CUBRA

INHOUD ED SCHILDERS 
HOME

Ed Schilders
Leners van boeken - en wat doe je ertegen?

Een verzameling citaten

Het ziet ernaar uit dat de Engelse bisschop More zijn handen moeilijk kon afhouden van begeerlijke boeken. Dat maak ik tenminste op uit een voorzorgsmaatregel van een van de bisschops vrienden. Op zekere dag was de vriend bezig zijn zeldzaamste boeken te verstoppen, en er zoveel mogelijk achter slot en grendel weg te bergen. Toen ik hem naar de reden van dit vreemde gedrag vroeg, antwoordde de boekenliefhebber: `Vanavond komt bisschop More hier dineren.'

Isaac D'Israeli

Joseph Scaliger (1540-1609), geboren in Frankrijk maar van 1593 tot zijn dood hoogleraar in Leiden, had boven de deur die toegang gaf tot zijn bibliotheek de tekst laten graveren: Ite ad vendentes. Het is een verkorting van een regel uit de bijbelse parabel van de wijze en de domme maagden, en die volledig luidt: Ga naar de handelaren en koop ze zelf.

J. W. Bienstock

Een verzamelaar uit Den Haag was de trotse bezitter van een ongekend grote collectie Elzevir-drukken. Als zijn vrienden, zelfs de meest intieme en de beste, deze kleine kostbaarheden wilden bewonderen, dwong hij hen over hun kleren een groot hemd aan te trekken zonder mouwen en zonder openingen om hun armen door te laten.

Edmond Texier

De literaire vrienden van de Engelse kriticus en essayist William Hazlitt (1778-1830), waren overtuigde boekenleners. Hazlitt liet zich vaak ontvallen dat hij zijn vrienden maar weer eens ging opzoeken `om mijn bibliotheek te bekijken'.

Clifton Fadiman

De schilder, dichter, en musicus Daniel Dumoutier beschermde zijn `cabinet van mooie en goede boeken' met het opschrift: `Le diable emporte les emprunteurs de livres', de duivel hale de boekenleners.

Paul Lacroix

Guibert de Pixérécourt liet boven de deur van zijn bibliotheek de tekst aanbrengen

Tel est le triste sort de tout livre prêté,

Souvent il est perdu, toujours il est gâté.

[Het uitgeleende boek treft steeds een droevig lot:

Als ik het al terugkrijg, is het beduimeld of kapot.]

Op zekere dag vroeg de historicus en bibliothecaris Paul Lacroix aan Guilbert de Pixérécourt of hij een klein, nauwelijks waardevol boek mocht lenen. Pixérécourt wees op het opschrift boven de deur. `Ik dacht,' zei Lacroix, `dat dat voor iedereen gold, behalve voor mij.' Pixérécourt nam het boek en gaf het aan Lacroix cadeau.

Andrew Lang/Holbrook Jackson

Leen nooit boeken uit, want niemand brengt ze ooit terug. De enige boeken die ik in mijn boekenkast heb zijn boeken die ik geleend heb.

Anatole France

They borrow books they will not buy,

They have no ethics or religions;

I wish some kind Burbankian guy

Could cross my books with homing pigeons.

Caroline Wells

Boekenleners - ze verminken collecties, bederven de symmetrische opbouw van de boekenplank, en ze zijn de oorzaak van al die losse delen.

Charles Lamb

Charles Lamb dreigde dat hij de leners zou ontmoedigen door zijn boeken aan de ketting te leggen, net als in de Bodleian-bibliotheek, want, schreef hij aan de dichter Wordsworth, sommige leners lezen langzaam; sommige andere nemen zich voor te lezen maar lezen niet; en weer andere leners lezen niet, nemen het zich ook niet voor, maar lenen om de indruk te vestigen dat ze zeer wijs zijn; en in dat opzicht verschillen ze van mijn vrienden die mijn geld lenen, want van het geleende geld wordt altijd gebruik gemaakt.

Holbrook Jackson

Charles Lamb was een eerlijke lener die de boeken altijd terugbracht zodra hij ze gelezen had. Ooit had hij een exemplaar van Phillip's Theatrum Poetarum geleend van H.F. Carey. Terwijl Lamb pens aan het bakken was, realiseerde hij zich dat hij niet meer wist waar hij het boek had neergelegd, en hij ging het onmiddellijk zoeken. Als het boek kwijt is, dacht hij, zal ik nooit meer één hap pens door m'n keel kunnen krijgen.

