Het Driekoningenbrood
In het boekje ‘De
Mei-boom 9’, uitgegeven door de ‘Drukkerij van het R.K.
Jongensweeshuis Tilburg’, vinden we een verhaal over het
Driekoningenbrood.

Driekoningen is
een christelijke feestdag die elk jaar op 6 januari wordt gevierd.
Drie wijzen uit het oosten volgen een ster en komen aan in
Bethlehem. Hier vinden ze in een stal Jezus, de zo juist geboren
koning der Joden.
Op driekoningenavond, 5 januari de avond voor Driekoningen, wordt
het Driekoningenbrood gegeten. Degene die een boon in zijn brood
treft is koning en heeft het op 6 januari thuis voor het zeggen. De
gelukkige wordt met stoel en al in de lucht getild en gehuldigd. Hij
krijgt een koningsmantel om de schouders en een kroon van
goudkleurig karton op zijn hoofd.
Op internet zijn talloze recepten te vinden om het bakken van dit
brood tot een goed einde te brengen.
Het verhaal in
‘De Mei-boom 9’ begint als volgt.

De moeder van Henk bakt een Driekoningenbrood maar vergeet de boon
er in te doen. Een probleem dus. Hoe komt de boon alsnog in het
brood? De deeg is al gaar en als je een gaatje maakt om de boon er
in te stoppen is het voor iedereen zichtbaar en is de aardigheid er
af.
Als kleine Henk ’s avonds op bed ligt heeft vader een idee. ‘Wel
moeder, maak er een mooie versiering op, en stop daar de boon in
weg!’ Zo gezegd zo gedaan.
Op 6 januari is het bij Henk een hele drukte aan tafel. Tante Annie
en oom Karel zijn ook met de kinderen gekomen.

En nu aan het
delen! Voor elke aanwezige een even groot stuk! Iedereen eet
voorzichtig zijn part en zoekt met de tong naar het boontje.
Oom Karel roept
ineens: ‘Ik heb de boon! Nu ben ik koning!‘. Plechtig zet oom
Karel de kroon op zijn hoofd en doet de mantel om. Daarna gaat hij
in vaders grote zetel zitten.

Maar de koning
vindt dat hij wat te oud is geworden om lang te regeren. Hij besluit
een van zijn drie jongere onderdanen koning te maken. Oom Karel
maakt drie gelijke pakjes. In elk pakje zit een boon. Dit kan zijn
een witte of een bruine. Wie in zijn pakje de bruine boon vindt is
koning.
Flipje, de zoon van oom Karel, is de uitverkorene. Hij krijgt de
mantel omgehangen en de kroon opgezet.

Volgens de
inhoudsopgave is het verhaal ‘Het Driekoningenbrood’ afkomstig uit
‘Rendeltjes Vertelselboek’ deel 1, vertellingen voor het eerste
kwartaal. De auteur van dit boek is Jeannine de Jong Snijder van
Wissenkerke.

‘Rendeltjes Vertelselboek’ deel 1, vertellingen voor het eerste
kwartaal.
De illustraties
zijn van Antoon Heijn, geboren te Utrecht op 28 september 1914.
Op bladzijde 15
en 18 in ‘De Mei-boom 9’ vinden we nog twee driekoningengedichten.
De illustraties zijn wederom van Antoon Heijn.

Bron: ‘De Mei-boom 9’, blz. 15. Illustratie Antoon Heijn.

Bron: ‘De Mei-boom 9’, blz. 18. Illustratie Antoon Heijn.
Bronnen.
Fr. S. Rombouts e.a., De Mei-boom 9, Tilburg, 1949.
Tilburg Wiki – Regionaal Archief Tilburg.
www.boekwinkeltjes.nl
|