INHOUD IN 'T VEN
HOME
SPECIAAL
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRABANTS
MEER
over frater Silvius
Hebt u herinneringen aan frater Silvius? Wij willen die graag op onze web site publiceren. Stuur ons een e-mail op dit adres: edschild@xs4all.nl


De Sil

Frater Silvius was in Tilburg 'een begrip' en hij stond bij duizenden Brabanders bekend gewoon als "De Sil".

Er waren verschillende reden waarom hij zo algemeen bekend was en hier volgen zo mijn persoonlijke ervaringen en observaties van zo'n 'Wereldlijkse Man'.

 

Zijn carrière van 40+ jaar heeft hem in aanraking gebracht met duizenden kinderen, later volwassen mensen, en dan zal men zich afvragen hoe dat mogelijk was...

Om hier een paar voorbeelden van te geven:

In de jaren direct naar de oorlog werden er enorm veel kinderen geboren. De vrede was teruggekeerd, en de klassen op het lager onderwijs zaten barstens vol. Op de schoolfoto's van de eerste t/m de vierde klas zaten wij met 45 tot 52 kinderen, en dat zal in de Hasselt zo ook wel geweest zijn. Frater Silvius gaf daar al jaren les en dan zat je voor een heel jaar bij hem in de klas voor 40 + uren per week, want er werd op zaterdagmorgen ook nog schoolgehouden.

Daarnaast gaf hij ook les 's avonds op de tuinbouwschool in Breda en was hij lid van veel tuinierverenigingen, en adviseur van alles wat met land- en tuinbouw te maken had tot zelfs de koninklijke tuinen op Soestdijk en "Het Loo" toe.

In de zomer en wanneer de school uit was, dan reisde hij door het land en gaf cursussen voor bloemisten in bloemenschikken, en hij ging ook vaak op bezoek bij kwekers vooral als het ging om een nieuwe variëteit. Hij was van alle markten thuis.

Ondanks dit drukke schema hebben wij het geluk gehad om hem mee te maken, eerst als "Ome Frater" en later als "De Sil".

 

Mijn Vader had niet bij hem op school gezeten want ze waren zo van dezelfde leeftijd, maar hij was met hem in aanraking gekomen op het fraterhuis in de Gasthuisstraat. Er werd zo heen en weer gepraat en het kwam er al snel op uit dat ze elkaar wel mochten. De Sil was van boeren komaf en zou binnenkort wel eens langskomen op de Reeshof als hij klaar was met de aanplant van het buitenverblijf van de fraters op de Bredaseweg, want dat was daar maar zo'n kilometer vandaan in de bossen.

Op de Reeshofdijk hadden wij verschillende lapjes grond die nog niet in de ruilverkaveling waren gekomen, en het was moeilijk om in die bossen met al die kleine weitjes wat te doen aan serieuze landbouw buiten misschien een kippenboerderij, en daar had deze man ook verstand van... Het jaar: 1945.

De Sil kwam kijken op een zaterdagmiddag zo rond een uur of half twee. In die tijd was daar niets... zelfs geen woonhuis. Er stond een zomerhuisje dat in de jaren '20 was gebouwd van overgebleven cement - schutting materiaal. Er werd de ronde gedaan om te kijken wat er allemaal nodig was om hier in dat bos kippenhokken te bouwen. En dezelfde middag werd er al heel wat werk verzet. 's Avonds werden er boterhammen gegeten, en toen met z'n allen op de fiets terug naar de Stad. Wij naar de Gasthuisstraat en hij naar de Houtstraat, want daar sliep hij. Ik zeg: "Daar Sliep hij". Achteraf gezien wegens zijn drukke schema geloven wij allemaal dat hij daar alleen maar was om te slapen en 's morgens de mis mee te pikken om dan vervolgens via de refter vlug een boterham te eten, en weer naar school.

