INHOUD DE CROON
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

Print Pagina

Gerard de Croon
Wapperende togen (aanvulling)

Een kroniek van ervaringen met en herinneringen aan de fraters van Tilburg

 

Toneelstuk in april 1958

Sacramentsparochie Tilburg

Onderstaande foto is door een misverstand  niet  geplaatst in de Cubra-publicatie Wapperende Togen, terwijl de tekst van het onderschrift onder een andere foto terecht is gekomen.

 

De foto laat een scène zien  uit  een toneelstuk opgevoerd door leerlingen van  de vierde klas van de Don Boscoschool ter gelegenheid van het zilveren jubileum van de Sacramentskerk in Tilburg in april 1958. Op het schilderij is de kerk afgebeeld compleet met fiere torenspits. Die laatste is ondertussen verdwenen. Op de foto herken ik op de voorgrond  aan de voet van het schilderij Joost Taverne en Raymond van Gorp. Met ‘koningsmantel’ naast het schilderij staat Rob van den Nouweland, de latere rector van het Theresialyceum. Van de namen van de andere jongens ben ik niet zeker. Volgens mij is de jongen rechts achter het schilderij Hans Hoes, de latere acteur. De jongen uiterst rechts is, geloof ik, Rob Ketelaars.

--------

Het schooljaar 1957 – 1958 was het laatste jaar waarin de fraters actief waren op de school. Op het einde van het jaar namen alle fraters afscheid. Een tijdperk werd daarmee afgesloten.

 

Ze werden  in sept. 1958 opgevolgd door de lekenonderwijzers die al aan school verbonden waren en door nieuwe leerkrachten. Slechts één onderwijzer haakte af. Dat was Frans van den Nouweland, de vader van de hierboven genoemde Rob. Hij ging werken op een uloschool. Het hoofd van het nieuwe team werd de heer Frits ( of Fred)  Broné. Er kwamen twee dames bij: Ans Spierings en Marlies Olling(h).  Als nieuwe mannelijke collega's voegden zich bij het team:  Jan Pallandt

( afkomstig uit de Sacramentsparochie), Lex Schuurmans, Sjef Swagemakers en Piet Oomen . De andere ( al aanwezige)  onderwijzers waren: Ruud Dankers, Wim Appels en Gerard de Croon.

 

Frits Broné werd geboren in 1910 en hij is gestorven in 1991. Hij wilde vanaf het begin grote veranderingen invoeren in het onderwijs op de Don Boscoschool, waarbij de indeling van de leerlingen in drie niveaus wel het meest opvallende kenmerk was. Ook de oude rapporten werden afgeschaft. Voortaan zouden de vorderingen van de leerlingen alleen met p (prima) , g ( goed), v ( voldoende),  o ( onvoldoende)  en s ( slecht) aangegeven worden.  Alle leerkrachten werden gestimuleerd om het onderwijs te centreren rondom thema's, zoals Sint Nicolaas, de lente enz. Daar hadden de medewerkers wel hun handen aan vol, want ze konden in zo'n  "projectperiode" niet terugvallen op de vertrouwde methodeboeken voor rekenen, taal, aardrijkskunde en geschiedenis, maar ze moesten hun eigen leermateriaal ontwikkelen. De vloeistofduplicator op de bovenverdieping van de school draaide dus op volle toeren.

 

Broné had zijn opleiding ontvangen in België en was daar ook als onderwijzer werkzaam geweest. Hij was zeer beïnvloed door de pedagoog Decroly die een soort onderwijs propageerde waarbij leerlingen les kregen  op een manier waarbij de vakken sterk geïntegreerd waren. Daarbij moest het gaan over onderwerpen die al bij voorbaat de belangstelling van de leerlingen zouden hebben. Decroly noemde die  onderwerpen "belangstellingscentra". ( centres d'interêt)

Broné bracht deze ideeën op zijn school meteen in praktijk. Een van de eerste totaalprojecten was de hierboven al genoemde Sint Nicolaas, als ik me goed herinner. Ik ben  voor mijn eigen klas weken zoet geweest met het verzamelen van materiaal dat op een of andere manier in verband gebracht kon worden met onze belangrijkste volksheilige. Lessen in rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis, ja zelfs gymnastiek  moesten een duidelijk verband hebben met Sint Nicolaas. De collega's waren op hun beurt bezig voor hun klassen.

De aanpak van Broné stuitte – zeker aanvankelijk – op vrij veel verzet, vooral ook bij de ouders, maar niet bij hen alleen.  Alleen al het feit dat de prestaties van hun kroost niet meer in cijfers werden uitgedrukt, leverde enorm veel commentaar van de ouders op. Broné zette door en slaagde er min of meer in zijn ideeën door te voeren. Ik ben zelf maar twee jaar onder dit regiem werkzaam geweest ( 1958 – 1960) en heb geen idee of de onderwijskundige aanpak van Broné daarna is gecontinueerd en of die succesvol is geweest.

 

Gerard de Croon, 28 mei. 2004