INHOUD DE CROON
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

Print Pagina

Gerard de Croon
Wapperende togen 11

Een kroniek van ervaringen met en herinneringen aan de fraters van Tilburg

 

Hoofdstuk 11

Overleden fraters van de St. Janschool:
fr. Wilbertus, fr. Aurelio en fr. Ermericus

Ik vind het gebruik in de katholieke kerk om een gedachtenis- of bidprentje te maken voor een overledene een goede zaak. Familieleden en vrienden zullen er in het algemeen zuinig mee omgaan en het af en toe ter hand nemen om even stil te staan bij het leven van de dierbare overledene. Vaak zal dat ook leiden tot het overwegen van de eigen sterfelijkheid en tot de vraag: “Wat voor goeds kan men straks op mijn prentje over mij vermelden?”

Dankzij de goede zorgen van frater Jan Heerkens kan ik beschikken over kopieën van de gedachtenisprentjes van “mijn “overleden fraters. Met meer dan gewone belangstelling heb ik gelezen wat medebroeders en/of familieleden hebben opgeschreven over de overledenen. Hieronder zal ik aandacht besteden aan deze teksten en er flink wat uit citeren.

Frater Aurelio

De frater met wie ik deze publicatie begon ( hfdst 1) is frater Aurelio. Op zijn bidprentje vind ik de volgende persoonlijke gegevens: Gijsbertus Gerardus Petronella Verbunt werd geboren in Dongen op 24 april 1919. Hij begon aan het noviciaat bij de fraters CMM in september 1937 en legde zijn geloften voor het leven af op 15 augustus 1942. Hij is 48 jaar werk­zaam geweest op de Nedertandse Antillen. De overheid erkende zijn verdiensten door hem te benoemen tot Ridder In de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij overleed op 14 december 2000 in het St. Elisabeth-ziekenhuis te Tilburg . Hij werd begraven op het kerkhof van de fraters op het Landgoed Steenwijk te Vught.
Ik citeer:

“ Na een intens gebruikt leven werd Aurelio tijdens de laatste dagen voor Kerstmis opgeroepen om dit feest te komen vieren bij zijn Heer en Schepper.Hij was een man, in diepste wezen geraakt door zijn God, niet met grote woorden of indrukwekkende speeches, maar in zijn er-zijn-voor-vele­ mensen, groot of klein, in zijn werklust op vele scholen, later in bestuurlijke functies en in zijn samenleven met medebroeders.
We zagen bij hem wat de combinatie van zakelijke nuchterheld en warme betrokkenheid kunnen betekenen voor trouw in turbulente tijden.

Frater Aurelio heeft de opbouw, de bloei en de afbouw van de werkzaamheden van de Fraters op de Antillen meegemaakt. Bijna veertig jaar had hij daar een leidende functie en het verlaten van zijn geliefd Curaçao heeft hem ongetwijfeld veel gedaan. Maar realiteitszin en onbaatzuchtigheid waren de kleuren van zijn trouw. Altijd bedacht op een zorgvuldige zakelijke overdracht aan de opvolgers Altijd met persoonlijke zorg voor elk van zijn medebroeders.

Op het Generalaat hebben we de laatste vijf jaar van Aurelio meegemaakt. Met bewondering heb­ben we gezien hoe creatief hij op een nieuwe manier toch weer die weg van barmhartigheid en broederschap trouw bleef vervolgen. Hij zag wat er gebeurde, het raakte hem en hij kwam steevast weer in actie.

Het laatste jaar heeft hij veel getobd met zijn gezondheid en zijn dood kwam ook voor hem als een verlossing.

Dankbaar zullen wij, zijn medebroeders en familie en vele vrienden, hem blijven gedenken.”

  Wat me opvalt is dat frater Aurelio een heel hoge onderscheiding heeft gekregen. De jongeman van 23 bij wie ik in 1942 in de eerste klas van de lagere school zat en van wie ik de grondbeginselen van het lezen en het schrijven heb geleerd blijkt dus een algemeen erkende persoonlijkheid te zijn geworden. Op het Internet ontdekte ik ook dat een grote scholengemeenschap op de Antillen naar hem genoemd is. De tekst van het bidprentje geeft aan dat frater Aurelio ondanks zijn grote loopbaan een eenvoudig en dienstbaar iemand is gebleven.

Frater Maria Ermericus

Op zijn bidprentje lees ik dat hij in de wereld Henricus Paulus Antonius van Gemert heette. Hij werd geboren te Grave op 25 november 1913. Hij werd lid van de Congregatie der Fraters van O. L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 1 september 1931 en overleed te Tilburg op 25 december 1977. Hij werd begraven op het kerkhof van de fraters bij "Huize Steenwijk" te Vught.

De tekst luidt als volgt:

“De Kerstklokken die dit jaar de gelovigen op­riepen om Christus' geboortefeest te komen vieren, hebben het leven van frater Ermericus uitgeluid. Even na middemacht is hij van ons heengegaan en kwam er een einde aan zijn leven, dat hij welbewust niet voor zichzelf heeft geleefd. Zonder doodsstrijd is hij ingeslapen. Een rus­tig heengaan na een rusteloos, arbeidzaam en vruchtbaar leven. Wie met hart en ziel het opgroeiend kind dient in het onderwijs, kent weinig rust en wie zijn leven ziet als een roeping, als een op­dracht. geeft zich daaraan ten volle.

Zo hebben wij frater Ermericus gekend, aan­vankelijk als onderwijzer op basisscholen in Tilburg en Oisterwijk en vanaf 1949 in het buitengewoon onderwijs. Jarenlang was hij dag en nacht in de weer voor de voogdijkinderen van Huize "De La Salle" te Boxtel.
De meeste bekendheid genoot frater Ermericus zeker wel in de kringen van het LOM-onder­wijs. waaraan hij vanaf 1961 zijn beste krachten heeft gegeven.
Met tomeloze energie en kennis van zaken heeft hij zich door de moeilijke beginperiode heengeworsteid. Wie met hem de degen kruis­te, had in deze kleine man een geduchte tegenstander, die wist te vechten voor een goede zaak.

