De stad van Willem II
Een bijdrage uit ‘De
Engelbewaarder’ (58ste jaargang - 1947-1948)
Tot en met 1958 heeft ‘De Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis,
Tilburg’ het tijdschrift ‘De Engelbewaarder’ uitgegeven. Er zijn
twee versies. Een voor de jongere lezertjes (onderbouw basisschool)
en een voor de grotere lezers (bovenbouw basisschool).
Vaak laat men de losse afleveringen van een jaargang door genoemde
drukkerij inbinden. Een mooie groen linnen band met een ‘gouden’
afbeelding van een engelbewaarder is het resultaat.

Ingebonden ‘Engelbewaarder’ (58ste jaargang – 1947-1948).
In jaargang 58 (1947-1948) voor de grotere lezers vinden we op blz.
56 en 57 een verhaal over Tilburg. De titel luidt: ‘De stad van
Willem II’. De auteur is Bernardus Martinus Cornelis Hinten
(kloosternaam frater Loyola) geboren te Tilburg op 2 september 1903.
Overleden te Boxtel op 6 juli 1984.
_(1903-1984)%20(2)_Formaat%20wijzigen.jpg)
Frater Loyola Hinten.
 
De bijdrage opent met de onderstaande tekst. Daarin een frappant
fragment:
Kijk je ’s Maandags wel eens in de krant naar de
voetbaluitslagen? Dan weet je ook zeker dat de Tilburgse club
“Willem II” ieder jaar mee naar het kampioenschap dingt.
“Willem II” dingt mee naar het kampioenschap. Daar moet je vandaag
de dag eens om komen…

Willem II wordt afgeschilderd als een zeer beminnelijk man. De
inwoners van Tilburg dragen hem op handen zoals uit onderstaand
fragment blijkt.
Eens was de Koning ernstig ziek geweest. Toen hij na z’n herstel
zich voor ’t eerst weer in het openbaar vertoonde, spande het
Tilburgse volk de paarden van de koets, om zelf het rijtuig met hun
dierbare Vriend verder voort te trekken. Een sprekend bewijs van hun
aanhankelijkheid!
De vriendschap van Willem II met pastoor Zwijsen wordt uiteraard ook
belicht.
“Ik verwacht morgen enkele vorstelijke gasten, mijnheer Pastoor.
En U weet, dat mijn woning niet op zulke logé’s berekend is.” “Geen
nood, Sire! Mijn pastorie staat ten allen tijde ter Uwer
beschikking.” De Pastoor sliep dan maar enkele nachten op zijn
kantoor; de kapelaans in het klooster op de Ouden Dijk; en de hoge
gasten in de Roomse pastorie.
De illustraties boven de tekst zijn van de hand van de Tilburgse
kunstenaar Kees Mandos. Rechts onder staat vermeld: KM ’47. (Kees
Mandos 1947)
%20(1)_Formaat%20wijzigen.jpg)
Kees Mandos (1913-2001).
Kees heeft voor ‘De Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis’ meer
illustratiewerk verricht. Op het titelblad van het eerste deeltje
van de leesboekenserie ‘De meiboom’ staat hij met zijn broer Frans
vermeld. De afbeelding op de omslag is in 1945 ontworpen door Frans
Mandos. In het boekje vinden we diverse illustraties van Kees.

Titelblad en omslag ‘De meiboom’ 1 (1947).

Illustratie Kees Mandos.
(Bron: ‘De meiboom’ 1)

Illustratie Kees Mandos.
(Bron: ‘De meiboom’ 1)

Werknemers van ‘De Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, Tilburg’
maken Engelbewaarders gereed voor verzending.
V.l.n.r.: Jan Kolen, Mart Graumans en Sjef van Steensel.
(Foto jaren ’50 twintigste eeuw)
_(1903-1984)%20(1)_Formaat%20wijzigen.jpg)
Gedachtenisprentje frater Loyola Hinten.
Bronnen.
Fr. S. Rombouts en anderen, De meiboom 1e
deeltje, Tilburg, 1947.
N.N., De Engelbewaarder (voor de grotere lezers),
58ste jaargang,Tilburg, 1947-1948.
Regionaal Archief Tilburg,
Collectie bidprentjes.
www.cubra.nl/De-paap-van-gramschap
|