INHOUD DE CROON
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

Print Pagina

Gerard de Croon
Wapperende togen 3

Een kroniek van ervaringen met en herinneringen aan de fraters van Tilburg

 

Hoofdstuk 3

Welsprekendheid in dienst van de kerk : Frater Wilbertus

 

In klas 7 zwaaide het hoofd der school de scepter. Dat was frater Wilbertus. Hij had een soort klompvoet en droeg daarom een opvallende orthopedische schoen. Natuurlijk was dit lichaamsgebrek voor sommige leerlingen aanleiding om minder vleiende bijnamen voor hem te verzinnen. Maar het zij gezegd ten voordele van de leerlingen van de St. Janschool: die namen vonden weinig bijval.


Frater Wibertus in 1948

Terzijde: klas 7 was op de St. Janschool een soort afsluitende klas die iedere leerling geacht werd te volgen als hij nog geen 14 jaar was. De meesten gingen daarna aan het werk in een fabriek of in een werkplaats. De leerplicht zat er dan op. Op andere ( "gewone") scholen gingen leerlingen na klas 6 naar een vervolgschool, maar fr. Wilbertus achtte geen enkele leerling van de St. Janschool in staat om zoiets moeilijks te gaan doen zonder klas 7 te hebben gedaan.

Fr. Wilbertus was een fanatieke geloofsverkondiger. Elke schooldag - van maandag tot en met zaterdag - begon hij met een half uur godsdienstles.

Vaak kon hij door geloofsijver gedreven niet ophouden en verviel er een deel van de volgende les op het rooster. In zijn enthousiasme vlogen er soms kleine vlokjes speeksel uit zijn mond, wat niet op prijs gesteld werd door de leerlingen op de voorste banken.

Hij toonde wel begrip voor de protesten, maar hij poogde begrip voor de situatie op te roepen door te spreken over " fluimen van welsprekendheid". Ik ben het met de lezer eens die vindt dat dit geen term is om begrip voor het beschreven verschijnsel mee op te wekken.

Natuurlijk gaf frater Wilbertus ook andere lessen. Hij had veel belangstelling voor taal. En dat beviel me wel. Hij liet ons gedichten overschrijven en van buiten leren zoals De regen, van Adama van Scheltema : Het regent , o wat regent het. Ik hoor het in mijn warme bed, ik hoor de regen zingen.

Of : Neem Hollands boer zijn guldens af, zijn centen en vierduiten, dan houdt hij nog zijn malse gras en staat erbij te fluiten.

Hij begon ons in klas 7 nog een totaal ander handschrift aan te leren. Met een kroontjespen moesten we van rechtopstaand lopend schrift dat we eerst hadden geleerd, overschakelen naar schuin lopend schrift volgens de fratermethode DE PEN. Die letters betekenden: Door Eenvoud Praktisch En Net. Wat kostte me die overschakeling een inspanning. En wee de linkshandigen onder ons. Tijdens de schrijfles liep de frater met een liniaal rond om de jongetjes die niet hun goeie hand gebruikten een tik te geven op de ‘verkeerde hand’.

Ik had al vanaf de vijfde klas laten weten dat ik onderwijzer wilde worden en daar hield hij rekening mee. Aan een klein groepje gaf frater Wilbertus na schooltijd Franse bijles. Het waren de jongens die gingen ‘doorleren’ na de lagere school d.w.z. 2 of 3 jongens die frater wilden worden en ik die als enige van de klas naar de mulo zou gaan. Dat ik die keuze kon maken kwam vooral door frater Wilbertus. Hij drong er bij mijn ouders op aan mij die kans te geven.

Frater Wilbertus op de speelplaats van de St. Janschool in 1948. Op de foto is de klas te zien waarin mijn broer Piet toen zat. Hij is de jongen in de voorste rij uiterst rechts.

 

Dat vind ik nog steeds een bijzonder goede daad/ raad van frater Wilbertus al had hij mij gerust al een jaartje eerder mogen laten vertrekken. Het was in ons milieu een bijzonder ongewone stap en ik ben mijn ouders - en vooral mijn moeder - nog dankbaar dat ze het advies opgevolgd hebben. Het Frans was niet veel meer dan Papa fume une pipe. De allereerste stapjes dus naar het verwerven van een vreemde taal. Leuk werk vond ik dat want het ging me goed af.

