CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - 57

Elke week een aflevering

Scapulier als talisman

Maria, de berg Karmel en Simon Stock

 

Vandaag zien we een bijzonder charmant prentje dat gemaakt is door J. Duchène en waarschijnlijk uitgegeven onder licentie van het bedrijf Kunst Adelt in Maastricht, dat het copyright bezit.

 

Er zijn weinig aanknopingspunten om de afbeelding te kunnen plaatsen.
We zien - hooggezeten- een gekroonde vrouw, waarschijnlijk Maria, en voor haar – staande - een gekroond kind, waarschijnlijk haar zoon Jezus. Ze zijn in het gezelschap van lieflijke engeltjes. De achtergrond wordt gevormd door een piramide van gouden licht en een nachtelijke sterrenhemel. De kronen van Maria en Jezus staan nogal wiebelig op hun hoofd. Haastig opgezet, denk ik. Jezus deelt scapuliertjes uit aan andere kinderen. Er staan er drie afgebeeld die al een scapulier omgehangen hebben. Rechts staat een man die probeert onzichtbaar te blijven. Zou het St. Jozef kunnen zijn? De kinderen vertrekken na de ceremonie, begeleid door engeltjes en ze kunnen die hulp wel gebruiken want ze moeten door een vlammenzee waden. Wat is hier aan de hand?

 

Aan het zoeken dus.

De twee delen van de scapuliertjes dragen elk een eigen afbeelding. Op de ene kant lezen we – met een vergrootglas – de letters IHS en op het andere staat een hoofdletter M met een kruis erboven. IHS betekent In hoc signo. De M zal wel staan voor Maria, de moeder van Gods zoon.

 

Over dit onderwerp vond ik op http://www.katholieknederland.nl/abc/ het volgende:

 

"In Hoc Signo Vinces’ (Latijn) betekent: ‘In dit teken zult gij overwinnen’. De tekst, gegroepeerd rond een kruisteken, verscheen aan de Romeinse keizer Constantijn de Grote aan de vooravond van een beslissende veldslag; Constantijn overwon inderdaad in het teken van het kruis en dankbaar bekeerde hij zichzelf en zijn keizerrijk tot het Christendom.
De afkorting ‘IHS’, wordt in de christelijke beeldtaal veel gebruikt. Eigenlijk is IHS (de Griekse letters Jota, Èta en Sigma) een afkorting van de naam Jèsous (Grieks voor Jezus), maar in de volkscultuur werd, in aansluiting op het verhaal van de wonderbaarlijke bekering van Constantijn, de lettercombinatie soms opgevat als afkorting voor ‘In Hoc Signis Vinces’. Dat de V van ‘Vinces’ in de combinatie ontbreekt, was geen beletsel. In afbeeldingen werd aan de lettercombinatie IHS simpelweg een driehoek (‘V’) toegevoegd, gevormd door de drie nagels waarmee Christus aan het kruis werd geslagen. IHS kan overigens ook nog staan voor ‘Iesus Hominum Salvator’ (Jezus, Verlosser der Mensen)."

 

Het engeltje rechtsboven heeft een soort wapenschild in zijn handjes. Van wie is dit wapen? Ik heb het niet kunnen achterhalen.

 

De naam van de kunstenaar heb ik nergens kunnen vinden, dus daar kom ik ook niet verder mee.

 

De onderste regel op het prentje luidt: Prop. Res. : Apost. Scapular. Carmel, Berchem-Antwerpen.

Er is dus verband met de Carmel ( Ned. : Karmel) , al is me niet duidelijk geworden welk verband. Over de berg Karmel in Israël is wel veel te vinden. Het is eigenlijk een bergkam van 25 km lang, waarvan de noordwestelijke punt als een kaap in de Middellandse Zee uitsteekt. De naam komt van het Hebreeuwse Kerem – El, wat de boomgaard van de Heer betekent. In een soort tunnel aan de voet van de berg had de profeet Elias ( Elia) zijn verblijfplaats. Hij was de profeet die er de discussie aanging met de profeten van de valse god Baäl. ( 1 Kon. 18:20-46). In dezelfde spelonkachtige tunnel hebben ook Maria en Jozef volgens de legende een tijd geleefd. In de dertiende eeuw vestigden er zich monniken die de grondslag legden voor de latere orden van de Karmelieten en Karmelietessen.

 

En dan nu het scapulier. Oorspronkelijk was een scapulier een schoudermantel ( scapula=schouder) zoals men vaak droeg in de Romeinse tijd. Kloosterlingen droegen zo’n eenvoudige mantel vaak in een kleur waaraan je kon zien bij welke orde ze hoorden.

In juli 1251 kreeg de Engelse karmeliet Simon Stock in Cambridge een verschijning van Maria. Ze reageerde op de smeekbeden van Simon die zich veel zorgen maakten over de toekomst van zijn orde, die zwaar onderdrukt werd in die dagen. Zij toonde hem een scapulier en zei, natuurlijk in het Engels: "Take, beloved son this scapular of thy order as a badge of my confraternity and for thee and all Carmelites a special sign of grace; whoever dies in this garment, will not suffer everlasting fire. It is the sign of salvation, a safeguard in dangers, a pledge of peace and of the covenant".

Kortweg: Neem dit scapulier aan als een bijzonder teken van genade, voor jezelf en al je medebroeders en – zusters. Wie het draagt zal niet in de hel komen. Het is een teken van verlossing, een bescherming tegen gevaar en een symbool van vrede en verbondenheid. ( bron: http://www.newadvent.org/cathen/ ) Wat de afbeelding van de kinderen in de vlammenzee betreft denk ik nu dus dat de kunstenaar heeft willen uitbeelden, dat "kinderen van Maria " die het Karmel-scapulier dragen niet bang hoeven te zijn voor het hellevuur. (They will not suffer everlasting fire.)

Het ( bruine) scapulier van de Karmelieten is het meest verbreide scapulier geworden in de kerk, hoewel ook andere ordes zich niet onbetuigd hebben gelaten in dit opzicht. Het tamelijk grote scapulier van kloosterlingen werd later in geminiaturiseerde vorm populair bij gelovigen die er hun verbondenheid met een bepaalde orde of met de kerk in het algemeen mee konden tonen. Het was en is nog steeds een soort talisman, een voorwerp met bijzondere krachten, zeker als het gewijd is. Tip: Het kan ook vervangen worden door een scapuliermedaille.

Beste lezers, u blijft - net als ik - met vragen zitten over het prentje van deze aflevering, maar wie weet zijn er onder u die ons meer kunnen vertellen b.v. over de betekenis van het wapenschild.

Ten slotte nog dit: op de achterkant van het prentje staat een gebed waarvan de oorspronkelijke vorm door Paus Pius X eigenhandig is opgeschreven in 1906. Het is gepubliceerd in 1936. Dat is waarschijnlijk ook het jaar waarin dit prentje gepubliceerd werd.

 

Geraadpleegd: Encyclopedie van de bijbel – Baarn, 1990