Het verhaal van Issie en Dissie
door Elbert Vuurvlam
‘Het verhaal van
Issie en Dissie’ verschijnt in elf afleveringen in De Engelbewaarder
voor de jongere lezertjes, jaargang 62, 1950-1951. In 1955 wordt het
verhaal in boekvorm gepubliceerd. Zowel De Engelbewaarder als het
boek zijn uitgegeven door ‘Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis,
Tilburg’.

Fragment uit De Engelbewaarder, jaargang 62, 1950-1951, blz.
3.

Omslag en titelpagina van het boek.
Issie en Dissie Dou
zijn twee broertjes en wonen in een kermiswagen.

Dissie is twee jaar
ouder dan Issie. Vader heeft een draaimolen en de twee broertjes
helpen hem vaak met het ophalen van geld.

In een vliegtuigje
van de draaimolen wordt een motor gemonteerd. Issie en Dissie kijken
toe.

Met de druk op
enkele knopjes weet Dissie de propeller aan het draaien te krijgen.
Maar hij drukt op een verkeerd knopje en het vliegtuig gaat met de
twee broertjes de lucht in.
 
Ze vliegen steeds
hoger maar de benzine raakt op. Gelukkig naderen ze een boot.

Met een touw weet de
bemanning het vliegtuig op het dek te trekken.

De blijdschap is
maar van korte duur. Het blijkt een zeerovers schip te zijn. Issie
en Dissie worden aan het werk gezet. Aardappels schillen, vegen,
schrobben, omwassen enz. Ze mogen een kijkje in de keuken nemen.

Ze raken met sommige
zeerovers bevriend. Tijdens een feest aan boord van het schip heeft
zeerover de Wuust een plan. Hij laat een kleine motorboot in het
water zakken en brengt de twee jongens naar het vaste land.

Ze zetten voet aan
wal in Spanje. Ze komen bij een deftig huis en worden uitgenodigd
voor een lekkere maaltijd.

Van Sinjori
Miljoeneri, de eigenaar van het deftige huis, krijgen Issie en
Dissie vele cadeautjes. De twee broertjes worden later met een
rijtuig via Frankrijk naar Nederland teruggebracht.

De reis verloopt
niet al te spoedig. Onderweg wordt de koets door twee Franse boeven
beschoten. De Wuust en Issie en Dissie worden met een touw aan een
boom vast gebonden. De boeven gaan er met de koets en de cadeautjes
vandoor.

Er komt een krom
mannetje aangelopen. Hij verlost het drietal. Issie en Dissie komen
in Parijs terecht. Uit een auto met een Nederlands kenteken komt een
man met een bolhoed gekropen. Het is mijnheer Zoek-maar-raak. Een
politieman zonder politiepak. Hij herkent de kinderen.

Issie en Dissie
worden zo vlug mogelijk naar huis gebracht en weer met vader en
moeder herenigd. Veel mensen komen de twee avonturiers in de
kermiswagen begroeten.
Achter de
auteursnaam Elbert Vuurvlam gaat Frater Ethelberto van der Linde
schuil.
Gedachtenisprentje
Frater M. Ethelberto van der Linde (1921-1974)
_%20(1921-1974)-(1).jpg)
_%20(1921-1974)-(2).jpg)
Elbert Vuurvlam
heeft nog meer boeken op zijn naam staan. In het dagblad ‘De Tijd’
(28 november 1953) vinden we in de rubriek ‘Het boekenvenster’
onderstaande berichten.

Bron: ‘De Tijd’ (28 november 1953)

Bronnen
N.N., De Engelbewaarder voor de jongere lezertjes, jaargang 62,
1950-1951, Tilburg, 1950-
1951.
Elbert Vuurvlam, Het verhaal van Issie en Dissie, Tilburg,
1955.
Elbert Vuurvlam, De wonderlijke reis van Emie Ereprijs,
Tilburg, 1953.
Elbert Vuurvlam, Junar het wonderpaard, Tilburg, 1955.
Regionaal Archief Tilburg, Collectie
bidprentjes.
www.cubra.nl/De-paap-van-gramschap
www.delpher.nl
|