INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Geschreven stad

Noordhoekring - Ed Schilders

 

Tegenwoordig is de Korte Schijfstraat langer dan de Lange Schijfstraat. Dat komt doordat de Lange Schijfstraat indertijd voor een deel, van de Spoorlaan tot de Bredaseweg, is omgedoopt in Noordhoekring. De wegen van Publieke werken zijn al net zo ondoorgrondelijk als die van de Heer. Vele Tilburgers zijn dus, net als ik, schoolgegaan op het Sint-Odulphuslyceum, gelegen aan de Lange Schijfstraat.

In die tijd, halverwege de jaren zestig, toen het Odulphus nog bestuurd werd door Jos Brands, afstammeling in de rechte lijn van P.C. de Brouwer, man van het Brabants bont bij uitstek, rector die tweemaal per jaar zijn scholieren toesprak met 'mannenbroeders'. Dus: mannen waren wij, zij het noodgedwongen zonder vrouwen, want net als gemengd zwemmen, was ook gemengd schoolgaan in die tijd nog taboe.

Het Theresialyceum, bevolkt door vrouwenzusters, was toen nog niet gevestigd waar het nu staat, maar op de Oude Dijk, bij de zusters van Liefde. Op de Oude Dijk huisde ook nog een aantal andere meisjesscholen, maar de meisjes van het Theresia hadden zonder twijfel het mooiste schoollied. Daaruit deze regels:

Laat, heer, uw oog hier steeds aanschouwen

Een reine jonge meisjesschaar,

Die staag in deugd en wijsheid groeie

In rijken bloei van jaar tot jaar...

De Odulphianen, hadden weliswaar een manhaftiger schoollied - "Odulphuslyceum wij zweren jou trouw, / Wie onzer zal jou ooit vergeten" - maar het valt niet te loochenen dat menig zanger onder ons die getrouwheid aan de heilige Odulphus graag wilde inruilen voor een onkuise blik op die reine meisjesschaar die dagelijks vanaf de Oude Dijk door de Lange Schijfstraat fietste. Dat kwam zo.

Precies om twaalf uur liepen alle meisjesscholen van de Oude Dijk leeg, vijf minuten eerder dan het Odulphus, waar eerst nog het Angelus gebeden moest worden. Met als gevolg dat de reine jonge meisjesschaar die op de fiets naar Tilburg Noord moest om daar haar boterhammen te nuttigen, het Odulphus passeerde als daar de poort na het Angelus openging. Zo liep de fietsroute nou eenmaal. En zo, denk ik, zijn er meer verkeringen tot stand gekomen dankzij de plattegrond van Tilburg, dan je zou denken. Want zodra die meisjesschare voor het Odulphus vaart minderde, voegde menig Odulphiaan netjes in, om op te fietsen naar de Spoorlaan of verder. Want gemengd zwemmen en schoolgaan was dan wel nog taboe, er stond niets in de politieverordening dat gemengd fietsen verbood.

Zo is het in mijn herinnering. Dertig jaar lang alweer. God weet dat ik idealiseer. Maar ik idealiseer niet ten onrechte. Want het was winter, net als nu, en zij fietste haar bevriezende adem achterna, een korfje voor haar boekentas aan het stuur. Ze droeg zo'n enorm lange, geblokt gebreide sjaal, dubbelgeslagen om haar hals. Rood en wit, langer dan de langste Schijfstraat. Brabants bonte hals, denk ik achteraf.

Rood-witte engel in een schaar van reine maagden. Laat dit, o heer, tot het einde van mijn dagen mijn herinnering zijn. Aan de Lange Schijfstraat. Aan Sint-Odulphus. Aan Brabants Bont. Aan haar, in rijken bloei van jaar tot jaar.