INHOUD DALDEROP
HOME
TEKSTEN

AUTEURS

BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
 
 

Plastic Heroes

Ed Dalderop

Zegt u eens eerlijk: waaraan denkt u zelf het eerst bij het horen of lezen van het woord "plastic"? Want er schijnen mensen te zijn die dan meteen zeggen "Aan helden natuurlijk!" Of hoort u daar niet bij?

En als ze ons dan, om ons wat op weg te helpen, dat gekke half-vloeibare oranje mannetje laten zien van onze nieuwe plastic-afvalbakken, zou dat mensen helpen om dan wél meteen te denken aan zaken als heldhaftigheid?

Kortom: heeft dat gel-figuurtje eigenlijk stiekem iets van een held?

 

Nee, misschien ben ikzelf wel een van de weinigen bij wie dat nog wel zou kúnnen. Maar in mijn geval zou dat dan komen doordat ik, wegens de vroeger voor Nederlandse jongens van 19 jaar verplichte militaire dienst, bij het woord "plastic" aan een springstof denk: aan een soort kneedbaar dynamiet, dat in vroeger dagen door soldaten gebruikt werd om snel een kneedbom te maken. En daar was wél enige heldhaftigheid voor nodig, want het spul kon zo in je vingers uit elkaar spatten, als je wat te vlotjes werkte. Met stukjes vinger overal in het rond.

Maar verder herken ik niks held-achtigs aan plastic.

 

Als je ouder wordt krijg je op deze manier gaandeweg wél een heel stel hinderlijke valse associaties in je hoofd, omdat woorden soms ineens een tweede of derde leven krijgen toebedeeld door nieuwelingen die geen weet meer hebben van een vróeger gebruik van dat woord.

TNT bijvoorbeeld – tegenwoordig de naam van ons Postbedrijf - was vroeger een ander woord voor "trotyl", óok al zo'n gemeen soort explosief. Maar wel een woordbetekenis die een paar tientallen jaren later de jonge snelle opvolgers van het PTT-management kennelijk niet meer bekend was, toen ze een nieuw woord moesten verzinnen, als naam voor éen van de rest-onderdelen van het inmiddels geprivatiseerde Post/Telefoon/Telegraaf-concern.

De ouwe goedmoedige aanduiding "Tante Pos" voor die dienst zal hen trouwens wel evenmin veel gezegd hebben, want die gewelddadige associatie bij "TNT" staat daar sindsdien wel héel ver vandaan.

Maar ja, snelle jonge managers hebben bepaald niet de gewoonte om de geschiktheid van hun invallen veiligheidshalve vantevoren eens aan anderen voor te leggen, voor het geval die niet zo nieuw zijn als ze dachten.

 

Toen ik in de zeventiger jaren – die tijd met haar voorliefde voor "álles nieuw"- een tijdlang lesgaf op een sociale academie, schreven de meisjes van de administratie, op initiatief van hun "leidinggevende", plotseling enthousiast in een nieuw soort spelling, omdat die hun veel eenvoudiger leek. Wij waren voor hen "dosenten"en wat die deden was voor hen dus "doseren". En dat dat woord allang in gebruik was, maar dan voor "iets in afzonderlijke doses indelen" behoorde nog niet tot hun beperkte woordenschat, daar hadden zij geen last van. Wij wél.

Woorden als "titel" vergemakkelijkten ze graag tot "tietul". En een probleemwoord als "cirkel, óf misschien toch wel circel?" Daarvan maakten ze "sirkul", in de mening dat ze daarmee de wereld van een hoop ongemak afhielpen. Want dat veel van die studenten nogal moeite hadden met lezen en spellen was iets wat ook zijzelf wél dagelijks tegenkwamen of zelf aan den lijve ondervonden.

Sindsdien waren zodoende wij docenten het, die het moeilijk hadden met lezen.

 

Gewone mensen sorteerden totnutoe plastic afval gewoon bij de algemene rommel. Je vraagt je, bij confrontatie met die "plastic heroes" op die oranje bakken, af wie – en waardóor dan wel - op het idee kwamen om ons nou te willen leren dat je dat ook en beter in een aparte categorie kon indelen.

Ze besloten in ieder geval dat dat nieuwe scheiden vast logischer of verleidelijker zou worden als de welwillende burgers daarvoor aan een beetje aantrekkelijke associatie geholpen werden.

 

Bleef de vraag wát voor associatie dan wel.

Tótdat dus, neem ik aan, een neo-romantische manager-ziel in een droom het licht zag. Vermoedelijk had die in zijn nog jongere jaren met overgave en plezier gespeeld met zo'n plastic dynosauriër-poppetjes, en daarbij zichzelf verbeeld als plastic-held, die het met gemak opnam tegen de schrikwekkend-scherpe tanden van de Tyrannosaurus en soortgenoten. Die hem, de bestrijder, dankzij zijn vervormbare plastic-vel, tot hun verrassing tevergeefs in zijn gelatineuze spierballen beten, maar tegen deze moderne prooi-samenstelling niet opgewassen bleken.

Bewondering alom, zodat sindsdien zelfs dino's niet langer de aarde beheersten. Dank zij die plastic heroes zoals hij, dus.

We zullen ermee moeten leren leven, met die gekke aanduiding.

 

Al vrees ik dat veel gewone Tilburgers zonder erg de woorden gewoon op zijn nederlands zullen lezen – "plastic" is toch immers óok gewoon nederlands tegenwoordig?

Zoals die safari-beesten in dat grapje, waarin iemand meende dat de dieren die hij er zag, allemaal soorten dangeroes waren. Want er stond toch duidelijk bij: "all animals are dangerous".

Zo kan iedereen zich voortaan bij die oranje bakken "'nen echten heroe" voelen.

En dus met graagte telkens een grote zak met al zijn plastictroep daar in kieperen.

 

Nou alleen nog een luidsprekertje erin, dat telkens, net zoals in de Efteling: "Dank-oe-wel!" zegt!

Of misschien wel : "Zo menneke, zedde gij ók al 'nnen klènen heroe

geworre? Volhaawe zo!"

Of bij meisjes:"Och, wè zedde gij toch 'n schôn heroeke! Ik zie oe gère wir is terugkoome!"

 

Ik hoop alleen niet dat het door overweldigend succes tot nóg meer van die harde weerbarstige plastic verpakkingen zal leiden. Die je dikwijls zo vergimmes slecht open kunt krijgen zonder dat er bloed aan te pas komt.

Eigenlijk heb je alleen bij het openmaken van zulke plasticomhulsels soms echt wél 'n beetje heldhaftigheid nodig!

 

Ed Dalderop.