De laatste jaren van zijn leven waren moeilijk. Na een ernstig ongeluk, waarvan hij tegen ieders verwachting in herstelde, bleef hij toch erg sukkelen met zijn gezondheid. Met pijn in het hart moest hij dan ook voortijdig zijn on­derwijsloopbaan beëindigen.

Met voldoening mocht hij beleven dat zijn ver­diensten voor het LOM-onderwijs werden be­kroond, doordat zijn naam als een blijvende herinnering werd verbonden aan de voortge­zette LOM-school, nu frater van Gemertschool. De kroon op zijn leven wordt nu geplaatst door de Heer zelf. We lezen immers: "Wie volhardt ten einde toe, hij zal de kroon des levens ontvangen". [uit Openbaring) Moge frater Ermericus rusten in de vrede des Heren.

Voor uw gebed, uw meeleven en belangstel­ling bij het overlijden en de begrafenis van frater Ermericus van Gemert, betuigen wij U onze oprechte dank.

Familie van Gemert Fraters van St. Denis. “

Frater Ermericus is dus maar 64 geworden. Net als bij frater Aurelio is ook naar hem een school genoemd : de Frater van Gemertschool in Tilburg, Net als bij Aurelio zijn ook zijn verdiensten door de gemeenschap erkend al was het dan niet door een hoge onderscheiding. Hij was mijn klasse-onderwijzer in klas 4 op de St. Janschool en daarna ook nog eens in klas 6. Hij was bij uitstek de frater die gesymboliseerd wordt door de titel van deze herinneringen: wapperende togen. Vitaal, dynamisch, innemend.

Frater Wilbertus

St Janschool 1952. Als er uit één gezin meer kinderen op school zaten, werden die samen op de foto gezet, dus niet met hun klasgenootjes. Dat was waarschijnlijk bedoeld om de ouders te stimuleren om minstens 1 foto aan te schaffen. Natuurlijk was fr. Wilbertus als hoofd de aangewezen man om er ook op te staan. Aan de rechterkant van de foto herken ik vijf van mijn broers: Kees, Ruud, Mari, Frans en Jan.

Aan het bidprentje van frater Wilbertus ontleen ik de volgende gegevens: Hij heette eigenlijk Wilhelmus Petrus van Weert. Hij werd geboren te Drunen op 2 december 1905 en trad op 8 september 1924 in. Na voorzien te zijn van het Sacrament voor de Zieken overleed hij te Tilburg op 12 december 1983 en hij werd op 15 december begraven te Vught. Hij is dus 78 jaar geworden.
Zijn medebroeders van de fraterniteit St. Denis in Tilburg en zijn familieleden herdenken hem met de volgende tekst:

“ Frater Wilbertus heeft zijn mooi maar niet al­tijd gemakkelijk leven aan de Heer terugge­geven. Zijn sterke wil om te leven en te werken heeft heel zijn leven gekenmerkt. Hij eiste van zichzelf een strakke plichtsvervulling; de kunst om meegaand te spreken en te han­delen verstond hij niet altijd. Van nature was hij een matig man, die tot op zijn laatste dag in zijn pijnloze ogenblikken daar blijk van gaf .Hij beleefde zijn fraterzijn erg religieus en wij bewonderen deze medebroeder in zijn Iiefde tot de congregatie. De liefde tot de congregatie en ook die tot de kerk werden erg op de proef gesteld: hij kon de veranderingen in de laatste tijd van zijn leven maar heel moei­lijk verwerken. In Nederland heeft hij als onderwijzer en schoolhoofd zeer goed werk verricht: zijn oud-leerlingen spreken vol achting over hem. Zijn hart lag echter in Kenya, waar hij vijftien jaar lang als missionaris gewerkt heeft. Daar sprak hij enthousiast en waarheidsgetrouw over. Zijn geestdrift over deze levensperiode was ontroerend. Maar dat nieuwe vaderland moest hij veel te vlug verlaten. Hij moest voor zijn gezondheid naar Nederland terug. Hij dreig­de blind te worden, maar gelukkig kon hij ge­holpen worden. Andere ziekten kwamen hem louteren. Hij is van ons heengegaan en wij gunnen hem zo graag de eeuwige rust, verlost van pijn, bij zijn Verrezen Heer.

Beste medebroeder wij hier op het fraterhuis Sint Denis bIijven voor je bidden. Wij be­danken je voor jouw manier van frater-zijn, zo geestdriftig en ijverig als schoolhoofd, zo op­offerend als missionaris, zo voorbeeldig in je moeilijkheden. Vooral ook danken wij je voor je sober leven. Men kan echt van hem zeggen: Hij bezat nlets. Ook hierin was hl) rechtlijnig en consequent

Zijn familie was hem dierbaar; elke zondag bezocht hij zijn zus en het was hem aan te zien dat deze bezoeken hem goed deden. Frater Wilbertus, rust in vrede. “

Toen ik bij hem in de klas zat was hij 44 jaar. Hij heeft daarna nog heel wat meegemaakt, zoals hierboven te lezen is. Wat mij vooral treft is de radicale keuze voor soberheid en de liefde voor zijn “club”. De onbuigzaamheid van zijn opvattingen bleek ook al enigszins in mijn herinnering aan zijn godsdienstlessen. ( hoofdstuk 3)  Al met al kan ik me zeker aansluiten bij de opmerking hierboven : “zijn oud-leerlingen spreken vol achting over hem”.