INHOUD RKJW
CUBRA HOME

 

Jos Naaijkens

UIT DE RIJKE GESCHIEDENIS VAN DE TILBURGSE DRUKKERIJ R.K. JONGENSWEESHUIS


 

Groeiende Taal

Een taalmethode voor de lagere school uitgegeven door de
Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, Tilburg

 

Auteurs: Frater Victor van Nispen (1899-1986), docent Nederlandse taal en letterkunde en Frater Theodoor Jansen (1902-1981), docent pedagogiek.

Illustrator: Antoon Heijn.

 

De methode bestaat uit een voorloper voor het eerste leerjaar (nu groep 3) en 19 delen voor klas 2 t/m 6 (nu groep 4 t/m/ 8). 
Het eerste deeltje verschijnt in 1951. Het laatste pas in 1959.

De auteurs onderscheiden in het vak taal vier vaardigheden: luisteren, spreken, lezen en stellen (schrijven van een tekst). Geen van deze onderdelen wordt als losstaand deel behandeld. Alle vaardigheden zijn geďntegreerd in het totale systeem.

De opzet en vormgeving van de methode wordt alom gewaardeerd. Maar de verspreiding verloopt niet zoals gehoopt. Men vraagt zich af of het taalonderwijs zoals de twee fraters dat voorstaan voldoende aansluit bij de onderwijspraktijk van die tijd.
Uit een enquęte onder gebruikers van de methode blijkt namelijk dat goede leerlingen er veel van opsteken. Maar de zwakke pupil kan de les maar nauwelijks volgen.
Verder vindt men dat het godsdienstig element wel veel benadrukt wordt. Illustraties met kruisbeelden en kerkinterieurs komt men regelmatig tegen. Ook zijn in de teksten specifiek katholieke woorden zoals crucifix, communiebank, lof en monstrans te vinden.

Inmiddels weten we dat begin jaren ’60 de tijden aan het veranderen zijn en de secularisatie in aantocht is.
De methode verdwijnt in 1967 uit de catalogus van Uitgeverij Zwijsen. (Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, Tilburg wordt in 1959 Uitgeverij Zwijsen genoemd)

  

Behoorlijk wat opdrachten in Groeiende Taal zijn zoals gezegd met een ‘rooms katholiek sausje’ overgoten.

 

Op de eerste pagina een tekening. God omringd door engelen. Vanuit de hemel kijkt hij neer op aarde en ziet dat het daar vredig verloopt. Het is de bedoeling dat er in de klas een gesprek op gang komt. Ook kan de afbeelding nagetekend worden.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)

 

 

 


Een bekend avondgebed.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)


Een andere versie van het avondgebed. Bij menig kind hing deze afbeelding boven het bed.

 
Gehoorzame engelen zijn voor altijd bij God in de hemel. Ongehoorzame engelen noemt men duivels. God heeft ze gestraft. Ze moesten naar de hel. Er zijn speciale engelen die je helpen om braaf te zijn. Het zijn de engelbewaarders.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)

 

 
Woorden waarmee de leerlingen in vorige opdrachten hebben kennis gemaakt kunnen ingevuld worden.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)

 


God woont in de ziel van het kind. God weet alles en daarom wil het kind braaf zijn.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)

 

 

 Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)

 


De leerlingen hebben in vorige opdrachten kennis gemaakt met het scheppingsverhaal. Bij elke afbeelding kan een zin gemaakt worden.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 1 (1951)



 

 

De kleine Jezus in Nazareth. Hij was gehoorzaam en hielp trouw zijn ouders.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 4 (1952)

 

 

 Een pater aan het werk in de missie.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 5 (1957)

 


De paters leren de negers bidden en zijn verheugd als ze een neger mogen dopen. 
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 5 (1957)

 


Ria ontvangt van de bisschop het sacrament van het vormsel.
De H. Geest geeft de kracht om het geloof standvastig te kunnen belijden.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 5 (1957)

 



Het meisje gaat dikwijls naar de H. Mis en ook vaak te Communie.
De H. Hostie is Jezus. ‘Jezus komt dan in mij’, zegt ze.
Groeiende Taal, tweede leerjaar, deel 5 (1957)




Groeiende Taal, vierde leerjaar, deel 11 (1954)

 


Op zaterdagmorgen mochten de jongens het beeldje van Onze Lieve Vrouw versieren. ‘Dan voelden ze allemaal dat ze kinderen van Maria waren, en dat hun Moeder bij hen was.’
Groeiende Taal, vierde leerjaar, deel 13 (1957)

 

 Opdracht: Zoek in de onderstaande afbeelding de nummers die bij de bovenstaande begrippen horen.
Groeiende Taal, vierde leerjaar, deel 13 (1957)

 


Groeiende Taal, vierde leerjaar, deel 13 (1957)

 


Bronnen.
Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een passie voor uitgeven, Tilburg, 1997
Fr. Victor van Nispen en fr. Theodoor Jansen, Groeiende Taal 1 t/m 19, Tilburg, 1951-1959