INHOUD
SPECIAAL
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRAABANS
HOME

Ed Schilders
Herinneringen

Paardjes

Ik wist nooit waar ik in wilde. In de draaimolen, dat is niet zo moeilijk, maar dan. 'Wat koos jij vroeger het liefst in de draaimolen?' vroeg ik aan mijn vrouw, en zonder aarzelen antwoordde ze: 'het paard'. Voor zover ik me dat kan herinneren, had ik dat idee het hele jaar lang ook, maar dan kwam de kermis en stond ik voor de mallemolen, en de twijfel sloeg toe. Brandweerauto, locomotief, motorfiets, een vliegtuig, plotseling kreeg het paard concurrentie van vele andere avonturen. De vraag was niet langer waar ik in of op wilde zitten, maar wat ik wilde zijn: ruiter, brandweerman, machinist, snelheidsduivel of vliegenier?

Zo komen we aan de praat over de kermissen van vroeger Mijn vrouw gaat er erg prat op dat zij heel vaak de klos ving, en zo een gratis rit in de draaimolen verdiende. Ze heeft de stellige indruk dat de man van de draaimolen haar een beetje voortrok, de klos wat langer bij haar liet hangen. Ik begrijp die man wel; als ik hem was geweest en zij zat in mijn draaimolen, dan had ik dat ook gedaan. Zelf heb ik nooit veel belangstelling voor de klos gehad; ik had het veel te druk met galopperen, branden blussen, en duikvluchten maken.

Als ik de fietsroute neem langs het NS-plein roept het kermispaardje dat daar in brons staat onveranderlijk een of twee herinneringen op. De eerste is die aan de plastic paardjes die je bij de Hema kon kopen, inclusief een Indiaan met pijl en boog of een cowboy met lasso. Ik heb er nog een paar. Als zulke dingen de jongelingsjaren overleven, raak je ze je hele leven niet meer kwijt. Ze staan op zolder te grazen in een doos, of draven in een oude koektrommel door de kelder, maar je kunt het niet meer over je hart verkrijgen het hek van de herinnering open te zetten, omdat je weet dat je daarmee een stukje van jezelf zou loslaten. En soms komen ze nog van pas. Bijvoorbeeld als nichtje Lynn er is. Die schept er een groot genoegen in om ze op een rijtje te zetten. Als ze omvallen, begint ze opnieuw. Alles moet heel nauwkeurig in het gelid staan; Ankie van Grunsven in het groot.

De tweede herinnering is die aan een houten kermispaard. Wat ik met geen mogelijkheid begrijp, en waarom zou ik ook, is dat ik eigenlijk nooit iets gezien heb ik de echte kermispaarden. De ponypaardjes riekten onaangenaam, heb ik altijd gevonden. Misschien is het tegenwoordig beter gesteld met hun hygiëne, maar uit mijn jeugdkermissen herinner ik me voornamelijk stro dat walmt van de verse ponypaardenpis. Nee: geef mij maar een plastic paard, een houteren, of een bronzen, die zijn veel beter voor je fantasie.

Het houten paard dat ik hier bedoel, stond echter niet op de kermis. Ik werd er niet aan herinnerd door het bronzen paard op het NS-plein maar door de foto in de rubriek 'Om de hoek', in het Brabants Dagblad. Daarop zien we Martje Ingenhoven, gezeten op een houten kermispaard dat ze lang geleden in Antwerpen gekocht heeft, en dat ze nu heeft ingebracht in de tentoonstelling 'My favourite thing'. Even dacht ik dat Martje op mijn paard zat, maar dat was niet zo.

In een schoenendoos in een opbergdoos in een opbergkast in het berghok vind ik mijn foto terug. Ik zal ongeveer vier jaar geweest zijn en ik zit op een houten paard, echter niet op de kermis. De foto moet in Enschot gemaakt zijn op het veld naast ons huis, waar later de Burgemeester Panislaan is aangelegd en de brandweerkazerne is gebouwd. 'OLFO' staat er onder de foto, en ik vermoed dat het kiekje gemaakt is door een fotograaf die met zo'n paardje rondreisde, waarna alle moeders van de buurt hun koters op dat paardje konden laten fotograferen.

Vergelijking van de twee foto's leert dat beide paardjes op een standaard staan, waardoor de voorpoten van de grond kunnen komen. Het paard van Martje doet een gestrekte galop, het mijne steigert. Vreemd genoeg zie ik nu pas dat ik helemaal niet vrolijk kijk. Misschien hoort er toch een mallemolen bij voordat een houten paard een echt paard kan worden?

 

 
TERUG NAAR BEGIN VAN DEZE PAGINA