INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Geschreven stad

Warandelaan 1 - door Janna de Ruiter

 

Het moet in de grootste tent op het grasveld zijn geweest dat ik voor het eerst met het fenomeen literatuur in aanraking kwam. Een lange man met een indrukwekkende, zwarte baard stond op een geïmproviseerd podium met luide stem gedichten voor te dragen, waar ik niet zoveel van begreep. Maar af te lezen aan de reacties van de omstanders, die zich in de krappe tent verzameld hadden, waren ze erg grappig.

Iedere zomer, als de eendjes uit de vijver naast de aanwezige bezoekers loom in het gras achter de betonnen gebouwen lagen, werden door stichting TEST op het grasveld achter de universiteitsgebouwen van de KUB de jaarlijkse kunstoptocht en het bijbehorende festival gehouden. Een waardige invulling van de leegte die het sluiten van de oude dierentuin had achtergelaten. Vanaf het moment dat ik groot genoeg was om op eigen benen te blijven staan, bezochten wij deze parade.

Lang heb ik gedacht dat alle studenten (in mijn ogen toen nog verre, vreemde wezens) er zo bijliepen als de kunstenaars-in-optocht: deze bewogen zich voort in felgekleurde kleding, in door ijzerdraadconstructies bijeengehouden omhulsels, met paars geverfd haar en geschminkte gezichten. En dat het grote grasveld (voor deze gelegenheid met circustenten, bier en mensen bezaaid) gewoonlijk bijna leeg was, op de eenden na, wist ik ook niet.

Het voelde altijd alsof je vreemd gebied betrad, wanneer je je met je fiets vanuit de stad langs de universiteitsgebouwen een weg naar de ingang van de Oude Warande baande. En zo voelde het ook om tijdens dat jaarlijkse spektakel je door de gebouwen en op de grasvelden van de universiteit te begeven. De universiteit leek een plaats te zijn die niet van deze wereld was: een vreemde eend in de Tilburgse bijt.

Tien jaar later kwam ik erachter dat studenten in Tilburg jammer genoeg ook maar heel gewone mensen zijn, en in het dagelijks leven niet extravagant en grandioos versierd over het KUB-terrein rondlopen. Maar eens te meer blijkt dat de KUB een wereldje op zich is. Wanneer ik mijn medestudenten vertel dat ik tussen het Tilburgse dialect ben opgegroeid, willen ze me niet geloven. De buurt rondom hun studentenhuis heeft hen doen geloven dat alle Tilburgers met badslippers, gouden kettingen en in korte broek door het leven gaan. Of in ieder geval met een zwaar accent.

Van de TEST-tijd is, wanneer je de campus rondkijkt, niet veel meer terug te vinden; het lijkt alsof de oude tijden in rook zijn opgegaan. Hoewel ik me wel eens afvraag, als ik rond etenstijd de mensa rondkijk, of de vroegere aanwezigheid van een dierentuin zijn sporen niet heeft nagelaten.