TEKST
Uit:
Hollandsche Gezelschap Liederen, een handschrift van W. Offermans
Datum
van optekening : ?
Transcriptie:
Leonie Robroek
Het
graf der twee geliefden
Wijze.
Wiens Neerlandsch bloed.*
1.
Ziet
pelgrim ziet gij dezen steen,
Met
donker mos begroeid,
Waarop
het dalend avondrood
Met
purp’ren weerschijn gloeit;
Daar
ligt de schoonste maagd van ’t vlek
In
’t aardrijks konden schoot,
En
aan haar zij den jongeling
Haar
trouw tot aan den dood / bis /
2.
Haar
rijke vader zag vol trotsch
Op
d’eedlen jongeling
Aan
wien, met onverdeelb’ren ziel
D’aanminnige
Emma hing,
Ik
vloek U eeuwig sprak zijn mond
Wordt
ge eenmaal Edwins vrouw
En
was voor haar gebeden doof
En
spotte met haar trouw / bis /
3,
Hij
spotte tot zij uitgeteerd
Op
’t sterfbed nederzonk,
En
’s levens laatste flikkering
In
’t brekend aanschijn blonk
Toen
greep een woeste smart hem aan
Hij
staat verstijfd van schrik
En
werp zich aan de sponde neêr
Met
wanhoop in den blik.
4.
Haar
jongeling, die toen ’t duister was
Op
’t kerkhof nederzeeg
En
’t licht der maan met bleeke glans
Uit
donk’re wolken steeg;
Ach
dierb’re Emma zucht hij zacht
Wat
blijft nog meer op aard
Niets
is er thans nu ik U mis
Zelfs
’t leven mij niets waard / bis /.
5.
Dus
zucht hij, op haar graf geknield
Met
treurig stil geween
En
wacheld dan met natten tred
Weer
naar zijn woning heên.
Hij
kwijnt en teert allengskens* uit,
En
zinkt op ’t ziekbed neêr;
En
’t dof gebrom der doodklok meldt
Ook
Edwin is niet meer / bis /
6.
Nu
rust hij, aan zijn Emma’s zij, in
’s
aardrijks kouden schoot
Waar
hij met haar den glans verbeidt
Van
’t eeuwig morgenrood,
Om
dan tezaam, in hemelvreugd,
Voor
Gods troon tezaâm;
Strooit
pelgrim bloemen op hun graf
En
wijdt hun asch een traan. / bis /
*
Wiens Neerlandsch bloed, Componist is Johannes Wilhelmus Wilms
1772-1847 Amsterdam
*
allengskens = langzamerhand |