Holbrook Jackson

De bisschop van Rochester had een bijzondere reden waarom hij de boeken die hij van de dichter Alexander Pope leende altijd stipt op tijd terugbracht: hij wilde op Pope een punctuele indruk maken zodat hij nog meer boeken kon lenen.

Holbrook Jackson

Dorothy Nevill vertelde aan Edmund Gosse hoe zij haar boeken beveiligde. Voorin elk boek plakte zij een papiertje waarop de tekst gedrukt stond: `Dit boek is gestolen uit de bibliotheek van Dorothy Nevill.'

Edmund Gosse (The Library of Edmund Gosse)/Jackson

De vrijgevigheid van Petrarca beroofde hem en het nageslacht van een handschrift van onschatbare waarde. Petrarca had namelijk enige handschriften van klassieke auteurs uitgeleend aan zijn oude leermeester. Toen die in geldnood te verkeren kwam, gaf hij de handschriften als onderpand weg, en zo ging onder andere Cicero's De Gloria voor altijd verloren.

Merryweather

In de annalen van Lincoln College in Oxford treffen we de volgende overeenkomst aan. Toen de rector van het college uit de bibliotheek enige waardevolle boeken wilde lenen, kon hij dat doen op voorwaarde dat hij in de kerk een aantal hymnen liet zingen ter ere van de heilige Anna, moeder van Maria.

Merryweather

Het is uiterst moeilijk toegang te krijgen tot de curieuze bibliotheek van Samuel Pepys, de beroemde dagboekschrijver uit de zeventiende eeuw. De boeken staan in Magdalene College in Cambridge, in de kasten die Pepys zelf heeft laten maken. Niemand krijgt toegang tot deze boeken tenzij in gezelschap van twee bestuursleden van het College. Want, zo bepaalde Pepys, als er ook maar één boek verloren gaat, dan moet de gehele bibliotheek afgestaan worden aan een naburig, concurrerend College.

William Blades

`Indien iemand, op welke wijze dan ook, dit boek van zijn plaats ontvreemdt. Moge zijn ziel lijden als boetedoening voor wat hij misdaan heeft, en moge zijn naam uit het Boek der Levenden geschrapt worden en niet opgenomen onder de Zaligen.'

Inschrift in een missaal van Robert de Jumièges (16de eeuw)

Zodra een mens honderd boeken bezit, heeft hij tien vrienden die er een komen lenen: en tien tegen een, dat hij er maar één terugziet... Men kan daar kort of lang over praten, maar het is de bittere waarheid, en de leege plaatsen op onze planken bewijzen het; geen erger plaag voor den boekenvriend dan de vriend die een boek komt leenen.

J.W.F. Werumeus Buning

Wie thuis is in het hete rijk van Satan weet dat daar in een zijvertrek een curieuze verzameling wordt bijgehouden door een helleveeg [...] De kasten bevatten uitsluitend de boeken die u al jaren mist: het derde deel van uw complete Nietzsche, het eerste uwer geïllustreerde wereldgeschiedenis of het elfde van uw encyclopedie. [...] Hebt uw el eens opgemerkt dat u nooit precies weet, wie indertijd deel vijf van uw verzamelde Shakespeare kwam lenen? U kunt al uw kennissen de revue laten passeren - het lukt niet. Dat komt omdat het geen vriend was, maar een employé des duivels, die aardse wijkdienst deed toen hij bij u binnenwipte en vroeg: `Hè, mag ik dit deel éven meenemen, je krijgt het zó weer terug.'

Simon Carmiggelt

Mijn deel vijf van Vondel, en het derde deel van mijn Hölderlin... Denkt ge dat we die ooit terugzien? Nooit. Ze zijn ergens, wààr weet gij noch ik.

