haalde altijd zelf z'n pilsje uit de kelder. De tap deed het al lang niet meer. De opgezette buizerd in de glazenkast erachter was ook al jaren in de rui.

Fransje vond hier zijn thuis. Rika deed niet moederlijk tegen hem maar Jo bracht hem wel eens 's nachts na het Wilhelmus met zijn oude Opel terug naar huis. En als hij dan weer terugkwam en de auto in de onder de klimop verscholen garage had gezet, liep hij soms nog even de dijk op naar het moeras. Om naar de boomkikkers te luisteren in de lente. Of naar de overtrekkende rietganzen in de winter.

Maar sinds de zomer van 1965 was er een ander geluid bijgekomen. Het geluid van waterpompen die de hele nacht doorwerkten. Ze waren aan de kant van Berkel-Enschot begonnen de oude leemputten van de steenfabrieken van Stevens en Claesen dicht te gooien en het moeras op te spuiten met fijn geel zand. Zeezand. En hier en daar leek het al op een stukje strand. 'Alleen de golven nog en we kunnen pootjebaden in zee', zei Jo wel eens tegen Rika.

Maar Rika hield niet van die grappen. Ze had de laatste tijd last van evenwichtsstoornissen en ging niet meer wandelen. Zelfs niet in de theetuin waarvoor ze toch enkel maar de weg over hoefde te steken.

Ze haalde liever haar foto-albums voor de dag. Prachtig was het geweest. Nergens in heel Tilburg hadden ze zo'n mooie theetuin gehad als hier aan de rand van de Rauwbraken. De kieteltuin werd hij genoemd. Vanwege de vrijende paartjes. Trouwens ook de speeltuin was een begrip. Maar na de komst van de Efteling was het wel veel minder geworden. Vooral die ene foto van dat bankje van beukenstammetjes onder de paars bloeiende rododendrons vond ze mooi. Hoe vaak had ze daar zelf niet gezeten na sluitingstijd, luisterend naar de nachtegalen? Ja, ook wel met Louis. Maar zijn portret sloeg ze liefst over. Ze had het al eens uit het album willen verwijderen, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen. Het was mooi geweest en zo moest het ook blijven.

Maar nu de stad dichterbij begon te komen, werd het allemaal anders. Jo had al plannen om te verhuizen, maar zij wilde er niet weg.

 

Rika was al dood toen Jo een huis kocht in Moergestel. Ik heb hem daar nog een keer opgezocht. Het was een grote villa, eigenlijk veel te sjiek voor hem. Maar gelukkig had hij de oude tapkast meegenomen. Fransje kwam ook nog wel eens, maar het was niet meer zoals vroeger. Al liep Jo nog steeds in zijn beige stofjas, geloof ik.

Waar het café lag, ligt nu sportcomplex De Kluit. Maar de rododendrons zijn er nog.