CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - 35

Elke week een aflevering

De koningin van de rozenkrans - deel 2

Sint Dominicus

In de vorige aflevering heb ik antwoorden beloofd op enkele vragen met betrekking tot dit prentje. Eens kijken hoe ver we komen.

 

De mannelijke knielende figuur heb ik geïdentificeerd als St. Dominicus. De afgebeelde vrouw komt volgende week aan de beurt, want zij verdient net als Dominicus een eigen stukje.

 

We hebben het over Dominicus Guzmán van Caleruega, de stichter van de Dominicanen of Predikheren. Hij is ca 1170 in Burgos ( Spanje) geboren - in een adellijke familie - en in 1221 in Bologna gestorven. Hij draagt hier het habijt van zijn kloosterorde: witte tunica met zwarte mantel. Zoals op heel veel afbeeldingen van deze heilige, heeft hij ook hier een grote tonsuur – waardoor hij een soort kerstkransje van haren overhoudt - en een zwart ringbaardje. Vaak is er een hondje te zien op afbeeldingen van deze heilige. Honden zijn een symbool van de Dominicanen ( Lat. Domini canes = honden van de Heer) .

St. Dominicus was een vurige geloofsverkondiger. Hij maakte reizen naar Denemarken, Italië en Zuid-Frankrijk . Hij probeerde o.a. de ketterse Albigenzen te bekeren en dat deed hij met succes, al was er volgens de overlevering wel een storm met onweer en bliksem en de verschijning van de heilige maagd voor nodig.

 

Citaat uit Catholica, Katholiek Magazine voor Nederland en Vlaanderen, mei 2005: "Tegelijk begonnen alle klokken van de hoofdkerk ( in Toulouse) te luiden. Angst, vrees en verbazing vervulde eenieder, alsook het verlangen om de oorzaak te achterhalen. De hele menigte snelde naar de hoofdkerk. Daar stond Dominicus en beukte, ofschoon door allen gehaat, met zijn woorden op de harten van de mensen in. Maar het hielp niets op die versteende zielen. Nu begonnen de krachten der hemelen zich te roeren: hevige donderslagen deden de stad op haar grondvesten schudden, bliksemschichten doorkliefden de lucht, stortregens plensden neer, de stormwind loeide en bulderde. En boven dat alles uit klonk de stem van Dominicus en werd door allen gehoord. Plotseling klonken er nog andere geluiden, rauwe en afschuwelijke stemmen, als van duivels. Zij schreeuwden luidkeels: »Wee, wee ons! Door de engelen, vooral door de kracht van de Rozenkrans, worden wij met vurige ketenen gebonden!« Temidden van dit helse tumult zagen de ketters plotseling een groot Mariabeeld, dat op een hoog voetstuk in de kerk stond, driemaal de rechterhand opheffen als wilde het hun zeggen: Gij zult vergaan als ge niet gehoorzaamt!

 

De dominicaan Alanus de Rupe (overleden 1475 te Zwolle) bracht als eerste de rozenkrans in verband met Dominicus, maar volgens officiële kerkelijke documenten was er in de tijd van Dominicus echter nog geen sprake van de rozenkrans, zoals wij die nu kennen. Dat gebeurde pas in een bul van paus Sixtus IV van 30 mei 1478, waarin de paus het heeft over de Broederschap van de Rozenkrans die in 1475 te Keulen werd opgericht . Hij keurt de Rozenkrans met apostolisch gezag goed en hij verklaart dat hij toegelaten moet worden en dat alle gelovigen op die wijze mogen bidden.

 

Vanaf 1217 stuurde Dominicus de leden van zijn ordes uit om te gaan prediken en dat deden zij – met hem als voorbeeld – met veel succes. Niet verbazingwekkend dat de mannen en vrouwen van deze organisaties - dus de Dominicanen en Dominicanessen – hun ordestichter nog steeds met eerbied en respect gedenken.

Na zijn overlijden in 1221 verrichtte Dominicus volgens de verslagen van de kerk vele wonderen zodat zijn heiligverklaring niet kon uitblijven. Dat gebeurde al in 1234, dertien jaar na zijn dood.

 

Bronnen: Met de heiligen het jaar rond, dl 2, Bussum 1954/ Catholica, Katholiek Magazine voor Vlaanderen en Nederland

( geciteerd van Internet) / Hall’s Iconografisch Handboek – Leiden 2003/ De heiligen – Amsterdam 2002