CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - 90

Elke week een aflevering

Titus Brandsma

(1881 Oegeklooster (bij Bolsward) - 1942 Dachau)

 

Zoals beloofd in de vorige aflevering komt nu weer een Karmeliet in beeld. Het is de Zalige Titus Brandsma, over wiens leven te lezen is op bijgaande afbeeldingen van een vouwprentje dat in 1952 werd gepubliceerd. Hij was toen nog niet zalig verklaard, maar werd door zijn ordebroeders Dienaar Gods genoemd.

 

Het gedicht Voor het beeld van Jezus is ook te vinden in een boekje dat Brandsma schreef in de cel in Scheveningen.(zie afb. 3).

 

Het afgebeelde exemplaar is van mei 1945. De kerkelijke goedkeuring voor publicatie dateert van oktober 1944. Het is maar een dun boekje: 30 blz., maar je krijgt als lezer een scherp beeld van de man, die op een kalme, nuchtere wijze de intimidatie van de Nazi’s weerstond. Het boekje opent met een voorwoord van dr. Brocardus Meijer O.Carm. :

 

"Toen Professor Brandsma deze eenvoudige maar diep-ontroerende bladzijden schreef, had hij ternauwernood een week gevangenisleven achter den rug.Hij kon niet vermoeden, welke verschrikkingen hem nog te wachten stonden — na Arnhem en Scheveningen volgden Amersfoort, Kleef en Dachau! —, maar hij was er zeker van, dat Gods genade ook in hem het onmogelijke tot stand zou kunnen brengen. Na vele en velerlei beproevingen, waarvan de menschelijke phantasie zich gemakkelijker de bitterheid dan de vertroosting vermag voor te stellen, is Professor Brandsma den 26en Juli 1942 uit liefde voor zijn Kerk en zijn Vaderland den heldendaad gestorven.Zijn lichaam werd eenige dagen later verbrand. Zij die Brandsma kennen, weten, dat dit lichaam om het vele, dat het heeft verdragen, eens zal verrijzen en voor eeuwig vereenigd worden met de edele en gelukkige ziel van den rechtschapen priester, den voorbeeldigen religieus, den geloovigen geleerde, den minnaar van eenvoud en oprechtheid, den vriend van allen die in nood verkeerden, den onverschrokken verdediger der christelijke beginselen en rusteloozen ijveraar voor al het goede. B. M."

 

Om een idee te geven van de instelling waarmee Titus Brandsma het leven tegemoet trad en ook van zijn schrijfstijl, citeer ik de tekst van de voorlaatste bladzijde van het boekje

( p. 29).

 

"Donderdagmorgen, 29 Januari, was het de patroon der journalisten, St. Franciscus van Sales de Zachtmoedige. Ik had mijn pijpje eens goed schoongemaakt en had het juist voor de morgenwandeling aangestoken, of daar kwam een Duitsch soldaat met ,,etwas Neues". Ik moest tabak en sigaren, pijp en lucifers afgeven. Ik mocht niet meer rooken. 't Was goed dat ik juist aan den zachtmoedigen Frans van Sales dacht, anders had ik misschien een onvriendelijk woord gezegd. Ik klopte mijn pijpje uit en gaf de spullen maar over. De soldaat zei nog vol medelijden, dat het niet van hem kwam. Nu, dat begreep ik wel. Om me te troosten zei hij me, dat ik het andere dat hij mij gebracht had, de twee boeken en het papier, mocht houden. Gelukkig, daar had ik meer aan, al miste ik het pijpje en de sigaar. Ik schrapte het Rooken op de dagorde en de dag ging weer verder. Nu weet ik alweer niet beter, of het hoort zoo. 't Is al mooi geweest dat ik de eerste moeilijkste dagen mocht rooken. T. B."