De volgende week zaterdagmiddag om halftwee kwam hij weer aan op de fiets zonder dat dat afgesproken was, en de mouwen werden opgestroopt, en er werd direct 'aongelegd' alsof hij in vaste betrekking was. Hij had ook alvast maar wat "Breuk" (mischien van Hema...???) voor de joekels meegebracht, want die rothonden waren geen rokken gewend dus daar moest vrede mee gemaakt worden.

Frater Silvius en 'de joekels'

Zo werd er weer gewerkt en meegegeten en na het eten werden er notities gemaakt bij de primuslamp wat er zo al hier in dat paradijs mogelijk was en moest gebeuren om het een beetje rendabel te maken.

Mijn moeder hield normaal de boeken bij omdat mijn vader voor de oorlog zijn hand had verbrijzeld en dat was na vele operaties niets meer dan een misvormde hand. Hij had het gebruik van zijn duim nog en kon dan met veel moeite nog wat blokletters schrijven. Ome frater nam het kasboek over en die begon toen zo prachtig tussen de lege bladzijdes hier en daar berekening te maken over wat die kippenhokken moesten gaan kosten, en ook nog wat notities die hij voor zichzelf opschreef voor de volgende week.

De zomer brak aan en de kippenhokken werden gebouwd. Twee royale hokken, voor die tijd, van rietplaten op een betonnen fundering met ieder een pannendak voor 500 hoenders per hok. Het zomerhuisje werd een beetje verbouwd, en wij vertrokken definitief van de Gasthuisstraat naar de Reeshof... en Frater Silvius bleef komen.

Elke zaterdag stonden de honden al te wachten aan het einde van de sintelpad totdat hij de poort binnen reed op zijn fratersfiets. Van het een kwam het ander, en van wat droge mastbossen op het klapzand werd over de jaren volgens zijn plan een landgoed aangelegd dat later bekend werd als "De Gaspeldoorn". Hij had die naam uitgekozen omdat hij na maanden die flora daar bekeken te hebben er maar één gaspeldoorn was tegengekomen, en dat op 35 hectaren.

Ons Vader liet hem maar aanpartijen en het kwam er allemaal goed uit te zien, want De Sil kwam regelmatig aanslepen met stekken van coniferen en met allerlei zeldzame bomen en struiken zoals uit het vervolg blijkt.

 

Metasequoia Glyptostroboides

 

Zoals ik al eerder vermeldde, was De Sil overal bekend, en zo ook op het koninklijk huis. Ik geloof niet dat hij daar, zoals bij ons thuis, aan de borrel heeft gezeten, of dat hij daar 's avonds samen met koningin Juliana de kruiswoordpuzzel deed zoals hij dat met mijn moeder deed na het eten, maar hij kende daar het tuinpersoneel, en wie weet waren er daar nog verschillende van zijn oud-leerlingen van de tuinbouwschool.

In het kasboek van "Jan Plek" (No:4113 voor nabestelling verzoeken nummer vermelden) maakte hij dan ook geregeld aantekening over wat hij zo wel dan niet had losgepeuterd uit de koninklijke tuinen. Zo is hier ook een aantekening over de "Metasequoia glyptostroboides." Als kinderen wisten wij dat er hier en daar wat bijzondere bomen door ome frater waren aangeplant en die hadden allemaal een geponst plaatje met een nummer. In het befaamde "boek met de stèève kaft" zoals bij ons dat kasboek genoemd werd, daar stonden dan de nummers van die bomen met hun Latijnse namen erachter, en waar ze vandaan kwamen, zoals in dit geval van de koninklijke tuinen.

Handschrift Frater Silvius over de metasequoia

Jaren later toen 'De Gaspeldoorn' in de onteigening terechtgekomen was, en het landgoedje teruggebracht werd tot een bungalow in een wijk aan de Reeshofdijk is deze boom door de uitbreiding ook gesneuveld.

Een nichtje van deze boom is 'via-via' uit China terechtgekomen in de stad waar ik nu woon. Ik wist dat wij hier bij het gerechtsgebouw een bijzondere Chinese boom hadden staan maar niet wetende dat bij ons in de bossen ook zo'n exemplaar stond.