 

Gieter

Ik herinner me een voorval dat de praktische instelling van frater Wilbertus belicht. Mijn vader had bij een rikconcours een zinken gieter gewonnen en was daar vol trots mee thuis gekomen. Mijn moeder vond het echter een volkomen overbodig gebruiksvoorwerp, zeker voor de eenvoudige tuin die wij de onze mochten noemen. Er waren wat Afrikaantjes, wat Oostindische kers, en een saaie hortensiastruik naast een lapje troosteloos gras en een paar bedjes groenten. Een kersen- en een perzikenboom zorgden echter elk jaar voor heerlijke vruchten en een paar lommerrijke plekken op hete dagen. Maar een gieter ? Nee, dat was echt niet nodig. Nou had ik opgevangen dat frater Wilbertus een gieter zou gaan bestellen voor gebruik in het kleine schooltuintje bij de nauwelijks gebruikte hoofdingang van de school. Ik bracht daarom mijn moeder op het idee om de gewonnen gieter af te staan aan frater Wilbertus. Wij zouden hem toch niet gebruiken. Frater Wilbertus had wel oren naar het idee, maar … hij had net een gieter besteld bij De Nijs, een nieuwe zaak in huishoudelijke artikelen op de hoek van de Houtstraat en Veldhovenplein . De heer de Nijs had beloofd dat hij de gieter de volgende dag zou komen bezorgen op school. Frater Wilbertus had de oplossing. De bestelling moest "ge-an-nu-leerd " worden. Moeilijk woord bijgeleerd, maar hoe moest dat annuleren gebeuren ? Ik kreeg van de frater de kans om een bijzondere ervaring op te doen. Ik moest naar de fietsenwinkel op de hoek van de Kasteeldreef -Van Hogendorpstraat en daar de firma De Nijs gaan bellen met de boodschap dat de bestelling van de gieter geannuleerd werd. Er was geen telefoon op school in die tijd, net zo min als in de gezinnen van de leerlingen. Ik had dus ook nog nooit zo’n apparaat bediend. Met een briefje waarop het telefoonnummer van de firma De Nijs stond, ging ik naar de aangewezen winkel en ik voelde me uitverkoren en een hele piet. De juffrouw in de winkel gaf me de ruimte om de draaischijf te bedienen bij het intoetsen van de nummers, maar ontdekte al gauw dat het me niet gemakkelijk afging. Ze nam het dus zonder veel poespas van me over en wachtte daarna op de verbinding. Ze gaf me de hoorn in handen toen er contact was en nu kwam het er op aan. Ik moest de bestelling van de St.Janschool an-nu-leren. Omdat ik wist dat de winkel van De Nijs zich een heel eind van de plaats bevond waar ik stond, meende ik dat stemverheffing op zijn plaats was. Ze zouden me immers nooit kunnen horen als ik op gewone toon sprak. Ik schreeuwde dus zo hard ik kon: "De bestelling van frater Wilbertus is geannuleerd". Aan de andere kant schrok iemand hevig van het onverstaanbare kabaal en begon vragen te stellen die ik in mijn zenuwen absoluut niet verstond. De juffrouw van de winkel keek me heel bevreemd aan. "Geef maar eens hier," zei ze. "Wat moet je vertellen?" Bedremmeld vertelde ik wat mijn missie was en ze gaf dat vervolgens kalmpjes door aan de man aan de andere kant van de lijn. "Zo," zei ze na afloop, "da’s voor elkaar. Zeg maar tegen de frater dat het goed is." Ik voelde me geen hele piet meer toen ik schoorvoetend terugliep naar school, zelfs geen half pietje. Frater Wilbertus heeft van mij nooit gehoord hoe jammerlijk ik gefaald had als boodschappenjongen, maar Ik heb nog steeds waardering voor het feit dat hij mij zo’n taak toevertrouwde.

 

Frater Wilbertus is later naar Kenia gegaan om daar als fratermissionaris te werken. Enkele jaren geleden is hij teruggekomen naar Tilburg en betrekkelijk kort daarna overleden.