Kurth,
en Het gehucht van Onze-lieve-vrouw van pater Martial
Lekeux.
Dan
laat ze haar vingertoppen over de stof glijden en zegt ze,
bijvoorbeeld: "Héél leuk."
Doek.
Ik
sta in een Belgisch antiquariaat voor een plankje met een
vijftiental "bloemenboekjes' als deze scène zich begint af
te spelen. Het brengt me ernstig aan het twijfelen. Ze zien er
mooi uit in hun stofjes, en ze voelen heel prettig aan. Maar die
titels, en die auteurs. Nog geen vijftig jaar geleden geschreven
en al honderd jaar vergeten. En dat geldt voor het hele rijtje.
Zijn ze daarop geselecteerd door een handige boekverkoper?
Onverkoopbare boekjes verkoopbaar maken? De nieuwe
salontafelboekjes? Accessoires voor een VT-wonen-interieur? En kun
je zoiets kopen zonder je te schamen? Mag je dat een boek aandoen?
Als het nou De naam van de roos was, of Een roos voor Emily,
of De roos van Dekama, of desnoods Een roos van vlees,
maar nee, dit is Het gehucht
van pater Lekeux, een franciscaan die zijn boekje schreef om een
calvarieberg te kunnen bekostigen, en die het opdroeg aan
"Monseigneur Keufgens, ter nagedachtenis aan zijn schone
baard, zijn fiets en zijn enorme zelfverloochening". Toemaar.
Het
toneelstukje kan dus ook anders eindigen, erger. Ze zou kunnen
zeggen: "Ik hoef ze toch niet te lezen, hè?" Met een
lachje, dat wel; maar ondertussen.
Misschien
dat ik daardoor, door dat vermoeden van schaamrood, op het idee
kwam om ze niet voor mezelf te kopen maar voor haar. Want ik weet
dat ze dit een leuk cadeautje zal vinden. Aan een vorig cadeautje,
meegebracht uit een boekwinkel in Oxford, The Language of
Flowers, zie ik haar soms ruiken. Het is een uitgave van zeep-
en geurfabrikant Penhaligon, en alle pagina's ruiken
naar
zijn merk "Violetta". Er staan citaten en gedichten in
over bloemen, en heel veel mooie prenten. Prachtige boekjes zijn
het, de geurboeken van Penhaligon, zoals alleen de Engelsen boeken
kunnen kweken. Dus misschien zal ik haar dan af en toe zien
terwijl ze het boekje van pater Lekeux betast. Kunnen pater en
boek zich een beter nabestaan wensen?
Venus
zat in bad, en in het water lagen geurige witte rozen. Toen kwam
Jupiter zonder te kloppen de badkamer binnen, en het schaamrood
kleurde Venus' wangen zo rood, dat alle witte rozen van de
weeromstuit rood werden. En zo ontstond de rode roos. Zo'n verhaal
kun je lezen als mythe, maar ook als een oud voorbeeld van
interieurdesign: het kleurt allemaal zo fijn bij elkaar.
Het
allerergste zou dus zijn als ze, tot slot van ons toneelstukje,
zou zeggen: "Ze passen heel goed bij de gordijnen."
Toch
kocht ik ze.
Bij
de kassa doet de dame van de winkel er nog een schepje bovenop.
"Dat is zeker voor de schoonheid van het boek?" zegt ze.
Pour la beauté du livre. Met een glimlach, dat wel.
Ik
lach ook. Want ik ga doen wat Champol, Lekeux, en Godefroid Kurth
al in geen jaren meer is overkomen. Ik ga ze cadeau geven, en dan
ga ik ze zelf lezen.
|