Het Amerikaanse nichtje van de metasequoia en (onder) het bordje daarbij met de historie

Toen ik op de website Cubra het artikel over Frater Silvius van Ed Schilders had gelezen, ben ik nog eens in het kasboek van 'de Gaspeldoorn' gaan zitten lezen. Hoofdzakelijk om te kijken hoe waarachting mooi "De Sil" zelf kon schrijven. Bladzijde na bladzijde kwam er een verhaal op gang via notities en anekdotes, beginnende in 1945 en ophoudend in 1972. Het boek zelf gaat door tot 1977.

 

Het begon met de eerste ontmoetingen van ome frater bij het zomerhuisje dat omgedoopt werd tot "het Klein huisje"; daarna het graven van de vijver en de aanplanting ervan. Het overschakelen van kippen op varkens, en later op paarden. De kosten van het voer,loonploegen en de verkoop van het mastenhout aan de mijnen. Zo kwam ik terecht in 1952 met een aparte bladzijde besteed aan deze boom.

Ook wat heel interessante aantekeningen over andere dingen, zoals de data van te verwachten jonge hondjes en wat ze geworpen hadden. Zo was er ook een notitie over de "ijsheiligen" 1953:

10 op 11 Mei alles afgevroren -7 graden C. Vliegveld. Koudste dag (nachtvorst) sinds 75 jaar.

Dan gaat het verder:

24 mei Pinksteren zeer heet 30 graden C.

De volgende alinea:

4 Juni koudste dag sinds honderd jaar (geen temperatuur vermeld)

21-6 .....13 eieren krielen uit.

22-6 eerste aardappelen. ontginning, bemesten, inzaaien nieuwe wei 110 uur ingezaaid +spurrie.

Het schijnt dat najaar erg mild geweest te zijn, want op 16 november schrijft hij "nog steeds afrikanen in bloei en sommige appelbomen hebben nog alle bladen en groen..." gevolgd door mijn vader in blokletters: "26/12 OLIE 2800 L DIESEL."

 

In 1954 schijnt hij bij de Trappisten op bezoek te zijn geweest en vervolgens staat er een hele pagina over allerlei 'Waterlelies die hij daar op de kop had getikt en met al hun Latijnse namen en wat voor kleuren we het volgende jaar konden verwachten. Een aantekening van vader: "DE BAARZEN VAN ONZEN TON HEBBEN +-200 GOUDVISSEN OPGEGETEN (VIJVER LEEGPOMPEN 20 UUR) BAARZEN ERUIT 7 KG PER STUK"

En zo kwam De Sil bij ons trouw elke zaterdag, 30 jaar lang. Jammer genoeg heeft hij zelf Amerika nooit bereisd ondanks dat hier veel stekken van hem staan die tot prachtige bomen (coniferen) zijn uitgegroeid. Als wij dan regelmatig in Tilburg op bezoek kwamen, dan had hij weer zo'n blikken Agio- sigarendoos vol met stekken die al geprepareerd waren met hormonen, en die werden dan heel gewoon clandestien... meegenomen...!!!

 

Het leven van armoede

 

De Sil... als frater... had gekozen voor "het leven van armoede," maar hij was de rijkste stinker van Tilburg. Hij had altijd een sigaar in zijn mond en als hij aan het bloemenschikken was dan praatte hij altijd tegen zichzelf of misschien ook wel met God. Dan had hij het over hoe gelukkig hij was en hoe mooi alles eruit zag. Dan maakte hij weer een prachtige vaas met wat er die week weer in de tuin aan volle bloei stond voor het weekeinde en nog een joekel van een bokaal met bloemen in de knop voor de rest van de week. Dan zei ons moeder: "Jongen, schenkt nog eens een borreltje in voor Ome Frater." Hij kon met weinig iets groots maken. Dan om 9 uur 's avonds ging hij met de fiets naar de Houtstraat. In het najaar en de winter werd die fietstocht van 5 kilometer vaak onderbroken bij Boerke Mutsaers. Dit was nog in de tijd voor de opbouw van 't Zand en de overweg van de Delmerweg was nog onbewaakt..!