J.W.F. Werumeus Buning

De Vlaming Marcel Mariën werd in de Tweede Wereldoorlog enige tijd door de Duitsers geïnterneerd in drie verschillende gevangenkampen. In zijn herinneringen aan deze tijd, schrijft Mariën hoe hij altijd een aantal door de Duitsers verboden boeken in zijn koffer verborgen hield, en hoe hij bij een aantal inspecties kon voorkomen dat de boeken gevonden werden. Hij besluit zijn verhaal als volgt: `Onmiddellijk na mijn aankomst in kamp Goerlitz had ik Variété van Paul Valéry uitgeleend aan een architect uit Brussel. Dat was het enige boek dat ik niet meer had toen ik weer thuis was. Het is maar al te waar dat zelfs in de gevangenis een uitgeleend boek een verloren boek is.'

Marcel Mariën

Sommige kinderen kunnen zo vreselijk slordig zijn op hun boeken. Ze zitten steeds vol kladden en ezelsoren. Ze zijn zo vettig en vuil dat je er wel voor drie dagen soep uit zou kunnen koken. Leer zuinig zijn op je boeken. Doe er desnoods een kaft om. Een boek is iets waarvoor je eerbied moet hebben. Boeken zijn de beste kameraden en de trouwste vrienden die er bestaan, omdat ze je nooit verlaten.

Heb zeker eerbied voor de boeken van anderen.

Wen je aan, geleende boeken terug te geven aan den eigenaar. Je hebt geen recht om ze te houden. Als je zelf een boek aan je kameraad leent, heb je het ook graag terug.

Alphons Timmermans, Goede manieren - wellevendheid voor de R.K. jeugd [1948]

Een geleend voorwerp mag niet verder worden uitgeleend. Vooral bij het uitlenen van boeken wordt hiertegen nogal eens gezondigd, doch zij die de goede vormen in acht nemen, zullen nimmer een geleend boek aan derden verder lenen zonder daartoe van de eigenaar verlof te hebben gevraagd.

Leent men bijvoorbeeld een koffertje van een gastvrouw om geleende boeken mee naar huis te nemen, dan strijdt het tegen alle etiquette dat men de volgende dag dit koffertje voor een week-end mee op reis neemt - immers: voor dat doel werd het niet geleend.

Amy Groskamp-Ten Have, Hoe hoort het eigenlijk [ca. 1950]

Wanneer men een boek aan iemand uitleent, wachte men zich ervoor het boek in het bijzijn van de lener van een omslag te voorzien, onverschillig of de band kostbaar of zonder waarde is. Het zou den indruk maken alsof men wilde zeggen: `Ik ben bang dat ge niet goed op mijn boek zult passen, dat hij het zult bevlekken of vuil maken.'

Wie het boek ontvangt, is gehouden er de grootste zorg voor te dragen, al is het een eenvoudig ingenaaid exemplaar.

Marguérite de Viroflay, Plichten en vormen voor beschaafde menschen [ca. 1910]

Het is een feit, dat leners van alle tijden en windstreken zijn, en dat ze meer dan de ratten, de muizen of mijten, en meer nog dan het water en het vuur, de terreur voor de boekenliefhebber zijn.

Albert Cim

De bibliotheek van de Engelsman Heber - die wel `de meest woeste en sterkste der boekverzamelaars' genoemd is - nam enorme proporties aan. Toen hij stierf liet Heber meer dan 150 000 boeken na. Hij had acht huizen nodig, verspreid over Engeland en in Europa, die allemaal propvol boeken stonden. Het was ook Heber die de trend op gang bracht van de dubbele exemplaren, want hij beweerde dat niemand met minder kon toekomen dan drie exemplaren van hetzelfde boek: een voor de show, het tweede voor dagelijks gebruik, en het derde voor de leners.

A.S.W. Rosenbach

In de middeleeuwen werden boeken met de hand geschreven, en derhalve een kostbaar bezit. Een boek uitlenen werd dan ook eerder beschouwd als een daad van naastenliefde dan als een vriendendienst. Voor sommigen ging het eigen lezersbelang echter boven de christelijke plicht. Zo ook bij een Ierse monnik die weigerde een boek uit te lenen aan zijn collega, de later heilig verklaarde Columba. Columba was zo boos over de weigering dat hij de monnik toevoegde: "Mogen de pagina's van je boek onleesbaar worden". Dat is, zegt men, inderdaad gebeurd.

Ierse legende

Dit boek hoort mij,

Wie het vint, die doet 't mij weer

Voor een appel en een peer.

