Puk en Muk maken kennis met
missionarissen
Auteur: Frans Fransen
Illustrator: Carl Storch

In enkele Puk en Muk-boeken maken de twee kabouters diverse verre
reizen. Zo komen ze terecht in Afrika, China en Amerika.
In de boeken ‘Puk en Muk door Afrika 1 en 2’ en ‘Puk en Muk in
China’ staat veel informatie over het land en de bewoners. Puk en
Muk maken kennis met de werkzaamheden van de missionarissen.
Uiteraard krijgen ze ook wijze lessen betreffende moraal en gedrag.
Puk en Muk
door Afrika 2

De twee kabouters reizen richting Afrika. Na een lange zware tocht
over land komen ze in het missiegebied van de Witte Paters aan. De
missionaris die ze ontmoeten blijkt een rasechte Brabander uit
Nederland te zijn. Hij is met het bezoek erg in zijn schik. De
negerjongens keken hun ogen uit.
‘’n Groepje negerjongens kwam naar de pater gehuppeld zo gauw ze
hun goede blanke vader zagen. Maar de nikkertjes keken raar op, toen
ze Puk en Muk bemerkten. Waren dat nu kinderen uit Europa. ‘t land
waar Padri (pater) vandaan kwam?’
Er waren geen schoolbanken in het negerschooltje aanwezig. Puk en
Muk gingen evenals de negerjongens op de grond zitten.

De kaboutertjes kregen van de pater een traktatie. Een beloning die
de leerlingen van hem ook altijd ontvingen als ze hun best hadden
gedaan. Twee witte kleine blokjes zout. Muk vond het niet zo lekker.
Maar de negertjes beschouwden het als een traktatie.


De missionaris moet uiteraard ook aan de priesterroepingen denken.
Een goede selectie is nodig. Brave jongens met een helder verstand
zijn uitverkoren.

Puk en Muk in
China

In China ontmoeten Puk en Muk een missionaris die contact heeft met
een weeshuis waarvan zusters de leiding hebben. De kabouters brengen
voor de pater ‘geschenken’ mee. Achter de struiken hebben ze twee
baby’s gevonden. Deze worden aan de missionaris overhandigd. Hij zal
de kinderen aan de zusters overdragen.

Van de missionaris krijgen ze te horen: ‘Ja jongens, als er
hongersnood komt, gooien hier veel mensen hun kleine kinderen weg.
Ze leggen ze ergens achter de struiken of zo maar langs de weg. Daar
worden die kleintjes door wolven en varkens levend verslonden.’
‘Vogeltjeszaad eten… Dit was gelukkig nog nooit voorgekomen. Maar de
pater had toch wel eens meegemaakt ‘dat de mensen alles aten wat
ze maar bijten konden.’
En zoals het een goed missionaris betaamt laat hij weten dat er
centen op de plank moeten komen. Het woord ‘missiebusje’ neemt hij
niet in de mond.
.jpg)
En tussen de regels door wordt door de missionaris toch maar eens
even duidelijk gemaakt dat de kinderen in China het lang niet zo
goed hebben als Puk en Muk. En dat de kabouters best wel iets van
hun spaargeld of snoepgoed aan deze kinderen mogen afstaan.
‘Maar misschien krijg ik binnenkort nog wel wat gestuurd uit
Europa. De kinderen van de Kindsheid helpen me goed met hun centen
en stuivers. Voor één cent kan ik hier al heel wat kopen. Als de
kinderen dat allemaal ‘ns goed wisten zouden ze veel meer
snoepcenten voor de missie besteden om hier hun arme broertjes en
zusjes te helpen die nog niet eens iets te eten hebben, dus zeker
niet te snoepen.’

Terug naar huis. Een vrachtwagen kwam voor het huis van Klaas Vaak
gereden. Er stond een kist op met de tekst: ‘Monsters zonder
waarde’. Men begreep de betekenis van de tekst op de kist niet zo
goed. De kist open maken was ook nogal iets. Maar even later bleek
dat de twee kaboutertjes erin te zaten. Na zo’n verre lange reis was
er gespreksstof genoeg…


*
_(1896-1961).jpg)
Auteur Frans Fransen (Frater Franciscus Xaverius van Ostaden)
%20(2).jpg)
Gedachtenisprentje Frater Franciscus Xaverius van Ostaden
(1896-1961)
.jpg)
Illustrator Carl Storch (1868-1955)
Bronnen.
Frans Fransen, Puk en Muk door Afrika
1, Tilburg, 1940
Frans Fransen, Puk en Muk door Afrika 2, Tilburg, 1950
Frans Fransen, Puk en Muk in China, Tilburg, 1949
Archief Fraters van Tilburg.
Karen Ghonem-Woets, Boeken voor de katholieke jeugd. Verzuiling
en ontzuiling in
de geschiedenis van Zwijsen en Malmberg, Zutphen, 2011
|