 

Om zijn levensverhaal nog meer reliëf te geven citeer ik uit het boek De heiligen van Stijn v.d. Linden:

 

"Anno Sjoerd Brandsma werd in 1898 karmeliet met de naam Titus en in 1905 priester. Studeerde filosofie in Rome, werd docent filosofie aan het studiehuis van de karmelieten in Oss en in 1923 hoogleraar wijsbegeerte en geschiedenis van de vroomheid in Nijmegen. Hier richtte hij het Instituut voor Nederlandse mystiek op en vertaalde met anderen de werken van St Theresia van Avila in vier delen. Werd gearresteerd wegens verzet tegen de Duitsers omdat hij NSB-propaganda in de katholieke media verbood. Na gevangenschap in Scheveningen, kamp Amersfoort en Kleve stierf hij in Dachau de marteldood. (….) De bedevaart die hem ter ere in Nijmegen wordt gehouden geniet in toenemende mate belangstelling. In juli 2001 is in Oegeklooster een gedenksteen ter nagedachtenis aan hem ingewijd. Hij wordt gepropageerd als internationaal patroonheilige van de journalistiek.. Heiligverklaring is naar verwachting in 2001 afgerond."

(Opmerking schr..: De verwachting die in de laatste zin van dit citaat is uitgesproken, is niet uitgekomen, zoals hieronder te lezen is.)

 

In 1985 verklaarde Johannes Paulus II Titus zalig. De Karmelieten – en vele andere katholieken- hopen erop dat Titus ook opgenomen zal worden in de rij van de heiligen. Er was in 2007 zelfs een verzoek van de Nederlandse bisschoppen aan de pauselijke instanties, dat samengevat luidt : Verklaar Titus Brandsma snel heilig. Motivering: Titus was een scherp waarnemer van zijn tijd en wees de samenleving op de oorzaken van oorlogen.

In Titus’ eigen woorden: "De eigenliefde en de hebzucht zijn de grote kwalen van deze tijd en de diepe oorzaken van de oorlog. Daartegen moeten wij stelling nemen. Dan alleen kunnen we vruchtbaar vredeswerk verrichten."


Het is duidelijk dat zo’n man tot de verbeelding sprak en spreekt. In veel plaatsen zijn scholen, straten en pleinen naar hem genoemd. In Bolsward is er een Titus Brandsmamuseum, in Nijmegen is er een Titus Brandsma Memorial in de Gedachteniskerk en sinds 1992 is er een driejaarlijkse prijs voor moedige journalistiek – ingesteld door de Nederlandse bisschoppen- : de Titus Brandsma Award. In 2007 ging die naar het blad Moto in Zimbabwe, dat heel duidelijk opkwam voor de mensenrechten in het land.

Ten slotte: In Amstelveen is er ook een Titus Brandsmakerk. In die kerk is het wapen van de Karmelieten te zien. Zie afb. 4.

 

Naar aanleiding van de binnengekomen reactie op afl 57 ga ik er wat dieper op in.

Dit wapen toont een donker en een licht veld. In het lichte veld zien we twee zwarte sterren ( 1 en 2) , die oorspronkelijk goudkleurig zijn. In het donkere veld is een witte ster (3) die oorspronkelijk zilverkleurig is. De donkere achtergrond heeft als symbolische betekenis: nederigheid en boete. Het witte veld symboliseert de dauw uit de hemel, dus de lieve moeder Gods.

Met de ster in vlak 1 worden de karmelheiligen uit het Oude Verbond aangeduid, met de ster in veld 2 de karmelheiligen uit het Nieuwe Verbond. De witte ( zilveren) ster symboliseert de leden van de Karmel die nu leven, in nederigheid en boetvaardigheid.

Deze bijzonderheden over het wapen van de Karmel heb ik gevonden op http://www.carmeldcj.nl/.

Een kleine aanpassing van de tekst was nodig omdat het hier getoonde beeld enigszins afwijkt van de beschrijving op de website. De cijfers heb ik zelf geplaatst om de beschrijving wat te verduidelijken.