En die dat niet en doet,

Die zal zich stoten met den voet

Zoodat hem neus en bekke bloet!

Ter Laan, boekinscriptie uit de Achterhoek

Uit 1765 dateert een vers waarin de betrouwbare lener eerst de hemel beloofd wordt, en waarin dieven vervolgens krachtig veroordeeld worden:

Hermina Derckink hoort dit boek

Wi het vint

Di doe het hem weer

Is hij een heemels kint

Wort hij bemint van God den heer.

Maer die de dieveryye wil pleegen

En het goede haeten

Is eeuwig verleegen

En moet met de duivel

In de helle kraeken.

Ter Laan, boekinscriptie, 1765

Een versje dat gevonden werd in een boek uit de bibliotheek van de vader van Guido Gezelle:

Dat (als) dezen boek konde spreken,

Gij en zoudt hem in uwen zak niet steken;

Hij zoude zeggen: Hoe, hoe, hoe!

Ik behoore aan Uw niet toe.

Ter Laan, boekinscriptie uit de bibliotheek van de vader van Guido Gezelle

Je moet je verlies kunnen nemen, maar ik geef graag mijn zwakheid in dezen toe: ik haat het meer een boek van tien stuivers te verliezen dan tien goudstukken. Dat is nogal kleingeestig, maar zo ben ik nu eenmaal.

M. de Pontchâteau

Van de zestiende-eeuwse schrijver en kanselier André Tiraqueau, waren twee dingen bekend: hij las graag en hij maakte veel kinderen. Op zekere dag was Tiraqueau in een kloosterbibliotheek betrapt op diefstal van de Brieven van Cicero, en de abt dreigde hem met de strop. `Ach!' lachte Tiraqueau, `beminde broeders, die Cicero die zocht ik al zo lang, en men zal toch zeker een brave burgerman niet ophangen die in twaalf jaar tijd twaalf kinderen heeft verwekt en twaalf boeken heeft geschreven?'

A. Cim

Het is zeer te betreuren dat in het rechtsgevoel van het volk het boek als vogelvrij wordt beschouwd. Een geleend voorwerp niet terug te geven, drukt het geweten van den normalen mensch; anders echter is het bij het boek. Verheugend is daarom een Zwitsersche gerechtelijke uitspraak van het jaar 1922, die het niet teruggeven van een geleend boek gelijkstelde met diefstal en bestrafte met gevangenschap.

H. Kliemann

De Franse toneelschrijver Tristan Bernard heeft eens verteld dat hij in zijn jonge jaren een vereeniging had opgericht tegen het uitleenen van boeken, en dat hij aan al zijn vrienden de boeken terugvroeg die hij hun geleend had. Een van de vrienden gaf geen gehoor aan Bernards verzoek drie delen van de volledige werken van Flaubert terug te bezorgen. Na drie maanden schreef Bernard de volgende brief: `Beste vriend! Wees zoo goed mij te verontschuldigen, maar ik heb zoo'n hekel aan versleten boeken, dat ik je beleefd verzoek je verzameling Flauberts compleet te maken door de vijf andere delen, die ik hierbij insluit, van mij aan te nemen.'

De vriend schreef hem terug: hij accepteerde, en dankte Bernard vriendelijk.

Tristan Bernard

Een lezer van de Times klaagde onlangs over de verregaande slordigheid en nalatigheid bij zovelezers, om geleende boeken terug te geven. Om in de hand te werken dat de oorspronkelijke eigenaars althans eindelijk hun boeken terug zullen krijgen, stelt hij voor om eens in het jaar een Nationale Dag voor het Terugbezorgen van Boeken in te stellen, bijvoorbeeld op den eersten dag der lente. Zijn voorstel had enorme bijval.

Boekzaal

De bekende schrijver Alphonse Karr had in zijn buurt een rijken Italiaanschen graaf wonen, die den gelukkigen eigenaar was van een pracht-bibliotheek. Op zekere dag vroeg Karr een zeldzaam boek te lezen, maar de jaloersche bibliomaan liet antwoorden dat hij nooit een boek uitleende. Mijnheer Karr mocht echter gerust in zijn bibliotheek komen lezen.

Eenigen tijd later moest de Italiaan een gieter hebben, en hij zond iemand naar buurman Karr om een gieter te leen te vragen.

