Hoe
minder mensen dit stukje lezen, hoe beter. Des te rustiger zal het
blijven op mijn favoriete plek in Tilburg. Om er te komen dien ik maar
een hoekje om te gaan. Hoekje Noordhoekring-Bredaseweg. Voor de ingang
kijk ik op tegen de twee engelen die al meer dan een eeuw het einde der
tijden aankondigen. Met hun permissie ga ik de drempel over. Zo deze
necropool binnenkuierend, stap ik tevens het verleden van Tilburg
binnen. Het rijke roomsche leven is hier nog prominent aanwezig, maar
ook 'de textiel'. De zerken preken geannoteerd bijbels over
vergankelijkheid en het verdiende loon na dit tranendal. In het zweet
des aanschijns, het Boek Job, de Apocalyps van Johannes, wijze woorden
van Augustinus, stichtelijkheden en vingertjes voor ons achterblijvers -
het is er bloedserieus.
Honden
horen hier niet thuis. Loslopende kinderen ook niet, bleek een tijd
geleden. Bij het naderen van de neoclassicistische grafkapel van de
familie Mutsaers, rechts voor, kromp mijn hart ineen. Waar eens vier
prachtig gekleurde glas-in-loodraampjes zaten - voorstellende de drie
theologische deugden plus Christus als de Alheerser - gaapten nu vier
tochtgaten. Binnen in de kapel lag de oorzaak: stenen. Moedwillig waren
de raampjes aan diggelen gegooid. Om te janken, een van de mooiste
monumenten van de stad. Navraag leerde dat de vandalen op heterdaad
betrapt waren. (Heel langzaam de nageltjes uittrekken met een gloeiende
tang, wilde ik nog opperen, maar ik hield me in.) Tevens bleek dat het
kerkbestuur met de handen in het haar zat, want hoe te reconstrueren als
er geen opnamen van waren? Die bleken echter wel te bestaan, ikzelf
namelijk had er detailfoto's van gemaakt. Aan de hand daarvan konden de
raampjes hersteld worden. Een geluk bij een ongeluk, zoals dat heet.
Ik
kom er graag. Niet omdat ik zo godsdienstig ben, maar omdat er zo veel
interessants te zien čn te lezen is. Al met al vormt deze dodenakker
een speciaal museum om de wortels van Tilburg te leren kennen! Maar laat
ik me inhouden, anders wordt de deur er nog platgelopen, en ik wilde het
er juist rustig houden. En ja, ik wil er zelf ook terechtkomen. Over
heel, heel, heel veel jaren.
De
afgelopen jaren heb ik over diverse doodsculturele aangelegenheden
gepubliceerd. Interessant voor de media, bleek. Specialist ben je al
snel, dat bleek ook. Enkele vragen keerden regelmatig terug. Wat ik nu
zelf wilde: begraven of gecremeerd worden. Het eerste natuurlijk, ik zal
daar een beetje mijn eigen markt bederven. Wat ik dan wel op mijn graf
wilde? Met een obelisk probeerde ik nog grappiger uit de hoek te komen:
'zo'n erectie richting hemel'. Of ik ook al een tekst klaar had? Nee,
dat niet. Tijdens de doop van het boekje Literaire Wandelroute
Tilburg (uiteraard inclusief deze plek vanwege de talloze citaten, van
Gezelle tot Marsman, van de Bijbel tot Shakespeare - een mooie
speurtocht!) vertelde ik dit in het gezelschap van enkele collega's.
Waaronder dichter Ko de Laat. Spontaan rispte die het antwoord der
antwoorden op:
Hier
ligt Cees van Raak.
Ze
vroegen hem zo vaak:
wat
wilt u op uw graf?
Daar
is-ie nou vanaf.
Zo
komt er gelukkig toch nog wat humor om het hoekje kijken.