CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - 33

Elke week een aflevering

Kent u mij? - Gebed voor de stad Tilburg

 

Een prentje uit 1958 waaruit blijkt dat er in dat jaar kennelijk een soort stadsmissie is geweest, te vergelijken met een missie in een parochie. Ik heb daar al eerder over geschreven. Zo’n missie was een tamelijk korte maar intensieve onderhoudsbeurt van en voor het zielenleven van de katholieken in een bepaalde parochie. Ze werd vaak gegeven door Redemptoristen, maar ook Capucijnen konden er wat van. Hoe dat voor de hele stad werd georganiseerd is me onduidelijk. Hoewel ik destijds inwoner van Tilburg was en zondags trouw naar de kerk ging, herinner ik me niets van bijzondere preken of andere opvallende godsdienstige bijeenkomsten in het genoemde jaar.

Misschien was het optreden van Pater Piet Wesseling in de Tilburgse kerk van het Heike een onderdeel van de stadsmissie. Ik meen me te herinneren dat ik daar wel eens met mijn toekomstige echtgenote naartoe geweest ben in het genoemde jaar. Die Pater Wesseling C.Ss.R ( Redemptorist dus) was een boeiende predikant die heel Nederland rondtrok en overal de kerken vol kreeg met vooral jonge mensen.

 

Uit het kerkelijke imprimatur op het prentje blijkt dat de vicaris-generaal van het bisdom Den Bosch, mgr. Oomens, volledig achter de missie staat.

 

Het is dan vijf jaar na het bisschoppelijk mandement van 1953. In dat herderlijk geschrift laten de bisschoppen blijken ernstige zorgen te hebben over de geloofsijver van de schapen in hun kuddes. Ze zijn bang voor een achteruitgang van het geloof die samenhangt met de vooruitgang in de techniek. Katholieken mochten van hen geen lid worden van de Vara of zelfs er maar naar luisteren. Lid worden van de P.v.d. A. of op die partij stemmen was ook uit den boze. Kortom: de bisschoppen vonden dat hun gelovigen grote risico’s liepen om hun geloof te verliezen.

 

Die gevreesde ontwikkeling heeft zich in de latere jaren vijftig toch voorgedaan, zodat het begrijpelijk is dat er vanuit de kerk een soort tegenoffensief op gang moest komen. Veel heeft dat niet geholpen.

Zelfs stadspatroon Dionysius kon de gelovigen niet meer naar de kerk krijgen.

En te bedenken dat het Tweede Vaticaans Concilie

( 1962-1965) nog moest komen.

Na het concilie was Tilburg niet langer de stad met de vele kerken. En ook economisch ging het veel minder. De meeste ( wollenstoffen-)fabrieken moesten sluiten na de jaren zestig en zeventig. Het liedje uit mijn lagereschooltijd met de regels Tilburg met zijn vele kerken, en fabrieken zonder tal, Tilburg met zijn Roomse fierheid: Tilburg, Tilburg, bóo-ven-al!

had toen geen betrekking meer op de werkelijkheid.