`Zeg maar aan mijnheer,' was Karrs antwoord, `dat ik nooit gietrs buiten mijn tuin afgeef, maar als de graaf den heelen dag bij mij wil komen gieten, dan zal hij mij daarmee een groot genoegen doen.'

Alphonse Karr

Geef de boeken terug in den toestand waarin ge ze ontvangen hebt, zonder de kaft vuil, de hoeken omgebogen te hebben, of vetvlekken erin gemaakt te hebben. Menschen die een geleend boek in goeden toestand teruggeven, zijn zeldzaam. Bevochtig bij het ombladeren niet de vingers met de tong, hoest en nies niet over het boek; dit alles is zeer nadeelig voor de gezondheid. Houd nooit geleende boeken te lang in uw bezit en leen ze niet weer uit aan anderen.

Zuster Reinholda

Begin 1926 ontving Jan Engelman een brandbrief van hem [Herman de Man] over een boek dat hij van De Man geleend had. 'Mijnheer', luidde de aanhef afstandelijk en vooral vijandig, 'U was verplicht geweest, me indertijd te wijzen op deze leemte in Uw fatsoensbegrip; dan had ik er wel voor gewaakt U iets te leenen.'


Bronnen

Tristan Bernard, geciteerd in Boekzaal 1928

J. W. Bienstock, Le magasin de frivolités; Parijs 1928

William Blades, The Enemies of Books; Londen 1902

Boekinscripties Engeland: Benham's Book of Quotations, proverbs and Household Words, Sir Gurney Benham, Londen z.j.

Simon Carmiggelt, `Hemels geduld', in Spijbelen; Amsterdam 1956

Albert Cim, Amateurs et voleurs de livres; Parijs 1903

Isaac D'Israeli, Curiosities of Literature; Londen 1889

Gerald Donaldson, Books; Oxford 1981

Clifton Fadiman, The Little, Brown Book of Anecdotes; Boston 1985

Anatole France, geciteerd in The Penguin Dictionary of Modern Humorous Quotations, Fred Metcalf (ed.)

Amy Groskamp-Ten Have, Hoe hoort het eigenlijk; Amsterdam, z.j.

Holbrook Jackson, The Book about Books; New York 1981

Alphonse Karr, geciteerd in Boekzaal 1929

H. Kliemann, Die Werbung fürs Buch; geciteerd in Boekzaal 1926

Boekzaal voor de geheele wereld, Tilburg, jrg. 1926, 1928, 1929

K. ter Laan, Folkloristisch woordenboek van Nederland en Vlaams België; Den Haag 1949

Paul Lacroix, XVIIme siècle - Lettres, sciences et arts; Parijs 1882

Charles Lamb, geciteerd in The Treasury of Humorous Quotations, Nicolas Bentley & Evan Esar; Londen 1951

Marcel Mariën, `The invisible suitcase', in Brought to Book, I. Breakwell (Ed.); Harmondsworth 1994

Fred Metcalf (ed.), The Penguin Dictionary of Modern Humorous Quotations; Harmondsworth 1986

F. Somner Merryweather, Bibliomania in the Middle Ages; Londen 1933

L.M. Montgomery, Anne of Green Gables (1908)

M. de Pontchâteau, geciteerd in Cim

A. S. W. Rosenbach, Books and Bidders - The adventures of a bibliophile; Boston 1927.

Edmond Texier, geciteerd in Bienstock

Alphons Timmermans, Goede manieren - wellevendheid voor de R.K. jeugd; Helmond 1948

Gé Vaartjes, Herman de Man, een biografie; Aspekt,  Soesterberg, 1999

Marguérite de Viroflay, Plichten en vormen voor beschaafde menschen; Amsterdam, z.j. [ca. 1910]

Caroline Wells, uit Book-borrowers, geciteerd in Metcalf

J.W.F. Werumeus Buning, Waar is dat boek?; Den Haag, z.j.

Zuster Reinholda, in: Zonnestraaltje, beleefdheidsboek voor jonge meisjes; door zuster Reinholda van de congregatie der zusters van de Goddelijke Voorzienigheid; Tegelen, 1933.

 

 
NAAR BEGIN VAN DEZE PAGINA