INHOUD E.S.
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
 

"Daar komt Van Eeden / Aangetreden"
gastcolumn door Rien Vissers

 

Het boek Openbare Bibliotheek Tilburg 1913-2003 – schatkamer van cultuur en informatie van Henk van Doremalen ziet er fraai uit. Zeker als je het vergelijkt met zijn voorganger uit 1988, waarvan dit boek een aangevulde en herziene versie is.

Met het oog op een eventuele heruitgave in 2013, vraag ik aandacht voor het volgende.

Op pagina 46 staat een detail van de officiële foto, die werd gemaakt bij de opening van de leeszaal in de Willem II-straat op 30 maart 1922. Het bijschrift van deze foto vermeldt de namen van diverse toenmalige lokale bobo’s, en eindigt met: "en zittend rechts Th. Verhoeven, de toenmalige voorzitter". Dat zittend links Frederik van Eeden is te zien, staat er niet bij.

Of de auteur en zijn medewerkers wisten niet dat dit Van Eeden was, óf ze vonden dat niet vermeldenswaardig. Ik weet eigenlijk niet, welke van de twee mogelijkheden het minst erg is. Ik besluit maar voor de eerste te kiezen.

Het boek vermeldt overigens keurig (op pagina 43) de aanwezigheid van dr. Frederik van Eeden als spreker op 30 maart 1922. Het is wel aardig om te weten dat de beroemde schrijver zich, na lange aarzeling, op 21 februari van datzelfde jaar in de Oosterhoutse Sint Paulus-abdij had laten dopen. Het jaar daarvoor had Van Eeden nog een tweedaagse retraite gevolgd in het Tilburgse Sint Joseph-studiehuis. (Meer hierover in: Jan Fontijn, Trots verbrijzeld – het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901; Amsterdam, 1996). Dr. P.C. de Brouwer, de censor van de R.K. Openbare Bibliotheek en Leeszaal, was ongetwijfeld verguld met deze spreker in de toenmalige Tilburgse Schatkamer, als het idee om Van Eeden te vragen al niet van hem afkomstig was.

"Daar komt Van Eeden / aangetreden" is een oud versje. Ja, daar kwam Van Eeden aangetreden in Tilburg, maar hij werd jaren na dato niet meer herkend! Mensen die het weten kunnen, zeggen dat we ons ontwikkelen van een woordcultuur naar een beeldcultuur. De plaatjes winnen. Op afzienbare termijn is het niet meer belangrijk iets van Van Eeden gelezen te hebben, nee, he moet zijn portret herkennen!

In de uitgave van 1988 noemde het bijschrift van bewuste foto natuurlijk evenmin Van Eeden. Ik heb daar toen mondeling melding van gemaakt. Deze keer dus schriftelijk.

 

Rien Vissers