CuBra

INHOUD ED SCHILDERS

HOME


Print deze Pagina

Deze columns verschenen oorspronkelijk in Brabants Dagblad - Tilburg Plus op 7 en 14 april 2011

Ed Schilders
Twee columns over de Koningswei

 

 

De Waaj

TILBURG PLUS DONDERDAG 7 april 2011

 

Ik heb het nog wel gezongen: ‘En de dikke Pieta Melis, rookt sigaren tot ze scheel is’. Twee regels, geleerd van klasgenoten, maar eerlijk gezegd had ik geen idee over wie het ging. Later kwam er een gezicht bij die sigaar: een pronte vrouw die poseerde onder een hoge zijden hoed. Ik las dat Pieta juist sigaren rookte omdat ze van sigaretten hoofdpijn kreeg, en dat ze die sigaren betrok bij Kiske de Kok, die in de Koningswei een fabriekje had. Pieta Melis: de Koningin van de Koningswaaj.

In het najaar organiseert de Stichting Straat een manifestatie om te herdenken dat het vijftig jaar geleden is dat een begin werd gemaakt met de sloop van de volkswijk Koningswei. We kregen er het Koningsplein, de Katterug, de Emmapassage, en een stadskantoor voor terug. Daarmee verdween veel sociaal leed uit het centrum, maar ging ook veel karakter verloren. Een mooi plan van Stichting Straat, want legendarischer dan ‘de Waaj’ krijg je ze als stad niet vaak.

Pieta dus. Ze had samen met haar man, Toon Claesen, in de Anna Pauwlonastraat een café dat misschien wel het eerste nachtcafé van de stad is geweest. Het is mij althans niet helemaal duidelijk waaraan Pieta haar eretitel te danken heeft, maar het is zeker dat ze door velen op handen gedragen werd. Toen ze in 1980 overleed, schreef volksdichter Lechim in de Tilburgse Koerier: ‘Ze daanste meej de kappelaon/ Rookte aaltij sigaare/ ’t Is sund detter hier in de stad/ Gin duuzend Pieta’s waare.’ Er zijn ook Tilburgse liedjes waarin Pieta figureert, en het kortste daarvan werd gezongen op de melodie van Fats Domino’s hit Jambalaya: ‘Jumbalaaj, Koningswaaj, Pieta Melis…’ Hoe het verder ging heb ik niet kunnen ontdekken, maar waarschijnlijk rijmde het ook nu op ‘scheel is’.

Iedere BT’er had toen een bijnaam, zo lijkt het. Stichting Straat organiseert straks ook een reünie onder de naam ‘Bertje Eijgenraam-dag’. Zij nam vanaf 1947 het sociaal werk in de Koningswei op zich, en werd daarvoor onderscheiden door monseigneur Bekkers. Ze stond bekend als ‘de akela van de Waaj’. Eerst in de Oranjestraat en later in de Paulownastraat woonde straatmuzikant Jan den Dove, de zoon van straatmuzikant Jan Kortenraij, bijgenaamd Jan de Kater. In de Kortestraat begon Jan Elen in 1880 zijn productie van mosterd die hij, en later zijn zoon Frans, in een tonnetje langs de deuren uitventte. Zowel vader als zoon werd het Mosterdmenneke genoemd. En dan had je in de Waaj ook nog dames die ‘snoepjes van de week’ verkochten. Je kon ze herkennen aan de sigaret die ze aan de voordeur stonden te roken. Van een van haar is de bijnaam overgeleverd: North State Nel.

Binnenkort wordt aan het Koningswei-repertoire een nieuw lied toegevoegd. Dan verschijnt de nieuwe cd van de Amerikaanse Tilburger Tony Ansems met een lied over Pieta. Daaruit vast deze regels: ‘Moeste 'n kratje bier/ ’s merreges om ’n uur of vier/ Dan riep ze: Meens, ik stao naa nie op/ Vat ’t bier, en doe ’t geld mar in den envelop.’ Misschien kan Ansems het komen zingen op de reünie?


 

Tilburgers

TILBURG PLUS DONDERDAG 14 april 2011

 

Op de column van vorige week, over de verdwenen Koningswei en haar legendarische bewoners als Pieta Melis, het Mosterdmenneke, en Jan den Dove, kreeg ik enige reacties van lezers. In het stukje noemde ik de eerste regel van een Tilburgse variant op het liedje Jambalaya van Fats Domino. De tweede kende ik niet, maar de heer C. Klerks schrijft: ‘die kwam spontaan tijdens het lezen in mijn geheugen op’. Het gaat dus zo: Jumbalaaj, Koningswaaj, Pieta Melis/ Rookt sigaren en siegrette tot ze scheel is… Het past prachtig op de melodie van Fats Domino. Een andere lezer wees me erop dat volksdichter Lechim ook bij de dood van het Mosterdmenneke (Frans Elen, 1891-1960) een berijmd in memoriam heeft geschreven. Daaruit deze regels: Fraanske trekt nôot mir aon de bel/ Om z’n klaante te vraoge/ En effemin hoeft ie nog ôot/ Z’n tunneke te draoge.