Aldaar werd het laatste nieuws bijgebuurt, vergezeld van een 'Oude Klare' dat het Boerke hem dan gratis aanbood. De Sil kende iedereen en luisterde als hij binnenkwam dat café helemaal op, en dat was voor het Boerke natuurlijk goede zaken. Daar stond hij dan in zijn toog, met Jesus aan zijn zilveren kruis meegenietend... aan de toog met 'Jan en alleman' te praten over dahlia's en andere zaken waar de mensen die hem kenden advies om vroegen. Hij gaf en gaf en gaf.... en dat voor een arme frater...

Boerke Mutsaers had in die tijd een jachtvergunning op eigen land. Daar had je in die tijd 50 hectare voor nodig. Wij hadden dat niet... dus ook geen jachtvergunning... en in het wandelbos en gemeentebos mocht niet gejaagd worden; dus het volgende jachtgebied lag verderop richting De Reeshofweg. Alles tussen die twee jachtgebieden wat gemist werd, kwam of in het Wandelbos of bij ons terecht, en dat mochten wij dan met de buks zonder vergunning schieten. Boerke had een "vriendelijke hekel" aan onze pa want hij wilde dat gebied van ons wel bijpachten, want dan kon hij via de Langendijk zo om het Wandelbos heen tot aan de Reeshof jagen. Hij wist dat De Sil bij ons kind aan huis was, dus dan stond daar de tap altijd open voor hem; maar het is hem nooit gelukt... De Sil heeft er wel menig opwarmertje aan overgehouden in de winter op weg naar de Houtstraat.

Als laatste wil ik nog even terugkomen over dat hij van "Alle markten thuis was".

Naast het kweken van dahlia's - waarvan ik er nog regelmatig wat namen van herken als ik zo langs de rekken met tubbers loop van de bloemenzaak op Schiphol... - was hij ook vermaard in het kweken van coniferen en het enten van rozen en azalea's.

Daarnaast had hij ook ingenieur kunnen zijn, omdat hij berekeningen kon maken van technische dingen als de beste ingenieurs van de TH in Eindhoven. Hij was een expert in alles wat met stroom te maken had. Zo rekende hij voor mijn vader met behulp van allerlei formules uit wat er zo nodig was voor het opwekken van eigen elektriciteit. In 1956 werden wij aangesloten op het elektriciteitsnet van de PNEM. Dat was vrij laat, want de Reeshofweg had al jaren stroom. Al die jaren wekten wij zelf stroom op met behulp van een dieselmotor uit een door het Canadese leger achtergelaten vrachtauto. 24 volt. Alle apparatuur die wij hadden moest opnieuw gewikkeld worden of met een omvormer worden opgevoerd. Hij was een expert in het wikkelen of ontwikkelen van dynamo's en het uitrekenen van voltages en ampères, en het inrichten van een batterijenhok met van die diepe glazen batterijen die later uitstekend dienst deden als aquaria toen ze in '56 weden gepensioneerd.

 

Tot slot: menigeen in Brabant is geraakt door de Sil. De ene door de lagere school, de ander door de bloemen... Een jong bruidspaartje door een prachtig versierde kerk, en een overmooi bruidsboeket; en op menig graf met Allerzielen een eenvoudig bloemstuk. Persoonlijk heb ik het nette handschrift nooit van hem kunnen leren... Niet omdat ik niet bij hem in de klas heb gezeten... maar omdat het er gewoon niet inzat. Wel is hij instrumentaal geweest dat ik de Landbouwschool in Boxtel heb doorlopen en als ik nu een sigaar ruik denk ik nog steeds aan die rijke stinkerd die maar gaf en gaf en gaf...

 

Sil, je bent hier maar voor een mensenleven geweest, maar mogen je bomen en planten nog eeuwenlang doorgroeien, zodat in de toekomst nog eens iemand een document kan schrijven "in het net" over de vondst van afstammelingen van "Hortus Silvius".