‘Ik
dacht, die deur moet ik hebben,’ zegt beeldend kunstenaar
Wijnand van Lieshout door de telefoon. En even later: ‘Die deur
is zeker drie meter hoog, en ik dacht, die moet ik hebben.’ Het
is al heel laat op de avond als die deur ter sprake komt. ‘Hij
is van Slavonisch eiken’, zegt Van Lieshout. ‘Dat werd dan
gegrond en voorgelakt, en dan ging er van dat dure groen over,
stansgroen. Als het een deur was die iets mocht kosten. En een
gruwelijk lange brievenbus erin. Zestig centimeter. Brons.’
We
hadden het over het oude stadshart, en genoemde deur had inderdaad
wat mogen kosten. Hij bevond zich immers in het oude stadhuis van
Tilburg, ongeveer waar nu de Concertzaal staat. Via een stenen
trap kwam je bij de monumentale voordeur.
Het was een van de
mooiste gebouwen van de stad en een rijksmonument, maar dat mocht
niet baten. In 1971 werd het gesloopt. ‘Ik kom daar bij toeval
langs,’ zegt Van Lieshout, ‘en ik zie die deur daar liggen
pronken tussen het puin. Dus ik gooi mijn deux-chevaux aan de
kant, en ik in de tijgersluipgang door die tering naar die deur
toe.’ Tijgersluipgang? ‘Ja, want ze waren met zo’n
slopersbal het puin aan het vergruizen, en die deur moest
natuurlijk ook in stukken. Maar ikke sleuren met die deur. Komt
die opperman naar me toe, en die zegt, "Wès hier de
bedoeling van, mènneke?" Ik zeg, ik moet die deur hebben.’
De
politie deed ook nog even moeilijk. Niet over de deur zelf, maar
omdat de deux-chevaux wel erg gevaarlijk door de vering zakte, en
de deur wel erg ver achter uit de laadklep stak. ‘Daar moest een
rooie lap aan.’ De opperman ging overstag toen Van Lieshout hem
twee dozen sigaren gaf: ‘Op de hoek van de Oude Dijk had je een
sigarenwinkel.’ Maar Van Lieshout was nog niet helemaal
tevreden. Het was een dubbele deur. Waar was de andere helft? Die
lag al op de stort, in Hilvarenbeek. ‘Ik kreeg drie weken de
tijd. Dus ik naar Beek. Met koevoeten en een pikhouweel. Ik heb er
mijn armen rotgeslagen. Maar ik vond hem. Er lagen Ford-motoren
op.’ En hij heeft ze nog steeds: ‘Er zitten jutezakken omheen.’
Aanstaande
zondag is het Kruikezeikersdag in het Textielmuseum. Er wordt een
boek over de Kruikezeiker gepresenteerd en er is (alleen deze
zondag) een kruikezeikerstentoonstelling. De dag wordt
georganiseerd door het Stadsmuseum Tilburg, en er zullen enkele
bijzondere collecties getoond worden. Verder kan iedereen die een
verzameling bezit die iets met Tilburg te maken heeft, tussen 12
en 16 uur voorbeelden uit zijn collectie komen laten zien aan
experts. Misschien zijn ze geschikt voor de grote tentoonstelling
Tilburg Verzamelt, die deze zomer gaat plaatsvinden. Dat deed me
denken aan Wijnand van Lieshout en de redding van de deuren. Want
een Stadsmuseum heeft uiteraard een voordeur nodig, en wat is er
dan toepasselijker dan de echte voordeur van de oude stad. ‘Mooi
Slavonisch eiken, met zo’n fijne vezel.’ Als ik het
Stadsmuseum was, zou ik denken: ‘Die moet ik hebben.’ |