INHOUD RKJW
CUBRA HOME

 

Jos Naaijkens

UIT DE RIJKE GESCHIEDENIS VAN DE TILBURGSE DRUKKERIJ R.K. JONGENSWEESHUIS


 

Harlekijntje

Auteur: frater Caesario Peters (1911-1993)
(auteursnaam: Cesare Peters)

 

Op de achterzijde van het tijdschrift de Engelbewaarder voor de jongere lezertjes van juni 1947 verschijnt ‘Harlekijntje en zijn hond’, het eerste verhaaltje van Harlekijntje. Het is geschreven door frater Caesario Peters.

 

 

Een bijzonder verhaaltje. Noem het maar een vrij uniek experiment. Alle zelfstandige naamwoorden worden vervangen door tekeningen.

Harlekijn, de hoofdpersoon, komt niet altijd even handig over zoals we in ‘Harlekijntje en de olifant’ zien.  

Harlekijntje mag met een man mee naar de dierentuin. Een olifant krijgt van een meisje enkele stukken brood. Dan meent Harlekijntje de olifant te moeten foppen. Hij pakt een tak en steekt die in de bek van het dier. ‘Hatsjie!’, zegt de olifant en Harlekijn vliegt de lucht in. Hij komt in een boom terecht en hangt met zijn broek aan een tak. De man komt met een ladder aan en haalt Harlekijntje uit de boom.

 

Zestien afleveringen van Harlekijntje uit de Engelbewaarder verschijnen later in het boekje Harlekijntje 1. Later komt het boekje Harlekijntje 2 uit.

   

In Harlekijntje 1 staat het sinterklaasverhaaltje ‘Harlekijntje en Zwarte Piet’.

Sinterklaas en Zwarte Piet brengen bij Harlekijntje wat speel- en snoepgoed. Harlekijntje hoort dat en gaat ’s nachts naar beneden. Van een suikerbeest bijt hij de kop af. Piet merkt dat en haalt de klomp van onze vriend leeg. Hij legt er een roe in…  

 

Tot en met jaargang 64 (1952-1953) van de Engelbewaarder voor de jongere lezertjes verschijnen op het laatste blad dit soort verhalen. Niet alleen met Harlekijntje in de hoofdrol, maar ook met de olifant Tommie en Bob Bobbel.

Frater Caesario Peters heeft voor het tijdschrift de Engelbewaarder diverse verhalen geschreven. In jaargang 59 (1947-1948) verschijnt het verhaal ‘Sjoertje het kolenkaboutertje’. Het is mooi geïllustreerd door Antoon Heijn.

 

In jaargang 62 (1950-1951) vinden we van hem een aandoenlijk kerstverhaal. ‘Het kerstfeest van twee welpen’. Jan en Henk, twee welpen, brengen een kerstgeschenk naar een arme vrouw. Onderweg worden ze overvallen door drie opgeschoten jongens. Maar het komt allemaal goed. Uiteindelijk komen de geschenken bij het vrouwtje terecht.  

  

In 1948 komt het door hem geschreven boekje ‘Jonge wolven sluipen door de rimboe’ uit. De illustraties zijn van Jan Lutz. Het is een scoutingverhaal. Wolven zijn hier padvinders.

 

Vanaf 1930 werkt frater Caesario als onderwijzer in Utrecht, Reusel, Tilburg en Oss. In 1962 gaat hij secretariaatswerkzaamheden voor zijn algemene overste verrichten. Zijn laatste functie is beheerder van het archief van de congregatie van de fraters.

Frater Caesario in het archief van de fraters.

 


 

Bronnen.
Cesare Peters, Harlekijntje, Tilburg, z.j.
N.N., De Engelbewaarder voor de jongere lezertjes, jrg. 59, Tilburg, 1947
N.N., De Engelbewaarder voor de jongere lezertjes, jrg. 62, Tilburg, 1950
Joep Eijkens, Enigen uit velen, Tilburg, 1994
www.cubra.nl