Ik had het vorige week ook over de nieuwe cd, De Trots van Tilburg, van de Amerikaanse zanger van Tilburgse liedjes, Tony Ansems. Afgelopen maandag ontving ik daarvan een exemplaar. Het is Ansems’ meest Tilburgse cd, juist omdat daarop veel van die Tilburgse volkstypes bezongen worden. De bekendste zijn Pieta Melis, Coba Pulskens, en pater Poels, die in het liedje ‘D’n broodpaoter’ bezongen wordt op de melodie van Bob Dylan’s ‘Everybody must get stoned’. Daarnaast frater Chromatius, hoofd van de Norbertus Mulo, bijgenaamd De Kromme, en ‘het vrouwke met de pluusen hoed’, een dame die vrijwilligerswerk doet bij De Hazelaar, en die behalve zwarte kleding ook graag een zwart hoedje draagt. En wie had gedacht dat Wieske Snuf nog ooit een ode zou krijgen op de melodie van Buddy Holly’s ‘Peggy Sue’: Wieske Snuf, Wieske Snuf/ Schooien is oe vak, oh Wieske snuf/ Oh Wieske, oh Wieske Snu-huh-huf.

Wieskes echte naam was Louise Tuerlings (1890-1963), en ook zij werd geboren in de Koningswei, en wel op de hoek van de Koningstraat en de Oranjestraat. Ze was de dochter van Johannes Tuerlings, bijgenaamd Jan Spons of ’t Sponsmenneke – inderdaad, hij verkocht sponzen langs de deur. Haar man, Piet van Dun, was straatmuzikant. Wieske zelf ging langs de deur om te bedelen, en dat deed ze meestal met een kinderwagen, waarin het jongste kind lag. In het boek Ik zal zinge hil men lèève staan de tekst en de melodie van een oud liedje over haar. Wieskes dochter volgde haar moeder op in het Tilburgse straatbeeld, en het is waarschijnlijk dit ‘Jong Wieske’ waarover Ivo de Wijs het heeft in zijn ode aan Tilburgse volkstypes, getiteld ‘Zonderlingen’. Over Wieske luidt het: Waar woont zij nu? De oude Wieske Snuf/ Die we toch steeds met verse baby’s zagen/ Die langs de school kwam met haar kinderwagen/ En bedelde. Niet lachen – zei de juf.

De Koningswaaj mag verdwenen zijn, de volksfiguren overleden, maar wat blijft zijn de legendes, opgetrokken uit bijnamen, anekdotes, en liedjes. Die gaan zo nu en dan nog steeds van deur tot deur.

 

De cd’s van Tony Ansems zijn verkrijgbaar via zijn website: www.tonyansems.com

Aantekeningen en aanvullingen

- De tekst van Jumbalaaj Koningswaaj werd door André Witlox nog uitgebreid met twee regels en luidt dan:

Jumbalaaj, Koningswaaj, Pieta Melis

Rookt sigaren en siegrette tot ze scheel is.

Ze is zo dik as de mik van d'n bèkker.

Ze trekt d'r neus op en dan roept ze: ,,snot is lèkker''.

Mevrouw M. Theeuwes-Van Hest schrijft dat zij de liedtekst van Jumbalaaj Koningswaaj in een iets andere variant gezongen heeft, en wel zo: 

Jambalaaj de Koningswaaj, Pieta Melis

Rokt sigaare en siegrette tot ze scheel is.

Knèpt ze in dur bille, laot ze gille, Pieta Melis,

Ze draogt un corset van Melis in 't hert, Pieta Melis.

Jan Douwes meldt dat de Tilburgse variant niet gebaseerd was op de uitvoering van Fats Domino, maar op het origineel van Hank Williams. Daarmee moet de Pieta-variant dus gedateerd worden op 1952.

 

Over North State Nel schrijft Frans Janse in Tilburg 1940-1945:

De Koningswei al heel vroeg vrij

North-State-Nel zit bij een rood lichtje achter de ramen ergens in de Koningswei. Nel voorziet op haar rug liggend in haar levensonderhoud. Weinig Tilburgse klandizie. De Duitse weermacht staat op de stoep in de rij. Wegens het gevaar voor geslachtsziekten verklaart de Ortskommandant de Koningswei tot verboden gebied. 'Verboten für Wehrmachtsangehörigen'. Het is uit met de pret, geen Duitsers meer bij Nel in bed! De Koningswei houdt er een vroege bevrijding aan over. Het enige stukje Tilburg, dat niet langer bezet is.

 

De volledige tekst van Tony Ansems luidt:

Pieta Melis

[Koningin van de Koningswaai]

 

Ze had mar ene taand,

Stond on den boven kaant

Was toendertijd gin schaand,

Himmol gin bezwaai

Stond dikkels in de kraant, borrel in der haand

Mee un groot sigaar, de middestaand,

Van de Koningswaai

 

Moeste 'n kratje bier,

's merregens om un uur of vier

Dan riep ze "Meens, ik stao naa nie op"

"Vat 't bier, en doe 't geld mar in den envelop"

 

Heel Tilburg zingt, heel Tilburg drinkt

Ter herinnering, van de Koningin,

Van de Koningswaai

 

Gingen 'ns mee unne hoop,

Nor de kroeg, vur den doop

Op weg nor de kerk, riep ze "Bert"

"Dieje kleine, ligt nog steeds op 't biljert"

Heel Tilburg zingt, heel Tilburg drinkt

Ter herinnering, van de Koningin,

Van de Koningswaai

 

Lechims In Memoriam voor het Mosterdmenneke

 

 

Lechims In Memoriam voor Pieta Melis